INSTRUCTIEPSYCHOLOGIE EN -TECHNOLOGIE
INLEIDING: MAATSCHAPPELIJKE INBEDDING VAN LEREN EN ONDERWIJZEN
• Maatschappij = voortdurend in verandering
o Industrialisatie + verstedelijking 2de helft 19de eeuw -> versnelling = modernisering
▪ Grote invloed op maatschappij + instituties daarbinnen
▪ Kenmerken van modernisering
• Rationaliteit
• Afnemende rol geloof -> secularisering
• Democratisering
• Continu streven naar vernieuwing, verandering & verbetering
• Individualisering
• Geïndustrialiseerde maatschappij
• Belangrijke rol voor wetenschap
• Belangrijke rol voor technologie
• Beheersing natuur & samenleving door wetenschap en technologie
o 2de helft 20ste eeuw: veel maatschappelijke veranderingen (het doel, aard en context
hebben gewijzigd)
KENNISEXPLOSIE EN VEROUDERDE KENNIS
• De huidige maatschappij gekenmerkt door enorme explosie van kennis en versnelde
veroudering van bestaande kennis
o Kennisexplosie -> niet volgens rekenkundige reeks (1,2,3,4,..), maar volgens
meetkundige reeks (2,4,16,..)
o Snel verouderende kennis
▪ Snel + veel nieuwe inzichten op vele terreinen! = voortdurend oudere/ vroegere
gegevens op de helling zetten
• Onderwijs = voorbereiden om de maatschappij van morgen en niet vandaag:
o Nieuwe permanente keuzes maken over wat we als essentieel kennis en vaardigheden
beschouwen
▪ Inhoud van onderwijs constant herdacht moet worden wat op dat moment als
relevante cultuurinhouden en instrumentele vaardigheden zijn.
o Leraar = niet meer de persoon die van alles van zijn vakgebied weet + alle andere
professioneel competenties naast bezitten ban basiskennis = belangrijk
o Mensen moeten op alk moment in staat zijn om snel en efficiënt info te vinden + kennis
en vaardigheden op te bouwen.
KRITIEKEN
Leerlingen moeten voorbereid worden om steeds nieuwe kennis en vaardigheden op te bouwen
• Geleid tot over beklemtonen van die infoverwerkings-, probleemoplossingen-, leer en
communicatievaardigheden
o ten koste van inhoudelijke kennis en vaardigheden
• pleiten voor herwaardering van kennis in het onderwijs
o niet willekeur, tijdsgebonden en vluchtige informatie
• discussie over waar onderwijs klemtoon op dient te leggen:
1
, o systematische bijbrengen van kennisstructuren en elementaire instrumentele
vaardigheden
o geven van ruimte aan leerlingen om denk- en probleemoplossings-, leer- en
communicatievaardigheden te ontwikkelen
• oplossing:
o goed gebalanceerd & geïntegreerde kennis- en vaardigheidsgeoriënteerd onderwijs
o onmisbare waarden negeert en leerlingen uitrust met algemene vaardigheden
INFORMATISERING EN TECHNOLOGISERING
• enorm reservoir van kennis + wordt makkelijk en snel wereldwijd verspreid
• informatisering, communicatie en kennis beïnvloeden elkaar sterk = kennismaatschappij
o nieuwe maatschappij = werkelijke bron van welvaar -> kennis!
o Is als sinds de verlichting
WAT IS ER DAN NIEUW?
• Kennismaatschappijen blijven niet langer beperkt tot geografische nabijheid
• Mogelijkheden voor het bewaren, verdelen en terugvinden van kennis zijn enorm toegenomen
• Overlevingskans van een maatschappij hangt af van menselijk kapitaal
BETEKENIS VOOR HET ONDERWIJS
• voorbereiden van jongeren op de kennismaatschappij = goede invulling van vakken als
technologie & informatica
o + verwerven van inzicht, beperkingen, de kansen en risico’s
• Alles aspecten van het schoolgebeuren worden erdoor beïnvloed
GLOBALISERING, INTERNATIONALISERING, MONDIALISERING
Oorspronkelijk:
• Globalisering = economische globalisering: proces van voortschrijdende integratie van de
wereldeconomie, waarbij handel tussen landen als maar uitbreidt en meer verstrengeld geraakt
Nu:
• Trendbreuk: economische globalisering = door ontw van vervoer en ICT veel sneller gaan ontw en
treed ook in interactie met andere domeinen : politiek, cultuur, milieu en gezondheid
o Ruimere van het mondiaal dichterbij elkaar komen van verschillende economieën,
maatschappijen en culturen
GLOBALISERING IN HET ONDERWIJS
• Aandacht voor ‘mondiale vorming’ via:
o ontwikkeling van daarop gerichte leermaterialen binnen allerlei vakgebieden
o via mogelijkheden tot Europese en ruimere internationale samenwerking
o mobiliteit van studenten, lesgevers en onderzoekers
• kinderen en jongeren mensen ontwikkelen tot kritische wereld burgers van de 21 ste eeuw
o met begrip voor dreigingen die er zijn
LEVENSLANG EN LEVENSBREED LEREN
2
, • levenslang leren voor iedereen = 1 vd sleutelelementen kennismaatschappij
o Leren vanaf voorschoolse leeftijd tot na de pensionering
o Dient het hele scala van formeel, niet-formeel en informeel leren te omvatten
o Geheel vd leeractiviteiten die gedurende het leven omgeplooid worden om kennis,
vaardigheden & competenties binnen een persoonlijk, burgerlijk, sociaal en/of
werkgelegenheidsperspectief te verbeteren
o Lerende moet centraal staan
o Belang van gelijke kansen en goede kwaliteit van de leersituaties
• Juni 202 resolutie goedgekeurd -> voorrang geven aan:
o Het verlenen van toegaan aan allen ongeacht leeftijd, inclusief speciale maatregelen
voor meest kansarme personen, migranten = sociale integratie bevorderen!
o Scheppen van mogelijkheden om basisvaardigheden te verwerven/ actualiseren &
inbegrip van nieuwe basisvaardigheden (ICT, talen, technologische cultuur,
ondernemerschap en sociale vaardigheden)
o Opleiding, aanwerving en bijscholing van leerkrachten en opleiders
o Validering en erkenning van formele kwalificaties & niet-formele, informele
▪ Tussen landen en onderwijssectoren
▪ dmv grote transparantie en waarborging van kwaliteit
o hoge kwaliteit & ruime toegankelijkheid van doelgroepgerichte voorlichting, begeleiding
en advisering
o aanmoediging van vertegenwoordiging van betrokken sectoren (ook jeugdsector) in
bestaande of nog op te richten netwerken/ structuren
COMPETENTIEGERICHT LEREN
Bedrijfswereld
• nieuwe uitdagingen voor de bedrijfswereld = competentiegericht denken
• toenemende nood aan werknemers met bepaalde startcompetenties
• nood aan explicitatie en specificatie van competenties neemt toe
In het onderwijs
• leerdoelen meer en meer in competenties omschreven
DOCHY
• competentiegericht leren moet gebeuren via authentieke, realistische en relevante opdrachten
en instructie
o moet oproep doen op samenhangend geheel van vaardigheden, kennis en aspecten van
professioneel functioneren
o niet enkel betrekking op de aard, maar ook op de inrichting van het onderwijs
KRITIEKEN
• onderwijs uithollen -> inhoud enkel belangrijk als ze functioneel zijn (de leerstof en vak hebben
geen waarde meer los van de geleverde competenties)
• door het gebruik van lange, gedetailleerde lijsten van deelcompetenties & permanente
assessment = onderwijs vervreemden van de buitenwereld
o veel administratieve overlast
• minder ruimte voor scholen en leerkrachten om een eigen project te formuleren en uitvoeren
3
, MULTIMEDIALE MAATSCHAPPIJ EN BEELDCULTUUR
• 21ste eeuw: multimedia maatschappij, gedomineerd door beeld -> perceptie werkelijkheid
beïnvloed
KRITIEKEN
• Kinderen rusteloosheid en concentratiegebrek veroorzaken + lui en dom maken
• Steeds minder boeken gaan lezen -> nieuwe analfabeten ontwikkelen
• Nefaste gevolgen op de intellectuele (en morele) ontwikkeling van jongeren
o Leescultuur verliest haar vanzelfsprekendheid
o Boeken verdwijnen niet, maar ondergaan een functieverandering
Ander discours van positieve veranderingen (De Einstein Generatie’ – Groen en Boesma)
• Eerste, positieve, slimme generatie die een geheel nieuwe benadering nodig heeft
HET ONDERWIJS
• Dubbel:
o Leesbevordering activiteiten -> lezen moet aangemoedigd worden en bevorderd worden,
angst om leescultuur te verliezen
o Toenemende aandacht voor beeldcultuur = audiovisuele vorming -> jongeren hebben
nood aan een kritische en bewuste blik tov audiovisuele technologieën
CONCLUSIE
Leren en onderwijzen: 3 te onderscheiden, niet te scheiden niveaus (heeft allemaal invloed op elkaar)
• Micro -> de interactie tussen de leerkracht en de leerling, het direct contact tussen de lerende en
de lesgevende
• Meso -> de omgeving van de school
• Macro -> de ruimere context, onderwijsbeleid, het maatschappelijke
=> In deze cursus richten we ons vooral op het MICRONIVEAU
Les 1
HOOFDSTUK 1: LEREN
INLEIDING
• Essentiële taak onderwijsgevende:
o ontwerpen, realiseren en evalueren van onderwijsleeromgevingen, dwz situaties die bij
leerlingen of studenten de vereiste leerprocessen kunnen uitlokken en op gang brengen
om de beoogde leerresultaten te bereiken
• Leerresultaten: competenties die maatschappelijk als nastrevenswaardig en haalbaar
worden beschouwd
o De leerresultaten moeten na de stopzetting van de instructie niet verdwijnen
o Moeten ook efficiënt toegepast worden in situaties die afwijken van de oorspronkelijke
leersituatie
4