GEZINSSOCIOLOGIE EN PEDAGOGIEK
DEEL 1: INLEIDING – WAT IS GEZINSPEDAGOGIEK?
De ontwikkeling van het kind is het resultaat van voortdurende interacties tussen het
kind en de context waarin het kind opgroeit. Opvoeding is geen exacte wetenschap,
maar is zoals een dynamisch systeem van wederzijdse beïnvloeding (zowel kind als
opvoeder veranderd in de loop van de interactie).
Het gezin kent drie gezinstijdsperken:
Het pre-industrieel gezin (voor industriële revolutie): kinderen waren werkcollega’s om te
kunnen overleven, ze gingen mee op het veld en dus mee op de arbeidsmarkt. Kinderen
moesten trouwen met diegene die een goed stuk grond hadden, op deze manier hadden
zij ook een goed stuk grond.
- Functionele relaties
- Onderneming
Het modern gezin (vanaf het begin van de 19e eeuw): er waren klassenverschillen, de
burgerij wilde de arme gezinnen elimineren. Hierdoor besloten ze de kinderarbeid af te
schaffen, niet om de kinderen te beschermen, maar om de armen uit de samenleving te
krijgen. Burgerlijke vrouwen verenigen zich aangezien ze de kinderen wél wilden
beschermen. Hierdoor ontstonden bewaarplaatsen (opvang na ontsmetting kind en via
doorgeefluik). Wet leerplicht vanaf 1969.
- Emoties en affectie
- Kind meer centraal
Het postmodern gezin (vanaf de jaren 60/70 en dus 20e eeuw): sinds de 20e eeuw
evolueerde het gezin in een onderhandelingsgezin. Er ontstonden gelijke rechten en
plichten en er ontstonden nieuwe samenstellingen binnen het gezin. Het aantal
echtscheidingen begon enorm te stijgen, maar het gezin blijft het primair
opvoedingsmilieu. De moeder is verantwoordelijk voor het welzijn van de kinderen en
onderhandelen wordt de norm. Ook de vader wordt zichtbaarder.
- Privatisering: organisatie/bedrijf van de overheid wordt verkocht aan particuliere
sector
- Individualisering: mensen staan als individu in plaats van als groep in de
samenleving
Het gezin als hoeksteen van de samenleving? Een traditioneel gezin is een moeder en
vader met enkele kinderen. Verdwijnt dit als ideaalbeeld? Wordt gezin minder belangrijk
in samenleving? Het maatschappijbeeld zegt dat kinderen nog altijd best opgroeien in
het gezin, maar ondertussen is er nog nooit zo’n grote variatie aan gezinsvormen
geweest. Dit betekent dat vandaag de dag het gezin nog altijd de hoeksteen is van de
samenleving en van primair belang.
Het EVS onderzoek (European Values Study) heeft bovenstaande onderzocht en
concludeerde:
- Het is belangrijk om thuis te leren (gehoorzaamheid, hard werken,
onzelfzuchtigheid)
- Het is geen plicht om van ouders te houden en te respecteren als ze het niet
verdienen
- Een huisvrouw zijn geeft net zoveel voldoening als een betaalde baan
- Vaders zijn net zo geschikt om voor kinderen te zorgen als moeders
- Een succesvol huwelijk = redelijk inkomen, kinderen, niet bij schoonouders wonen
KORTE GESCHIEDENIS
Pedagogiek is een aparte academische discipline sinds de 20e eeuw. Het is ontstaan uit
de behoefte om de ontwikkeling van kinderen te begrijpen en om kinderen te begeleiden
tot goed functionerende volwassenen. Na WO2 komt de pedagogiek steeds meer los van
,GEZINSSOCIOLOGIE EN PEDAGOGIEK
zijn filosofische basis en ontwikkelt zich verder tot een zelfstandige discipline waarin
empirisch-wetenschappelijk onderzoek belangrijker werd.
De hedendaagse/moderne pedagogiek bestudeert de opvoeding en ontwikkeling van alle
kinderen en jongeren, en van volwassenen in een afhankelijkheidsrelatie. Pedagogiek
heeft een continuüm van gezinspedagogiek (normale ontwikkeling kinderen en
opvoedingscontexten) tot orthopedagogiek (opvoeding in problematische situaties).
Het systematisch kijken naar opvoeding:
Er zijn verschillende zaken die invloed hebben binnen gezinnen. Opvoeden gaat verder
dan de relatie tussen ouder en kind en opvoeding is deel van een groter systeem. Er zijn
vier modellen om systematisch te kijken naar opvoeding:
1. Het sociaalecologisch model van Bronfenbrenner:
Ontwikkeling van het kind zal beïnvloed worden door in de eerste plaats familie en gezin
(rijke invloed), nadien school en ouders en zo verder. Rechtstreeks invloed op het kind is
het microsysteem. De andere systemen gaan via een ander systeem en dus niet
rechtstreeks.
Chronosysteem betekent dat alles kan veranderen. Van zodra er één element veranderd,
veranderen de andere ook. Een gemakkelijk voorbeeld is de coronaperiode, waarbij de
ontwikkeling en gedrag van kinderen anders was door de tijdsperiode. Het is dus een
dynamisch systeem. Chronosysteem is nurture, de tijd heeft invloed op de ontwikkeling
en gedrag van kinderen zoals ook onder andere oorlog, vrede, etc.
De omgeving speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling en het gedrag van kinderen:
- Focus op ruimere omgeving (niet enkel naar ouders kijken)
- Ontwikkeling is de wederzijdse en voortgaande aanpassing tussen kind en
omgeving
- Concentrische cirkels (cirkels die uitweiden en groter worden/van buiten naar
binnen)
Microsysteem: het kind en zijn dichte omgeving
- Fysieke en materiële aspecten
- Sociale aspecten: elk systeem waar kinderen vaste gesprekspartners hebben
- Voorbeeld: inrichting huis, mooie/arme buurt, hoe zijn de rollen thuis verdeeld?
Mesosysteem: de verschillende microsystemen én hun onderlinge relaties
- Onderlinge relaties
o Kwaliteit: goede of slechte relatie tussen kinderopvang en ouders
o Frequentie: wordt er vaak overlegd over het kind of niet?
o Waardering: van de relatie, bijvoorbeeld relatie grootouder en
kinderopvang
- Examenvraag: welke 3 zaken kunnen onderlinge relaties beïnvloeden?
, GEZINSSOCIOLOGIE EN PEDAGOGIEK
Exosysteem: formele en informele structuren rondom het gezin
- Het werk van ouders (elke avond laat vergaderen)
- Sociaal netwerk van het gezin (kind maakt niet deel uit van netwerk ouders)
- Etnische of religieuze gemeenschap (opvoeding ouders)
- Buurt waarin het gezin woont
Macrosysteem: cultuur = beleidsmakend. Sociologie en pedagogie hangen dus samen,
de sociale context speelt dus een grote rol en pedagogie is dus niet enkel een ouder-kind
relatie.
2. Het balansmodel van Bakker en Bakker
Draagkracht:
- Verzameling van vaardigheden waarmee opvoeders en kinderen de draaglast
aankunnen
- Beschermende factoren verhogen en risicofactoren verlagen
Draaglast:
- Verzameling van taken waar opvoeders en kinderen aan tegemoet moeten komen
- Risicofactoren verhogen en beschermende factoren verlagen
Het is de bedoeling om te zoeken naar een balans tussen draagkracht en draaglast. Het
is een samenspel van risico- en beschermende factoren. Factoren op micro-, meso- en
macroniveau:
Microniveau:
- Kindfactoren: intelligentie, intelligentieproblemen, vroeggeboorte
- Ouderfactoren: gezondheid ouder, positieve opvoedingsgeschiedenis, ziekte,
verslaving
- Gezinsfactoren: stabiel gezin, veel/weinig ruzie, parentificatie (EX!)
Mesoniveau:
- Sociale gezinsfactoren: opvang door ruimere familie, sterke familiebanden
- Sociale buurtfactoren: lentekuis waar kinderen op straat spelen, goed onderwijs
Macroniveau:
- Sociaaleconomische gezinsfactoren: leef je in armoede, hoog inkomen,
kansarmoede
- Culturele factoren: andere taal, andere waarden en normen, minderheidsgroepen
- Maatschappelijke factoren: ecologische crisis, open samenleving, stabiel klimaat
3. Het procesmodel van Belsky
Ouderlijk functioneren: kind, ouder en sociale omgeving. Het opvoedgedrag van ouders
wordt beïnvloed door 6 factoren: kind kenmerken, huwelijksrelatie, persoonlijkheid van
de ouders, werk van ouders, de ontwikkelingsgeschiedenis en hun sociaal netwerk.
Bijvoorbeeld: een kind dat nood heeft aan regels en structuur = ouders moeten hun
opvoeding aanpassen en kunnen niet voor hun vrije en losse opvoeding kiezen zoals ze
hadden gewenst. Het model van Bakker en Bakker is een goede aanvulling zodat er kan
gekeken worden naar draaglast en draagkracht.
4. Het model van Hellinckx