Naomi Bordon
Samenvatting Familiaal Vermogensrecht
DEEL 1: RELATIE- EN HUWELIJKSVERMOGENSRECHT
Inleiding
• Huwelijksvermogensrecht art. 212, 2e lid BW: minimale wederzijdse rechten en
verplichtingen van echtgenoten die van dwingend recht zijn.
• Relatievermogenrecht: voor feitelijk samenwonenden.
3 centrale vragen bij analyse relatievermogensrecht:
• Niets: aanvullend gemeenrecht
• Bob de Bouwer: hoe kan je afwijken van de standaardregeling (wettelijk stelsel).
• Muur: welke beperkingen zijn er? Dwingend recht?
Soorten stelsels:
• Primair stelsel
• Secundair huwelijksvermogensrecht:
o Wettelijk stelsel (niets)
o Conventionele stelsels (Bob de Bouwer)
• Bronnen:
o Primair stelsel: art. 212-224 BW
o Secundair huwelijksvermogensrecht: art. 1387-1474 BW + bijzondere
wetgeving.
Hoofdstuk 1: het primaire stelsel (art. 212-224 BW)
= de minimale rechten en verplichtingen van echtgenoten à dwingend recht. Kan niet van
afgeweken worden in een huwelijkscontract.
Toepassingsgebied
• Gehuwden: art. 212, 1e lid BW.
• Wettelijk samenwonenden: art. 1477, §2 BW = mini-primair stelsel.
• Doorheen de duur vh huwelijk d.w.z. tot echtscheiding of overlijden.
3 krachtlijnen
• Gelijkheid tss echtgenoten en behoud handelingsbekwaamheid: voor 1958 was dit
niet het geval.
• Solidariteit tss echtgenoten en bescherming gezinsleven.
o Solidariteit
§ Hulpplicht: hoogst hiërarchische onderhoudsplicht die bestaat.
Echtgenoten moeten levensstandaard met elkaar delen, zodat men
dezelfde standaard heeft.
§ Bijstand: morele bijstand, affectie, hulp elkaar bijstaan.
1
,Naomi Bordon
§Samenwoningsplicht: echtgenoten moeten gemeenschappelijke
verblijfplaats kiezen.
§ Getrouwheidsplicht: elkaar niet bedriegen.
• Je kan niet o.b.v. overspel onderhoudsgeld vragen, het is enkel
een weigeringsgrond à enige reden dat overspel betrappen
nog nuttig is.
§ Bijdrage: in de lasten van het huwelijk art. 217, 1e lid BW. Echtgenoten
moeten elkaar het nodige verschaffen om de kosten vh dagelijks
gezinsleven te dragen en dit naar evenredigheid van zijn/haar
mogelijkheden.
• Lasten vh huwelijk = alle kosten vh gezin.
• Kan in geld of natura (vb. opvoeding kinderen) zijn.
o Bescherming gezinsleven:
§ Bescherming voornaamste gezinswoning, dus niet een 2e verblijf à
plaats waar gezin de meeste tijd spendeert (meestal waar kinderen
wonen).
• 1 echtgenoot kan niet zomaar woning verhuren, verkopen etc.
• Strekt zich uit tot huisraad art. 534 BW (alles wat zich in huis
bevindt) dus ook meubels met uitzondering van heel dure
zaken vb. schilderij.
§ Hoofdelijkheid voor niet-buitensporige schulden en
opvoedingsschulden art. 222 BW.
• Buitensporig wil niet zeggen niet nuttig vb. 5 microgolfovens
kopen à Buitensporig gelet de levensstandaard.
• Bij feitelijke scheiding vervalt hoofdelijkheid op voorwaarde
dat 3e hiervan op de hoogte is.
• Hoofdelijkheid vervalt niet voor opvoedingsschulden, zelfs bij
feitelijke scheiding!
§ Bestedingsvolgorde inkomsten.
• Lasten vh huwelijk
• Aanschaf goederen die verantwoord zijn voor de uitoefening
vh beroep.
• Rest: volgens regels secundair huwelijksstelsel.
à Handhaving:
§ Dringende en voorlopige maatregelen art. 223 BW.
• Maatregelen vorderen bij familierechtbank.
• Wnr echtgenoot grovelijk zijn plichten verzuimt en wnr
verstandhouding tss echtgenoten ernstig verstoord is.
§ Nietigverklaring van bepaalde rechtshandelingen wnr deze in strijd zijn
met de belangen vh gezin art. 224 BW.
• Behoud zelfstandigheid: geen ernstig nadeel voor de zedelijke of stoffelijke belangen.
o Vrijheid beroepsuitoefening art. 216, §1 BW.: verzet mogelijk.
o Inning en besteding inkomsten art. 217 BW.
o Opening bankrekening of kluis art. 218 BW.
2
,Naomi Bordon
Hoofdstuk 2: het secundair huwelijksvermogenstelsel
Wettelijk stelsel
Inleiding
Wettelijk stelsel = gemeenschap van aanwinsten à Alles qua inkomen (aanwinsten) wordt
gemeenschappelijk vanaf de dag vh huwelijk. Afwijkingen mogelijk (want aanvullend
gemeenrecht), hiervoor schenkingscontract of huwelijkscontract.
Aanwinsten = “Elke besparing, belegging, wederbelegging van beroepsinkomsten of
vervangingsinkomsten, verkregen vanaf datum van het huwelijk”.
Gevolg:
• Alles wat verbonden is aan huwelijk: gemeenschappelijk =
aanwinsten/huwelijksvermogen.
• Alles wat niet verbonden is aan huwelijk: eigen = niet-aanwinsten/voorhuwelijks
vermogen of schenkingen/erfenissen/testamenten.
§ Let op: afwijkingen in wettelijke regeling!
Samenstelling vermogens/statuut van goederen
Statuut = eigendomsrecht, echter met nuances:
• ¹ Betaling
• ¹ Bestuur
Situering
ß-----------------------------------------------à
Solidariteit autonomie
• Wettelijk stelsel bevindt zich in het midden.
o 2 eigen vermogens
o 1 gemeenschappelijk vermogen
• Scheiding van goederen helemaal rechts.
o 2 eigen vermogens
• Algehele gemeenschap helemaal links.
o 1 gemeenschappelijk vermogen
Principe art. 1405, §2 en art. 1408 in fine BW.
Residuaire gemeenschapskwalificatie = gemeenschappelijk vermogen is een spons à er is
een vermoeden van gemeenschappelijkheid. Als iets niet eigen is, is het automatisch
gemeenschappelijk.
Baten/activa
Eigen vermogen
Eigen door hun oorsprong: art. 1399, 1e lid BW.
• Voorhuwelijkse goederen/tegenwoordige goederen à tijdstip van titel van
eigendomsverkrijging. Ontstaat aanspraak uit:
3
, Naomi Bordon
o Rechtsfeit vb. onrechtmatige daad: aanspraak op de dag vh feit, niet dag vh
vonnis.
o Overeenkomst: aanspraak op de dag sluiten overeenkomst.
o Wet: aansprak vanaf wnr voldaan is aan alle toepassingsvoorwaarden om zich
op wet te kunnen beroepen.
o Uitzondering: anticipatieve inbreng art. 1452, §2 BW.
§ Indien iets verkregen wordt VOOR huwelijk vb. onroerend goed, kan
er in akte van eigendomsverkrijging een verklaring van anticipatieve
inbreng opgenomen worden à na huwelijk valt OG dan in GV.
• Tijdens het huwelijk om niet verkregen goederen/toekomstige goederen (=
verkregen door erfenis, schenking etc.).
o Uitzondering: goederen geschonken aan de echtgenoten samen art. 1405, §1,
3° BW.
Eigen door hun aard:
• Accessoria art. 1400 BW = bijzaken vd hoofdzaak: 7 categorieën.
o Toebehoren eigen goederen of rechten: goederen eigen door natrekking.
§ Vb. grond geërfd (grond is dus eigen) en er wordt op gebouwd met
gemeenschappelijk geld. Als alles afbetaald is wil eigenaar grond
scheiden en beweert dat het zijn huis is.
§ Natrekking = wijze van eigendomsverkrijging: grondeigenaar wordt
eigenaar van goederen die op zijn grond gebouwd worden.
o Het aandeel door één der echtgenoten verkregen in goed waarvan hij reeds
mede-eigenaar is.
§ Vb. partner erft samen met broers 1/3 vh huis, hij gebruikt loon
(gemeenschappelijk) om broers uit te kopen.
o Goederen door zaakvervanging, belegging of wederbelegging van eigen
goederen verkregen.
§ Zaakvervanging à verzekerings- , onteigeningsvergoeding vb. huis dat
je erfde brandt af.
§ Belegging: geld à aankoop goed.
§ Wederbelegging: vervreemding goed à geld à aankoop goed.
• Roerende wederbelegging: vb. auto
• Onroerende wederbelegging vb. garagebox
• Indien meer dan de helft met eigen middelen betaald blijft het
eigen.
• Strikt persoonlijke goederen art. 1401 BW
o Kleren en voorwerpen persoonlijk gebruik vb. foto’s, diploma’s, juwelen etc.
§ Wnr juwelen echter te grote (verzamel)waarde: niet meer gezien als
strikt persoonlijk.
o Literaire, artistieke en industriële eigendomsrechten
§ Titre (recht) ó finance (vermogenswaarde)
• Vb. je schrijft een boek. De auteursrechten (titre) zullen eigen
zijn, maar de inkomsten vh boek (finance) zullen
gemeenschappelijk zijn want dit zijn beroepsinkomsten.
o Recht op herstel persoonlijke lichamelijke of morele schade
§ Titre ó finance
4