Hoofdstuk 5: Herstel
Na beschadiging van weefsels of organen zijn er 2 mogelijke uitkomsten
1. Er treedt herstel op zodanig dat de oorspronkelijke situatie volledig wordt bereikt, zogenaamde
regeneratie
2. De schade wordt zo goed mogelijk hersteld, maar gaat gepaard met fibrose en functieverlies,
zogenaamde reparatie
5.1 Regeneratie
Er zijn 2 essentiële voorwaarden voor herstel:
1. De cellen van het beschadigde weefsel moeten opnieuw aangemaakt kunnen worden
2. Het extracellullaire matrix skelet moet bij de beschadiging intact zijn gebleven
5.1.1 Vernieuwing van cellen: celdeling
Onderscheid tussen celtypes tonen verschillende regeneratieve mogelijkheden:
- Labiele cellen
o Goede mogelijkheid tot regeneratie
o Vb. oppervlakte-epitheelcellen: huid, darm …
- Stabiele cellen
o Delen traag in normale omstandigheden
o Regeneratie mogelijk indien nodig
o Vb. levercellen, renale tubuluscellen
- Permanente cellen
o Weinig of geen regeneratie
o Vb. zenuwcellen, spiercellen
5.1.2 Vernieuwing van cellen: stamcellen
Cellen die verloren zijn door beschadiging worden vervangen door ‘pool stamcellen’. Deze zijn per orgaan
aanwezig in meer of mindere mate, in de spieren zijn dat de satellietcellen.
Wanneer stamcellen tijdens de mitose delen, kan 1 dochtercel zich gaan differentiëren naargelang de noden
van het beschadigd weefsel. De andere dochtercel heeft gewoon de stamcel zijn karakteristieken.
Ze zijn gelegen in specifieke locaties van weefsels:
- Huid: tegen de basale laag
- Darm: in bodem van de crypten
- Lever: tussen hepatocyten en galwegen
- Beenmerg
Als stamcellen stuk gaan (bv. door bestraling) is weefselherstel is gecompromitteerd. Het kan ook zijn dat de
dochtercel mutaties ondergaat en daarbij beschadigd wordt, wat kan leiden tot neoplasie (kanker).
5.1.3 Belang van extracellulaire matrix bij herstel
- Een aantal cellen hebben basale membraan
o Bestaat o.a. uit collageen 4, laminine
o Dient als filter, anker en oppervlak om cellen te geleiden
o Vb. Schwanncellen rond perifere zenuw
- Tijdelijke matrix
o Bestaat uit proteïnes, plasma en weefsel dat vrijkomt op plaats van het letsel (hyaluronzuur,
tenascine, fibronectine, fibrinogeen, fibronectine, vitronectine
o Stoppen bloed en vochtverlies, geleiden
1
, - Stromale matrix (bindweefselmatrix)
o Bindweefsel bevat zowel cellen als extracellulaire matrix
o Veel collageenmolecules, afhankelijk van type weefsel
o Daarnaast elastine, fibrilline, glycosaminoglycanen, proteoglycanen…
o Steunweefsel, moduleren celcontacten, leveren voedingstoffen aan…
5.1.2 Volledig herstel
Ook al verliest een weefsel zoals de huid een groot deel van zijn labiele cellen, deze kan alsnog volledig herteld
worden.
1. Epidermis (paars) is beschadigd over een beperkte oppervlakte
2. Er zijn cellen die bij de beschadiging nog intact zijn gebleven en zich in
de haarschaft en zweetklier bevinden. Deze cellen gaan zich
vermenigvuldigen en profileren om het beschadigde oppervlak te
herstellen
3. Er vormt zich “scrab”: een fibrinelaagje dat het epidermis beschermd
terwijl het groeit over het beschadigde oppervlak
4. Uiteindelijk zal het epidermis zich volledig heropbouwen en
herstellen
Dit principe wordt ook toegepast bij ‘split skin grafts’
Het epidermis (= opperhuid) wordt verwijderd bij een donor(plaats). De huidanexen blijven wel achter bij de
donor om daar een goed herstel te hebben.
5.2 Organisatie
Organisatie is het proces waar gespecialiseerd weefsel wordt hersteld
- Reparatie van gespecialiseerd weefsel gebeurt via fibreus litteken
- Eerst ontstaat granulatieweefsel en het verwijderen van dood weefsel door fagocytose
5.2.1 Granulatieweefsel
Granulatieweefsel is een reparatiefenomeen, wanneer een complex weefsel beschadigd is en niet kan hersteld
worden, komt er een reparatieproces op gang:
- Er ontstaan capillairen met myofibroblasten op de plaats van de wonde
- Vaak ontstaan er in de wonden ook ontstekingscellen
- Het gevormde granulatieweefsel kan zorgen voor actieve contractie waardoor de wondgrootte al
kleiner wordt, leidt soms tot strictuur
2