JURIDISCHE ASPECTEN
RUIMTELIJKE ORDENINGS- EN OMGEVINGSRECHT
Les 1
EXAMEN
- Je mag alles gebruiken op papier
- Leerstof toepassen, niet letterlijk
- 3 casussen oplossen + mondelinge verdediging
- Bv In de huid kruipen van een ambtenaar die een aanvraagformulier krijgt, zeggen wat er
moet gebeuren met dat formulier (wat kan, wat niet, welke voorwaarden…)
- Bv hoe je iets moet tegenhouden
- Bv projectontwikkelaar helpen, ondervindt tegenkanting wij moeten hem dan helpen en
advies geven
Inleiding
0.1 Historische panorama
Steve Stevaert, Dirk van Mechele, Joke Schauvlieghe, Zuhal Demir
0.2 Recente ontwikkelingen
- Omgevingsvergunning
- Beleidsplan ruimte
- Complexe projecten: heel ingewikkeld projecten bv noord-zuid verbinding in Hasselt,
uitbreiding van de haven van Zeebrugge, uitbreiding haven Antwerpen, Brokkelbrug in Gent-
Brugge
- Codextrein: men koppelt er wat wagonnetjes aan
- Bouwshift (=betonstop): in 2040 minder open ruimte innemen en bewuster doen
0.3 Ruimtelijk beleid algemeen
Manier waarop de ruimtelijke plannen en beleid wordt vormt gegeven zoals de foto onderaan
(niet zoals linksboven, hokjes)
Belangrijk dat men de zaken tezamen legt
0.4 Structuurplannen en beleidsplannen
Elke gemeente heeft een eigen structuurplan, zou moeten transformeren naar nieuwe
beleidsplannen
0.5 Plannen van aanleg en rups
Plannen van aanleg van de jaren 70, oude plannen en die in de praktijk nog heel veel gebruikt
worden
Er is maar 20% van de gronden waarbij een rup gebruikt wordt
0.6 Actief overheidsingrijpen
Bedoeling dat de plannen omgezet worden in de praktijk
Grond en pandenbeleid: voor sociale woningen, voor jonge mensen… zorgen ervoor dat iedereen
een eigen woning kan hebben en aan een goede prijs, ook huren
0.7 Stedenbouwkundige verordeningen
Zijn wetgevende teksten bv over publiciteitsinrichtingen (reclamepanelen),
hemelwaterverordening een grote regenwaterput steken bij bouwen of verbouwen, vlaamse
gewestelijke verordening waarbij nutsleidingen en internet allemaal samen moeten worden
gestoken
1
,0.8 Vergunningen
‘omgevings’vergunning, niet meer ‘bouw’vergunning
0.9 Omgevingsvergunningsprocedure
Soms krijg je ze niet en kan je proberen op een hoger niveau ze te krijgen
Je krijgt de vergunning en ze wordt tegengehouden door een buur of iemand anders
Belangrijke stappen: openbaar onderzoek, project mer, adviezen…
0.10 De ‘goede ruimtelijke ordening’
In planvoorschriften staat nooit alles in gereglementeerd, naast het toepassen vd
planvoorschriften en de uitzonderingsvoorschriften dan heb je de ‘goede ruimtelijke
ordening’
0.11 Zonevreemdheid
0.12 Raad van state
Heeft het laatste woord in belangrijke dossiers
0.13 Planschade/planbaten
De realiteit die iedereen ondervindt wanneer er een plan wordt opgemaakt en de overheid
zegt zo of zo mag je het doen, en plots zegt de overheid dat het toch niet meer kan. Twee
opties: plan laten vernietigen (bij de raad van state) of je kan planschade aanvragen (soort
van schadevergoeding die je krijgt omdat het plan nu toch niet meer door kan gaan)
omgekeerd planbaten: de grond wordt meer waard, maar moet je een deel van de
meerwaarde afstaan aan de overheid
0.14 Handhaving
Mensen die dingen uitvoeren die niet mogen, zaken realiseren waar geen vergunning voor is,
bestraffen of afschrikkend effect zodat Vlamingen er niet op komen om die overtreding te
doen (bv boete betalen, meerwaarde betalen, afbreken in slechtste geval)
0.15 Informatie
Bronnen waar je info kan vinden, aan het loket, gemeentebestuur, digitaal (omgevingsloket,
inzamelloket), rond de tafel te gaan zitten met alle betrokken actoren van het project
0.16 Ander omgevingsrecht
Vlarem, onroerend erfgoed, trage wegen, zonevreemde bossen, natura (natuurwetgeving),
veel handelszaken langs de wege
2
,Inhoudsopgave
1. HISTORISCH PANORAMA............................................................................................................................ 7
1.1. Wet 29 maart 1962.......................................................................................................................................7
1.2. Decreet 18 mei 1999......................................................................................................................................7
1.3. 1999-2009: 10 jaar liberaal beleid (Dirk van Mechelen)...............................................................................8
1.4. 2009: Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.................................................................................................8
1.5. Consolidatie 2009-2014.................................................................................................................................8
1.6. “Omgevingsminister” 2014-2019..................................................................................................................8
1.7. Minister Zuhal Demir 2019-…?......................................................................................................................9
2. RECENTE ONTWIKKELINGEN....................................................................................................................... 9
2.1. Uitrol ‘beleidsplannen ruimte’.......................................................................................................................9
2.2. Codextrein per 1 januari 2018.......................................................................................................................9
2.3. Bouwshift tegen 2040....................................................................................................................................9
2.4. Complexe projecten.......................................................................................................................................9
2.5. Vlaamse bestuursrechtspraak.......................................................................................................................9
2.6. Nieuw handhavingsdecreet.........................................................................................................................10
2.7. Instrumentendecreet 26 mei 2023..............................................................................................................10
2.8. Decreet woonreservegebieden 26 mei 2023...............................................................................................10
2.9. Andere werven in opbouw...........................................................................................................................10
3. RUIMTELIJK BELEID-ALGEMEEN................................................................................................................ 10
3.1. Ruimtelijk beleid moet kaderen in het “algemeen belang”.........................................................................10
3.2. Artikel 1.1.4 Codex.......................................................................................................................................12
3.3. Artikel 1.1.4 Codex: Leefmilieu................................................................................................................12
3.4. Artikel 1.1.4 Codex: Leefmilieu – Plan MER............................................................................................13
3.5. Artikel 1.1.4 Codex: Cultuur....................................................................................................................15
3.6. Artikel 1.1.4 Codex: Economie................................................................................................................16
3.7. Artikel 1.1.4 Codex: Esthetische aspecten..............................................................................................16
3.8. Artikel 1.1.4 Codex: Sociale doelstellingen.............................................................................................16
3.9. Artikel 1.1.4 Codex..................................................................................................................................17
4. STRUCTUURPLANNEN EN BELEIDSPLANNEN RUIMTE................................................................................18
4.1. Ruimtelijke structuurplannen......................................................................................................................18
4.2. Beleidsplannen ruimte.................................................................................................................................19
5. PLANNEN VAN AANLEG EN RUP’S............................................................................................................. 20
5.1. Plannen algemeen.......................................................................................................................................20
5.1.1. Hebben bindende en “verordenende” kracht......................................................................................20
5.1.2. Planniveaus...........................................................................................................................................21
5.1.3. Opmaakprocedure RUP........................................................................................................................21
5.2. Plannen – RUP’s...........................................................................................................................................22
5.2.1. Voorschriften RUP’s..............................................................................................................................22
5.2.2. Interpretatietechnieken stedenbouwkundige voorschriften...............................................................23
5.2.3. Rechtszekerheid vs. flexibiliteit............................................................................................................26
3
, 5.3. Plannen – Voorschriften..............................................................................................................................27
5.3.1. Van “oud” naar “nieuw”.......................................................................................................................27
5.4. Plannen – Gewestplannen...........................................................................................................................27
5.4.1. Woongebied.........................................................................................................................................31
5.4.2. Woongebied met landelijk karakter.....................................................................................................32
5.4.3. Woongebied met cultureel, historisch en/of esthetisch karakter.......................................................33
5.4.4. Woonuitbreidingsgebieden..................................................................................................................33
5.4.5. Woonpark.............................................................................................................................................34
5.4.6. Industriegebied/ bedrijventerrein........................................................................................................34
5.4.7. Gebied voor ambachtelijke bedrijven en KMO’s..................................................................................35
5.4.8. Bufferzone............................................................................................................................................35
5.4.9. Agrarisch gebied...................................................................................................................................36
5.4.10. Landschappelijk waardevol (agrarisch) gebied..................................................................................37
5.4.11. Groengebied – Natuurgebied – Natuurreservaat..............................................................................38
5.4.12. Parkgebied..........................................................................................................................................38
5.4.13. Bosgebied...........................................................................................................................................39
5.4.14. Recreatiegebied.................................................................................................................................39
5.4.15. Gebied voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen.........................................................39
5.4.16. Dienstverlening...................................................................................................................................40
5.4.17. Waterwinningsgebied........................................................................................................................40
5.4.18. Ontginningsgebieden.........................................................................................................................40
5.4.19. Infrastructuur.....................................................................................................................................41
5.4.20. Reservatie- en erfdienstbaarheidsgebied..........................................................................................41
5.4.21. Watergevoelig openruimtegebied (WORG).......................................................................................41
5.4.22. “Aanvullende” gewestplanvoorschriften...........................................................................................41
5.5. APA’s en BPA’s.............................................................................................................................................42
5.6. Planhiërarchie..............................................................................................................................................42
5.6.1. RUP vs plan van aanleg (belangrijke thema!).......................................................................................42
5.6.2. RUP vs ander RUP.................................................................................................................................43
5.6.3. Plan van aanleg vs ander plan van aanleg............................................................................................44
6. STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENINGEN...............................................................................................45
6.1. Stedenbouwkundige verordeningen............................................................................................................45
6.2. Gewestelijke stedenbouwkundige verordening...........................................................................................46
7. Overheidsinstrumentarium...................................................................................................................... 46
7.1. Decreet grond- en pandenbeleid 27 maart 2009........................................................................................46
7.2. Onteigeningsdecreet 24 februari 2017........................................................................................................48
7.3. Recht van voorkoop.....................................................................................................................................50
7.4. Rooilijnendecreet 8 mei 2009......................................................................................................................50
7.5. Landinrichtingsdecreet 28 maart 2014.......................................................................................................51
8. VERGUNNINGEN...................................................................................................................................... 52
8.1. Algemeen (EX)..............................................................................................................................................52
8.1.1. Kenmerken omgevingsvergunning.......................................................................................................52
8.2. Vergunningsplicht........................................................................................................................................54
8.2.1. Omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen..........................................................54
8.2.2. Omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden...................................................................57
8.2.3. Meldingsplicht voor stedenbouwkundige handelen............................................................................58
8.3. Geldigheidsduur vergunningen....................................................................................................................58
8.3.1. Stedenbouwkundige handelingen........................................................................................................58
4
, 8.3.2. Verkavelen van gronden (EX) (vraag nog eens aan Kato)....................................................................59
8.3.3. Vrijwillige “bijstelling” omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden...............................59
8.3.4. Gedwongen “bijstelling” omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden...........................60
8.3.5. Speciaal regime voor “oude” verkavelingen........................................................................................60
8.3.6. Verzaken aan/ afstand doen van omgevingsvergunning.....................................................................60
9. OMGEVINGSVERGUNNINGSPROCEDURE..................................................................................................61
9.1. Algemeen.....................................................................................................................................................61
9.2. Vooroverleg – projectvergadering...............................................................................................................61
9.3. Aanvraag.....................................................................................................................................................61
9.4. Openbaar onderzoek...................................................................................................................................63
9.5. Adviezen.......................................................................................................................................................64
9.6. Beslissing.....................................................................................................................................................65
9.7. Bestuurlijk beroep........................................................................................................................................65
9.8. Jurisdictioneel beroep..................................................................................................................................66
10. DE “GOEDE RUIMTELIJKE ORDENING” INHOUDELIJKE VERGUNNINGSCRITERIA ......................................68
10.1. Algemeen...................................................................................................................................................68
10.2. De “goede ruimtelijke ordening”...............................................................................................................68
10.3. Ligging aan uitgeruste weg.......................................................................................................................69
10.4. Gemeentelijke wegenis..............................................................................................................................69
10.5. Voorwaarden en lasten.............................................................................................................................69
10.6. Fasering.....................................................................................................................................................69
11. ZONEVREEMDHEID................................................................................................................................. 69
11.1. Algemeen...................................................................................................................................................69
11.2. Handelingen van algemeen belang...........................................................................................................70
11.3. Decreet complexe projecten 25 april 2014................................................................................................70
11.4. “Beperkte” afwijkingen..............................................................................................................................70
11.5. Zonevreemde “basisrechten”....................................................................................................................71
11.6. Zonevreemde functiewijzigingen...............................................................................................................72
11.7. Zonevreemd exploiteren............................................................................................................................73
11.8. Zonevreemd onroerend erfgoed................................................................................................................73
11.9. Zonevreemde overmacht...........................................................................................................................73
11.10. Zonevreemde natuur- of landschapsbevorderende ingrepen.................................................................74
11.11. Zonevreemd recreatief of sociaal-cultureel medegebruik.......................................................................74
11.12. Zonevreemde “lawaaisporten”................................................................................................................74
11.13. Zonevreemde “afwerkingsregel”.............................................................................................................74
11.14. Zonevreemde weekendverblijven............................................................................................................75
12. RAAD VAN STATE................................................................................................................................... 75
12.1. Algemeen...................................................................................................................................................75
5
, 12.2. Annulatieprocedure voor plannen.............................................................................................................75
12.3. Cassatieprocedure voor vergunningen......................................................................................................76
13. PLANSCHADE/PLANBATEN..................................................................................................................... 76
13.1. Algemeen...................................................................................................................................................76
13.2. Planschade.................................................................................................................................................77
13.3. Planbaten...................................................................................................................................................78
13.4. Toekomst...................................................................................................................................................78
14. HANDHAVING........................................................................................................................................ 78
14.1. Algemeen...................................................................................................................................................78
14.2. Het vraagstuk van de verjaring.................................................................................................................79
14.3. Stedenbouwkundige misdrijven.................................................................................................................79
14.4. Stedenbouwkundige inbreuken.................................................................................................................80
............................................................................................................................................................................80
14.5. Preventie stillegging handelingen.............................................................................................................81
15. INFORMATIE.......................................................................................................................................... 81
15.1. Onroerende transacties.............................................................................................................................81
15.2. Gemeentelijke overheid.............................................................................................................................81
15.3. Stedenbouwkundig attest..........................................................................................................................81
16. ANDER OMGEVINGSRECHT..................................................................................................................... 82
16.1. Omgevingsvergunning milieu (voor een ingedeelde inrichting of activiteit)............................................82
16.2. Onroerend erfgoed....................................................................................................................................82
16.3. Natuur........................................................................................................................................................83
16.4. Bos.............................................................................................................................................................84
16.5. Water.........................................................................................................................................................84
16.6. Natuur- en milieuverenigingen..................................................................................................................85
16.7. Buurtwegen...............................................................................................................................................85
16.8. Ruimtelijke economie................................................................................................................................85
16.9. Handelsvestigingen....................................................................................................................................85
16.10. Eerlijke marktpraktijken..........................................................................................................................86
16.11. Vlaamse Codex Wonen............................................................................................................................86
6
,1. HISTORISCH PANORAMA
1.1. Wet 29 maart 1962
o Wet op de Stedenbouw
o “Plannen van aanleg”
o Begin van overal planvoorschriften voor ieder lapje grond, voorschriften
o Bouwvergunning, verkavelingsvergunning ingevoerd
o Santioneringsmechanisme
o KB 1972 betreffende gewestplannen
o Opmaak gewestplannen 2de helft jaren 70 (alles had vanaf toen een bestemming)
o Vlaanderen bevoegd vanaf 1980 => Vlaamse bevoegdheid
o “Minidecreet” 1984
Mini omdat er oorspronkelijk een maxi decreet was, er werden een aantal
zonevreemde mogelijkheden gecreëerd
Lintbebouwing ontstond (er was al wat in de jaren 50, maar nu werd het
extreem)
o Nooddecreet 1993
Noodrem
o Planningsdecreet 1996 (structuurplanning)
1.2. Decreet 18 mei 1999
o RUP’s ipv plannen van aanleg
RUP’s meer op lokale niveau en intermediair niveau
Momenteel nog bijna geen RUP’s gehanteerd, slecht 20% (de gewestplannen
worden nog altijd het meest gebruikt)
o ‘Responsabilisering’ lokale overheden
o Modernisering vergunningsprocedure
o Planbaten tov planschade
Planbaten werd ingevoerd
Planschade bestond al sinds ‘62
7
, o Streng handhavingsbeleid decretaal verankerd
Als iemand een overtreding doet, moet die hard aangepakt worden
1.3. 1999-2009: 10 jaar liberaal beleid (Dirk van Mechelen)
o 2001-2002: zonevreemde zomerdecreten
o ‘Verjaringsdecreet’ 2003
Wnnr iemand een bouwovertreding heeft, en het na een tijd verjaard is dus
men kan er niet meer voor bestraft worden
Na 5 jaar verjaring
o Snelle opeenvolging van ‘reparatiedecreten’ (“libido legiferandi”)
1.4. 2009: Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
o Bijsturing (versoepeling) planningslogica
o Poging tot ‘updating’ gewestplanvoorschriften
Mislukt (zie later)
o Link met grond- en pandendecreet
Meer betaalbare en sociale woningen
De private bouwsector moest hierin een actieve rol spelen
(Dirk van Mechelen ging dit gaan navragen bij advocaten of dit wel moest,
want hij was hier geen voorstander van.)
o Aanzet aangepaste regeling voor ‘strategische projecten’
o (Opnieuw) grondige herwerking vergunningsprocedure
1.5. Consolidatie 2009-2014
o Inwerkingtreding Codex per 01/09/1009 met nieuwe minister
Philippe Muyters
o Verderzetten traditie “reparatiedecreten”
o Operationele problemen met pas opgerichte RvVb
o Deelse vernietiging grond- en pandendecreet via HvJ EU (hof van justitie) en GwH
(grondwettelijk hof)
1.6. “Omgevingsminister” 2014-2019
o Eerste omgevingsminister: Joke Schauvlieghe
o Ruimte+ leefmilieu = ”omgeving”
o Stedenbouwkundige (en verkavelings)vergunning + milieuvergunning =
omgevingsvergunning
o Decreet 25 april 2014 omgevingsvergunning pas (volledig) in werking op 1 januari
2018
o Digitalisering (‘omgevingsloket’)
8
,1.7. Minister Zuhal Demir 2019-…?
o Grote uitdagingen
=> Energiecrisis (kernuitstap, gascentrales…)
=> Klimaatbeleid
=> PFOS/PFAS
=> Stikstof- (PAS: programmatische aanpak stikstof), fijn stof- en CO2-
problematiek
=> Bomen, bomen, bomen… Hoe meer hoe beter
=> Bouwshift 2040
2. RECENTE ONTWIKKELINGEN
2.1. Uitrol ‘beleidsplannen ruimte’
o Opvolgers van ruimtelijke structuurplannen
o ‘Slanker’ en minder hiërarchisch
o ‘BRV’, na ‘groenboek’ en ‘witboek’
o Rechtsgrond in codextrein
2.2. Codextrein per 1 januari 2018
o In de markt gezet als wegbereider voor BRV
o Focus op ‘ruimtelijk rendement’ en ‘vereenvoudiging’
o Aantal onderdelen inmiddels vernietigd door GwH
2.3. Bouwshift tegen 2040
o Rapport “taskforce bouwshift” => conceptnota bouwshift februari 2022
o Bebouwing meer concentreren in ‘kernen’ en daarbuiten open ruimte beschermen
o ‘Haalbaar een betaalbaar’
2.4. Complexe projecten
o Decreet 25 april 2014
o Van ‘sneller = beter’ naar kwalitatiever planproces
o Overlegmodel
o Uitbreiding haven Zeebrugge, N-Z Limburg, containercapaciteit Antwerpse
Waaslandhaven, omgeving ‘brokkelbrug’, Gent-Brugge…
2.5. Vlaamse bestuursrechtspraak
o RvVb (raad van vergunningsbetwistingen) geïntegreerd in “DBRC”
9
, o Meer rechters, meer ondersteunend personeel
o Inmiddels ook bevoegd gemaakt voor omgevingsvergunningen en onteigeningen
2.6. Nieuw handhavingsdecreet
o Afzonderlijk decreet 25 april 2014
o Verschuiving naar bestuurlijke handhaving
Bestuurlijke geldboetes, het geld gaat naar Vlaanderen
o Model: milieuhandhaving
o In werking sinds 1 maart 2018
2.7. Instrumentendecreet 26 mei 2023
o Vooral ‘eerlijker’ vergoedingssysteem (van planschadevergoeding naar
eigenaarsvergoeding)
o Betaalbaarheid?
o Gewenste bouwshift?
2.8. Decreet woonreservegebieden 26 mei 2023
o = Gebieden waar men in de verre toekomst mss nog woongebieden van kan maken
o Na decennia zoeken en niet vinden, eindelijk regeling voor
woonuitbreidingsgebieden
o Stolp op gezet
2.9. Andere werven in opbouw
o Regeling voor zonevreemde bossen
o Stikstofdecreet en ‘programmatische aanpak stikstof’
Les 2
3. RUIMTELIJK BELEID-ALGEMEEN
3.1. Ruimtelijk beleid moet kaderen in het “algemeen belang”
o Geen eenduidig ‘algemeen belang’
NIMBY (= NVEA, Niet in mijn Voor- en Achtertuin) en BANANA (Built
Absolutely Nothing Near Anyone) bemoeilijken ruimtelijk beleid.
Meer groen vs meer welvaart (eg leegloop van jeugd dus economie boosten,
ruimte voor ondernemen. Eg meer bouwgrond ter beschikking stellen bij
hoge woningprijzen).
Reactie tegen ‘antidemocratie’, we kunnen geen rekening houden met
enkelingen. 1 tegen allen, soms geen protest. Mind your own bussiness.
VB: Scoutslokaal
10