Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Landelijke kennistoets taal €5,43   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Landelijke kennistoets taal

 3 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

In deze samenvatting zijn alle hoofdstukken uit het boek 'Basiskennis taalonderwijs' samengevat. De samenvatting is kort en bondig geschreven, maar alle kennis komt erin terug.

Aperçu 3 sur 27  pages

  • Oui
  • 30 septembre 2024
  • 27
  • 2024/2025
  • Resume
avatar-seller
Hoofdstuk 2 – Taalonderwijs en taal
Binnen het taalonderwijs wordt de volgende onderverdeling gehanteerd:
 Mondeling onderwijs
 Schriftelijk onderwijs
 Taalbeschouwing, waaronder strategieën

Verschillende domeinen in het taalonderwijs:
 Mondelinge taalvaardigheid = het spreken en luisteren en het voeren
van allerlei mondelinge gesprekvormen staat centraal.
 Woordenschat = het aanleren van de betekenis van nieuwe woorden,
uitdrukkingen, zegswijzen en spreekwoorden.
 Beginnende geletterdheid = het vermogen om schriftelijke taal te
begrijpen en te gebruiken.
o Ontluikende geletterdheid (voorschoolse periode, 0 tot 4 jaar)
o Beginnende geletterdheid (groep 1 tot 3)
o Gevorderde geletterdheid (periode na groep 3)
o Aanvankelijk lezen = het leren lezen in groep 3, de beginselen van
het lezen.
o Voorgezet lezen = het leesonderwijs na groep 3
 Voorgezet technisch lezen = het gaat alleen om het vlot en nauwkeurig
kunnen lezen van de tekst, niet om het begrijpen van wat je leest. Het
kunnen ontcijferen van de letters en het hardop lezen van woorden.
 Begrijpend lezen = het begrijpen van de tekst, het achterhalen van de
bedoeling.
 Stellen = het schrijven van teksten. Ze moeten weten hoe je te werk kunt
gaan bij het schrijven en wat de regels en kenmerken zijn van de
belangrijkste tekstsoorten.
 Jeugdliteratuur = kinderen in aanraking te brengen met verschillende
literaire genres, hun literaire smaak te ontwikkelen en ze te laten genieten
van het lezen van jeugdboeken.
 Taalbeschouwing = leren te reflecteren op te taalvorm, de manier
waarop iets is verwoord en het gebruik van de taal.
o Traditionele grammatica: kinderen moeten zinnen ontleden in
zinsdelen en de verschillende soorten woorden kunnen benoemen.
 Spelling = kinderen kunnen de meest voorkomende woorden correct
schrijven en de belangrijkste spellingsregels kunnen toepassen.

Functies van taal:
1. Communicatieve of sociale taalfunctie
Door middel van taal kunnen we contact maken met andere mensen. We
kunnen onze mening geven, ons standpunt verdedigen en vragen stellen.
We gebruiken taal als communicatiemiddel. De interactie tussen mensen.
 Zelfhandhaving = ze beschermt zichzelf en verdedigt wat ze heeft.
 Zelfsturing = ze ordent met woorden haar handelen en kondigt haar
plannen aan.
 Sturing van anderen = taal gebruiken om het gedrag van anderen te
beïnvloeden.
 Structurering van het gesprek = taal gebruiken om het gespreksverloop
te beïnvloeden. “Nou moeten jullie zeggen wat je wilt kopen.”
2. Conceptualiserende of cognitieve functie

, Je gebruikt de taal als een hulpmiddel om je gedachten te ordenen en greep te
krijgen op de werkelijkheid. We kennen de volgende drie cognitieve
taalfuncties:
 Rapporteren = je doet verslag van iets wat in de werkelijkheid
voorkomt.
 Redeneren = gebeurtenissen chronologisch ordenen, conclusies
trekken, een relatie leggen tussen middel en doel of een relatie leggen
tussen oorzaak en gevolg.
 Projecteren = je probeert je te verplaatsen in de gedachten en
gevoelens van iemand anders.
3. De expressieve taalfunctie
De taal wordt gebruikt als expressiemiddel. We gebruiken de taal dan om ons
van anderen te onderscheiden of om uitdrukking te geven aan persoonlijke
emoties.

Communicatieve competentie = het vermogen om de communicatieve functie
van taal te gebruiken. “Mag ik een koekje?” in plaats van “Koekje!” De
communicatieve competentie wordt ook wel onderscheiden in verschillende
deelcompetenties:
 Grammaticale competentie (linguïstische competentie): het omvat alle kennis
van de taal en de taalregels die nodig zijn om adequaat te kunnen
communiceren.
 Tekstuele competentie: de kennis van gesproken en geschreven teksten.
 Strategische competentie: vermogen om strategieën te hanteren om zo
bepaalde doelen te bereiken. Je moet weten hoe je anderen kunt overtuigen of
aanzetten tot actie.
 Functionele competentie: vermogen om het taalgebruik aan te passen aan een
specifieke situatie. In een brief aan de gemeente gebruik je andere taal dan in
een groep chat.

De verschillende niveaus van taal:

Niveau: Regels voor:
Fonologisch niveau Uitspraak
Morfologisch niveau Opbouw van woorden
Syntactisch niveau Volgorde van woorden
Semantisch niveau Betekenis
Pragmatisch niveau Gebruik
Orthografisch niveau Spelling

Taal is een recursief systeem, dat houdt in dat een element van de taal weer
eenzelfde element van de taal kan bevatten. Zinsdelen in zinsdelen in zinsdelen
kunnen worden gezet.

Hoofdstuk 3 – Mondelinge taalvaardigheid
Theorieën over taalverwerving:
1. Behaviorisme = een stroming binnen de psychologie die ervan uitgaan dat
kinderen hun taal leren door imitatie. Kinderen bootsen de taal die ze in hun
omgeving horen na.
 De meest frequente woorden in onze taal (ik en die) worden niet het
eerst door kinderen geleerd. De concrete zelfstandige naamwoorden en
werkwoorden die verwijzen naar dingen worden het eerst geleerd (stoel,
auto en eten).

, 2. Creatieve constructietheorie (mentalisme) = met gaat ervan uit dat
kinderen over een aangeboren taalvermogen beschikken waarmee ze op een
creatieve manier zinnen kunnen bouwen.
3. Interactionele benadering = met benadrukt dat het taalaanbod van de
omgeving en de interactie tussen een kind en andere moedertaalsprekers
belangrijk is bij het leren van taal.

De eerste taalverwerving:
De taalontwikkeling van een kind begint op fonologisch niveau met het vormen
van spraakklanken. Kinderen ontwikkelen zich ook op morfologisch niveau waarbij
kinderen woorden gaan vormen. Kinderen ontwikkelen ook op semantisch
niveau de betekenis van woorden (Dit is niet meteen de juiste betekenis). Op
het syntactisch niveau leren ze de regels voor het combineren van woorden
(zinnen vormen) ook leren ze de grammaticale regels. Kinderen gaan van korte
onvolledige zinnen naar volledige zinnen. Op pragmatisch niveau maken kinderen
zich de spellingsregels eigen bij het leren van taal worden de regels allemaal
gebruikt.
In het taalverwervingsproces van een kind onderscheiden we de volgende 2
perioden:
1. De prelinguale periode (0 tot 1 jaar)
Dit is de periode voordat een kind zijn eerste woordjes spreekt. In hun eerste
levensjaar produceren kinderen geluiden.
 Huilen (eerste 6 weken): De baby kan een signaal afgeven.
 Vocaliseren (6-20 weken): ze beginnen zelf klanken te produceren.
 Vocaal spel (4-6 maanden): de klanken steeds gevarieerder en
verschillen ze in toonhoogte, luidheid en duur.
 Brabbelen (vanaf 7 maanden): herhaalt het kind klankgroepen (bababa)
2. De linguale periode (1 tot 9 jaar)
Een kind gaat woorden en zinnen als communicatiemiddel gebruiken. De
linguale fase valt uiteen in drie perioden:
 De vroeglinguale periode (1 tot 2,5 jaar)
Het brabbelen gaat langzamerhand over naar betekenisvol taalgebruik.
o Eenwoordzin (1 jaar) = eigenschap toekennen voorbeeld: kachel
= warm.
o Tweewoordzin (1,5 jaar) = woorden combineren (kleine zinnen).
o Meerwoordzin (2 jaar) = zinnen van meer dan 2 woorden.
 De differentiatiefase (2,5 tot 5 jaar)
Taalgebruik gaat lijken op dat van volwassenen. Ze kunnen taal
gebruiken zonder concrete context en spreken over dingen die niet in de
directe omgeving voorkomen.
o Kinderen ontdekken in de differentiatiefase nieuwe woordsoorten:
bijwoorden, lidwoorden en voegwoorden.
o Dat een kind actief bezig is met de morfologische principes van de
taal blijkt ook uit de vele neologismen, nieuwe niet-bestaande
woorden die kinderen zelf bedenken. Ze zijn intensief bezig met
taal en denken na over taalgebruik.
 Voltooiingsfase (5 tot 9 jaar)
In de voltooiingsfase worden de processen uit de differentiatiefase
uitgebouwd.


De tweedetaalverwerving
Het proces van het leren van een tweede taal is anders dan het leren van een eerste
taal.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur elianneroes26. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,43. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

77764 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,43
  • (0)
  Ajouter