Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Bijzonder Jeugdrecht €4,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Bijzonder Jeugdrecht

4 revues
 312 vues  18 fois vendu

Deze samenvatting is gemaakt op basis van het boek "Recht voor welzijnswerkers", onderdeel "Strafrecht en jeugdrecht". Het onderdeeltje van strafrecht zal Denoix niet bevragen op het examen Jeugdrecht, ht is achtergrond informatie.

Aperçu 4 sur 37  pages

  • 2 janvier 2020
  • 37
  • 2019/2020
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (1)

4  revues

review-writer-avatar

Par: eleniehamerlinck • 10 mois de cela

review-writer-avatar

Par: oke3 • 1 année de cela

review-writer-avatar

Par: celineverstraeten • 1 année de cela

review-writer-avatar

Par: dotchina • 3 année de cela

avatar-seller
shaunypoelman1
STRAFRECHT
INLEIDING

1. WAT IS JEUGDRECHT EN WAT IS DE RELATIE MET STRAFRECHT?

 De term ‘justitie’ is zeer breed
 Federale overheidsdienst Justitie
 Een van de manieren om er zicht op te krijgen  bevoegdheden van federale Minister van Justitie
- Wij beperken ons tot: strafrecht
 Strafrecht  heeft vooral te maken met: misdrijven en straf/ dwang/ wijze waarop samenleving of
overheid daarmee formeel omgaat

Jeugdrecht

 Enerzijds: wil men ‘kinderen in gevaar’ uit het strafrecht weren
 Anderzijds: men heeft last van de gevrijwaarde positie van jongeren en zijn er pleidooien voor
verlaging van strafrechtelijke minderjarigheid
 Jeugdstrafwet  dubbelzinnige term
 Jeugdbescherming (1965) waar de ‘gerechtelijke macht’ tussenkomt en jeugddelinquentierecht
 Wet van 1912
 Integrale jeugdhulp en jeugddelinquentie
 Straffen sancties, maatregelingen, herstel, vaderlijke brieven, enkelbanden, ..
 VOS: verontruste situaties en MOF: als misdrijf omschreven feit
 Actoren: jeugdrechter, procureur des Konings, parket, politie en soms onderzoeksrechters die zich
bezighouden met jeugdzaken

2. SOCIAAL WERK EN STRAFRECHT/ JEUGDRECHT

 Sociaal werkers zijn geen juristen, spreken geen recht en voeren geen straffen uit
 Sinds ontstaan van sociaal werk  betrokken bij justitie en kinder- en jeugdbescherming
 Kerntaken: mensen aan hun rechten helpen en tot hun rechten laten komen
- Inzicht in rechten, concepten, logica, werkwijze, taalgebruik en vocabulaire
 Richten ons op: het veld en de plaats, positie, mandaat en opdrachten van sociaal werkers
 Sociaal werk in deze sfeer  in contact met het juridische discours
- Durven botsen met medisch-, economisch-, psychologisch-, sociologisch- of pedagogische discours
 Strafrecht heeft met ‘straf’ te maken
- Sociaal werk: vragen stellen rond de zinvolheid van straffen?
- Enerzijds vanuit geloof in inherente menselijkheid in iedere mens, waarde en waardigheid,
zelfbeschikkingsrecht en goedheid
- Anderzijds vanuit de zinvolheid van straffen  gevangenis, geldboetes (vooral een plaag voor
mensen die met schulden zitten)
- Gedachten over de ‘beperkingen’ van straffen  jongeren uit de gevangenis en opgevangen in
soort ‘beschermingsmodel’

3. STRAFRECHT IS VAN PUBLIEKRECHTELIJKE AARD

 “Strafrecht = een onderdeel van Publiek Recht dat een geheel van rechtsregels omvat die omschrijven
welke gedragingen, onder welke voorwaarden en in welke omstandigheden, tegenover welke
personen misdrijven uitmaken, en dan onderhevig zijn aan sancties of maatregelingen”

,Strafrecht is Publiek Recht

 = het is een overheid die bep gedragingen strafbaar stelt, optreedt en de sancties bepaalt
 ≠ Privaat recht  strafzaak gaat niet over een conflict tussen 2 burgers maar het is de overheid die via
het ‘Openbaar Ministerie’ een persoon ter verantwoording roept voor een rechtbank omdat men de
normen die gesteld en beschreven zijn in Strafrecht overtreden zou hebben
 Moeilijke kwestie bij jeugdbescherming  men treedt/ trad bij wijze van spreken soms proactief op
 In debatten rond misdaad en straf, is ‘het slachtoffer’ eigenlijk geen partij
- Moeilijke verwoording die vloekt met intuïtief sociaal rechtvaardigheidsgevoel dat eigen zou zijn
aan sociaal werkers
- Slachtoffer = kleine figurant op toneel dat zich soms met veel moeite en misschien met hulp en
uitleg van sociaal werker ‘burgerlijke partij’ kan stellen, bovendien van privaatrechtelijke aard is

4. LEGALITEITSBEGINSEL

 Overheid stelt ‘bepaalde gedragingen’ strafbaar, stelt bepaalde normen, bepaalt procedures en
sancties of maatregelingen
 De regels zijn zeer strikt
 Ervaring van dagdagelijkse sociale realiteit (datgene wat mensen met elkaar doen) is vloeibaar en kent
veel misverstanden  samenleving wijzigt dagelijks
 Briefgeheim (art 29 GW) en schending van briefgeheim (art 35 en 87 SV) bestaat
- De vraag stelt zich: “waar begint ‘een brief’ en waar stopt het?” E-mail, sms, boodschap,
Messenger, snapchat, …
- Strafrecht loopt achter met realiteit  geconfronteerd met iets wat er mss of net niet in past
 Culturele gevoeligheden wijzigen (art 385 SW over openbare zedenschennis en wijzigende ideeën
daarover – badpak, bikini, monokini, …)
 Technieken wijzigen  inbraak (woning) en inbreken (in pc of computernetwerk), …

Legaliteitsprincipe (Fundamenteel principe in strafrecht)

 Legaliteitsprincipe = er is geen misdrijf zonder een wet, er is geen straf zonder wet
 Grondwettelijk vastgelegd in democratie, internationale verdragen, …
 Bep gedragingen kunnen in uw ogen goed of fout zijn  parlement (wetgevende macht) zal beslissen
en omschrijven wat kan en niet kan
 Een gedrag is maar strafbaar als het al zodanig in de wet omschreven is
 Strafwet voorziet bep sancties  moeten door rechter uitgesproken worden en moeten binnen
grenzen van wet blijven
- Rechter mag niet strenger zijn dan dat wet voorschrijft
- Geen andere straffen opleggen dan wet voorschrijft

5. NON RETROACTIVITEIT

 Enkel de wet die op moment van misdrijf bestaat, kan toegepast worden
 Men kan nieuwe wet schrijven maar die zal niet van toepassing zijn op de dader die misdrijf pleegde
voordat die wet er was
 Wetten kunnen afgeschaft worden  tijdsgebonden
- Gedrag kan gedecriminaliseerd worden (voorb: landloperij, cannabisgebruik, …)
- Gedrag dat lang normaal was, kan gecriminaliseerd worden (voorb: hoofdbedekking dragen)
- Gedragingen of misdrijven kunnen verjaren (voorb: Bende van Nijvel)




2

,WAAROM EN HOE STRAFFEN

WAAROM MOET MEN STRAFFEN?

Kunnen wetsovertredingen niet geregeld worden tussen dader en slachtoffer  zonder supplementaire
leedtoevoeging (straf) vanuit de gemeenschap?

 In het volwassen strafrecht bestaat dat, als het schaars is en in JDR is het 1 vd pijlers
- (voorb: verkeersfouten vaker met verzekering geregeld, zonder tussenkomst politie/strafgerecht)
 Kan dit ook bij andere misdrijven?
 Moet er niet gezocht worden naar herstelrechtelijke benadering: herstel aangerichte schade
slachtoffer, aan samenleving, ..
 Ookal gebruikt men in JR de term ‘maatregelingen’  jongeren ervaren dit soms anders

HOE MOET MEN STRAFFEN?

Wat wil men met een straf bereiken? (doelstellingen)

 Repressief (om te onderdrukken) of preventief?  slachtoffer vergoeden, de dader verbeteren?
 Afhankelijk van wat men wil bereiken  andere sanctiemiddelen
- Gevangenis, werkstraf, geldboete, probatie, internering, maatregel in jeugdhulpverlening of
constructieve sanctie in jeugddelinquentierecht
 Mag men individualiseren (aangepaste straf voor elke specifieke misdrijfpleger)? Of moet men
generaliseren (voor hetzelfde misdrijf, steeds dezelfde straf)? Wat is rechtvaardig?

Enkele vragen die daarbij komen kijken: Heeft strafrecht en strafuitvoering effect p misdadig en deviant gedrag? Hoe
komt burger tot maatsch aanvaard gedrag? Wanneer gaat men zich normafwijkend gedragen? Hoe komt het dat aantal
mensen zich wel ‘normconform’ gedrag of zich tot misdrijven laten verleiden? Waarom plegen we zo weinig ‘criminaliteit’?
en is dat wel zo? Of heeft het te maken met: pakkans, selectieve aandacht van politie, gedrag bij bep groepen, leeftijden,
gender, sociocultureel gebonden?

 De idee dat mensen groeien en ontplooien en dat de opvoeding ‘het moment’ is om bij te sturen
 JBR  meer pedagogische discours, dan juridische discours

2. HET MISDRIJF

2.1 INDELING VAN DE MISDRIJVEN

 Misdrijven zijn door de wet omschreven en de wetgever heeft een indeling gemaakt
 3 soorten misdrijven  afhankelijk van de straf die eraan gegeven wordt
 In theorie uitgesproken door: politierechtbank, correctionele rechtbank of Hof van Assisen

Overtredingen Misdrijven die bestraft kunnen worden met:
(politierechtbank) o Gevangenisstraf van 1-7dagen
o Elektronisch toezicht
o Autonome probatiestraf van max 1jaar
o Werkstraf en/ of geldboete van 1- 25 euro
Wanbedrijven Misdrijven die bestraft kunnen worden met:
(correctionele o Gevangenisstraf van 8dagen – 5 jaar
rechtbank) o Elektronisch toezicht
o Autonome probatiestraf van max 2 jaar
o Werkstraf en/of geldboete van 26euro en meer


3

, Misdaden Misdrijven die bestraft kunnen worden met:
o Tijdelijke opsluiting van min 5 jaar tot levenslange opsluiting
 Oorspronkelijk was het een ‘eenvoudig en rigide’ schema (klassiek strafrecht) die gebaseerd was op
enkele principes (legaliteit, proportionaliteit en rationeel individu)  nu veel complexer
 Niet alle misdrijven zijn opgenomen in Strafwetboek  voorzien in bijzondere strafwetten
 Bijzondere strafwetten komen terug in meest uiteenlopende takken van recht, zoals: verkeersrecht,
sociaal recht, economisch-, fiscaal- en milieurecht
 Strafwetboek bestaat uit 2 delen:
- Deel 1: algemene regels voor bestraffen van misdrijven
- Deel 2: misdrijven in detail beschrijven, behandeling en bijhorende straffen
 Wetboek van strafvordering  het handboek van het Openbaar Ministerie
 Men wil zoveel mogelijk mensen uit strafrecht houden (voorb: jongere met joint in park, niet naar
jeugdrechter, wel cursus ‘neen zeggen’, …)
- Expliciet in geval van: jeugdbescherming, ontoerekeningsvatbaar, verjaring
- Impliciet: Wet Lejeune, voorwaardelijk straffen
 Paradoxale logica: Enerzijds: vanuit legaliteit, proportionaliteit en rechtszekerheid sterk regels volgen
en duidelijk regels omschrijven. Anderzijds: men heeft door dat straffen niet de goede oplossing is,
gevangenissen blinken niet uit inefficiëntie en zijn duur

2.2 KWALIFICATIE

 Doorsnee artikel uit strafwetboek bestaat uit misdrijf en aanduiding straf
 Er moet niet altijd een slachtoffer zijn, ‘crimes without victim’
 Openbaar ministerie (Helena De Ridder) kwalificeert het misdrijf = strafbaar feit vergelijken met
omschrijving uit Strafwetboek en vervolgens 'vordert’ voor bevoegde rechtbank om de straf te krijgen
 De wettelijke opdeling van misdrijven is niet soepel te hanteren
- Voorbeeld: Gewone diefstaf overdag v 1.000.000€ is ‘wanbedrijf’. Diefstal van 50€ met inklimming
bij buren om die diefstal te kunnen plegen, is ‘misdrijf’.  diefstal vs diefstal met inklimming

Correctionaliseren en contraventionaliseren

 Systeem om het proces voor een lagere rechtbank te laten voorkomen. Van Assisen naar
correctioneel, correctioneel naar politierechtbank
 Wet van 28/01/2016 ‘Potpourri II’ waren alle misdaden correctionaliseerbaar geworden, zelfs
strafbaar met levenslange opsluiting
 Men poogde ongeveer alles te ‘correctionaliseren’ in een poging om Assisen te vermijden (duur,
onvoorspelbaar, langdurig, jury is soms speelbal van topadvocaten)
 Het Hof van Assisen wordt sindsdien ‘zelden’ of nooit meer gevat (maar dit is ondertussen anders)
 Het Grondwettelijk Hof heeft in zijn arrest van 21/12/2017 deze wetswijziging ongedaan gemaakt, met
ingang van 12/01/2018 (datum publicatie arrest)

Klachtmisdrijf

 Normaal is strafrecht van publiek recht = openbaar ministerie beslist of er al dan niet vervolgd wordt,
slachtoffer heeft daar niets in te zeggen (men kan niet zeggen dat dader niet dient gestraft te worden)
 Het klachtmisdrijf is een uitzondering op die regel
 Er is slechts vervolging als er klacht is van het slachtoffer
 Vroeger: overspel (de betrapping) was een strafbaar feit, ook stalking was tot voor kort een
klachtmisdrijf/ Nu: recente wetswijzigingen (25/03/2016) pestgedrag kan vervolgd worden zonder



4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur shaunypoelman1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

75323 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,49  18x  vendu
  • (4)
  Ajouter