VOEDING & GEZONDHEID
1 MACRONUTRIËNTEN
WHAT IS NUTRITION
= complex & veelzijdig wetenschappelijk domein dat aangeeft hoe stoffen in voedingsmiddelen essentiële voeding leveren
voor het behoud van leven
Link voeding & gezondheid
Optimum nutritie Undernutrition Overnutrition Malnutritie
= correcte voeding = te weinig voeding = teveel voeding/energie = genoeg voeding maar tekort aan aan
nutriënten, double burden
→ goede groei & → ondervoeding → overvoeding → overnutrition van macro & onder
ontwikkeling → vertraagde groei & → energie disbalans, meer nutritie van micro
ontwikkeling risico op obesitas, kanker, → meer risico infectieziekten
→ fysieke als mentale cardiovasculaire
ontwikkeling vertraagd aandoeningen
→ gedaald immuunsysteem
Onderzoek leeftijd versus sterfte door bepaalde aandoeningen
- Jonge leeftijd veel sterfte door: nutrificiële deficiëntie
- Latere leeftijd (50 jaar): terug meer voeding gerelateerde aandoeningen (cardiovasculair, tumoren, diabetes,
musculair) → fractie neemt nog meer toe vanaf 60 jaar
Risicofactoren
- Veel levensstijl gerelateerde dingen: tabak, verhoogde bloeddruk, dieet, alcohol & drugs, hoge BMI (energie
disbalans), cholesterol, hoge gevaste plasma glucose → 6 risicofactoren gekoppeld aan voeding
- Sociale aspect van voeding
= belangrijke link tussen voeding & uitkomst
Link dieet & gezondheid uitkomsten
Exposure: voedingssiname op
dagdagelijkse basis (eten ijzer)
Indicators: effect van voeding in lichaam
(zien verhoogde ijzerstatus)
Surrogate: parameters rechtstreekse
correltatie met bepaalde clincal outcome
(bone mineral density meten)
- Direct effect: arrow 1
- Indirect effect: arrow 4
Intermediate: parameters die waarschijnlijk een link hebben met clincal outcome (cholesterol, bloeddruk bij CVD)
Clincal outcome: ziekte (osteoporose), parameters zijn vaak moeilijk te bepalen
Voorbeeld: groeimelk → aangereikte melk met vitaminen & ijzer → verhoogde ijzer en vitaminen → toont niks aan
gezondheid verbeteren of genezen, maar gewoon duur & ernst bij ziekte verminderen
Mechanisme
- Voeding heeft een link met CVD en dat hier mee biologische mechanismes gepaard gaan
o Lipiden levels
o Bloeddruk
o Systemtische inflammatie: hierdoor minder nuttige micronutriënten opgenomen
o Homocysteïne level: B-vitamines spelen een rol om dit te metaboliseren
Nutritie afhankelijke (genetische) ziekten
Voorbeeld: anemie, osteoporose, artritis, vitamine & mineralen deficiënties, toxiciteit
→ voeding kan een rol spelen, kan behandelen maar ook ondersteunende rol geven
1
, Voorbeeld: diabetes
→ voeding kan geen type 2 diabetes genezen: malfunctie van bètacellen is niet reversibel maar voeding kan steunende
factor gebruiken om risico op cardiovasculaire aandoeningen te vermijden
Voorbeeld: xeroftalmie (risico op mortaliteit verhoogd)
→ chronische insufficiëntie van vit A: graduele uitputting die lijdt tot metabole & genetische malfunctie en verder evolueert
naar gedaalde immuniteit (anemie, gedaalde celdifferentiatie)
Links nutritie & gezondheid
- Belang van gezond voedingspatroon op jonge leeftijd heeft effect op risico’s op latere leeftijd
- Levensstijl & omgevingsafhankelijk
o Food environment: omgeving trein station, werkplaats, alma, snack automaten
o Social environment: bij oma, feestjes (vaak ongezonde hapjes), vrienden & familie
o Living environment: vervoer naar school, staat van fietspaden, veilige looproutes
o Health environment: bij ons minder belangrijk, maar belangrijker in curatieve setting
KOOLHYDRATEN (KH)
Indelingen
Monosacchariden Disacchariden
= 1 suikermolecule, enkelvoudige KH = 2 suikermoleculen, meervoudige KH
- Galactose - Sucrose= glucose + fructose
- Glucose - Lactose= glucose + galactose
- Fructose - Maltose= glucose + glucose
- Isomaltose, trehalose, cellobiose
Oligosacchariden Polysacchariden
= 3 tot 9 suikermoleculen, meervoudige KH = > 9 suikermoleculen, meervoudige KH
- Fructose-oligosachariden= > fructose + glucose - Zetmeel= glucosepolymeer, plantaardig
- Raffinose= sucrose + > galactose (amylose: onvertakt polymeer)
- Maltodextrine= 5-11 glucose (amylopectine: vertakt polymeer)
- Glycogeen= glucosepolymeer, dierlijk
Voedingsvezels Polyolen
= onverteerbaar onderdeel = alcoholderivaten van monosacchariden
- Cellulose, hemicellulose, lignine: oplosbaar - Sorbitol
- Hemicellulose, pectine, gommen, mucilagenen - Xylitol
(onoplosbaar) - Mannitol
- Verwerking van deze afhankelijk van: afmeting, - Galactitol
viscositeit, fermenteerbaarheid
Verteerbaar Niet-verteerbaar
Glucose, fructose, galactose, maltose, zetmeel Resistent zetmeel, pectine, betaglucanen,
→ verteerbaar, glycemische KH oligosacchariden → niet verteerbaar, niet glycemische KH
- Afgebroken in dunne darm - Afgebroken in dikke darm
- Afbraak tot glucose - Darmbacteriën
- Voedingsvezels
Bronnen
Glucose Fructose
= dextrose, druivensuiker = fruitsuiker
- Vrij aanwezig in voeding: vruchten, honing, - Vrij aanwezig in voeding: fruit, honing, planten
planten - Productie uit: zetmeel (hydrolyse uit mais &
- Productie uit: zetmeel (hydrolyse uit mais) bacteriële omzetting) of sucrose (industrie)
- Zoeter bij lagere temperatuur
Galactose Sucrose
- Weinig vrij aanwezig in natuur = sacharose, rietsuiker
- Komt vrij bij verteren van lactose - Meest voorkomend disaccharide
- Productie uit: lactose (hydrolytische splitsing) - Vrij aanwezig in fruit & in veel voeding
- Bestanddeel plantaardige polysacchariden - Productie uit: suikerbiet/riet (tafelsuiker)
- Invertsuiker: hydrolytische splitsing in industrie
2
, Lactose Maltose
= melksuiker = moutsuiker
- Aanwezig in zoogdiermelk & zuivelproducten - Verwaarloosbaar als voeding KH
- Tragere vetering dan sucrose - Belangrijk intermediair vertering zetmeel
- Licht laxatieve werking - Productie uit: hydrolyse zetmeel (industrie)
- Bij opwarmen: onverteerbaar lactulose - Vrij aanwezig in kiemen van graan: mout
Fructose Raffinose
Fructose-oligosaccharide (FOS) - Sojabonen, peulvruchten & koolsoorten
- Ajuin & artisjok - Oorzaak flatulentie
Glycogeen Zetmeel
- Suikerreserve mens (dierlijk) = 15-25% amylose + 75-85% amylopectine
- Enkel in (orgaan) vlees, amper aanwezig - Suikerreserve mens (plantaardig)
- Kwantitatief belangrijkste KH in voeding
- Vrij aanwezig in: wortels, knollen, rijst, onrijp
fruit, peulvruchten
- Korrels met specifiek vorm & grootte bij plant
Sorbitol Xylitol
= polyolen = polyolen
- Vrij aanwezig in fruit - Alternatieve zoetstof (industrie)
- Productie uit: glucose (aldosereductase)
- Trage & onvolledige absorptie: voedings-additief
in dieetvoeding, suikervrij snoep
- Oorzaak flatulentie
Spijsvertering
Monosacchariden: rechtstreeks in bloedbaan & via portale circulatie naar lever voor omzetting
- Glucose & galactose: actief transport via Na-kanalen
o Opgenomen in weefsel voor verbranding: ontstaan energie
o Opslag als glycogeen: in lever & spieren, maximaal 1.3 kg (3/4 water & ¼ glucose)
- Fructose: carrier gemedieerd transport, trager (glucose > fructose)
- Polyolen: passieve diffusie, trager
Rest: afbraak tot monosachariden door enzymen
- Zetmeel: in speeksel & pancreas → amylase
o Afhankelijk van opbouw: langzame & slechte verterong.
▪ Partikelafmetingen, amylose/amylopectine ratio, hoeveelheid voedingsvezel
o Enkel verteerbaar na koken
o 10-20% = resistent zetmeel, geen vertering
o Fermentatie door bacteriële flora in dikke darm
o Ontstaan van korte keten vetzuren (SCFA), reukloze gassen, kleine moleculen
- Disacchariden: in dunne darm → disaccharidases (sacharase, maltase, lactase,…)
Rol van KH
- Bron van energie: 4 kcal/g
- Energieopslag: onder glycogeen
- Essentiële energiebron voor CZS
- Anti-ketogeen
- Eiwitsparend effect
- Lactose (sucrose) bevordert intestinale absorptie van calcium
- Productie speciale bestanddelen: ribose & deoxyribose, glycoproteïnen, glycolipiden
- Vorming van niet-essentiële AZ
- Metabool lot: regulatie bloedsuikerspiegel (stijgt 1-2 uur na maaltijd & neemt daarna weer af)
o 4-7 mmol/L of 70-120 mg/dL
o Hypoglycemie: te laag → gluconeogenese start: glucose uit AZ & glycerol, in lever via hormonen
o Hyperglycemie: te hoog
Glycemische respons
- Snelheid van opname: bepaalt door soort eten & drinken
o Lage GI: tragere opname van glucose
▪ Veel voedingsvezels & weinig toegevoegde suiker
o Hoge GI: snelle opname van glucose
- Op basis van vrij glucose: niet op basis van KH structuur
3
, - Bepaling GI%: respons 50g KH portie/respons 50g wit brood
- Beinvloedbare voedingsfactoren:
o Structuur: grove structuur voeding, cellulaire structuren, korrelstructuur zetmeel
o Eigenschappen zetmeel: bereidingswijze, aard zetmeel (verhouding)
o Andere factoren: nutriënten, inhibitoren van amylase of disacharidase
- Glycemic load (GL)= KH gehalte per portie * GI van voedingsmiddel
o >20g: hoog
o 10-20g: middelmatig
o <10: laag
Aanbevelingen
- Totale inname: minstens 55% van totale energiebehoefte
- Voedingsvezels: > 30g per dag
o Verbetering van darmfuncties
o Daling risico: CVD, obesitas, bepaalde kankertypes, infecties & inflammatoire pathologieën
- Inname van KH: graangewassen, peulgewassen, groenten & fruit → voedingsmiddelen rijk aan vezels, essentiële
micronutriënten en antioxidantia
- Verhoogd verbruikt van KG verlaagt vetfractie van globale voedingsinname
- Toegevoegde suikers mogen geen 10% van totale energiebehoefte overschrijden (5% sinds 2015, WHO)
- Vezelrijke voeding:
o Verlicht constipatie → verminderde transittijd, verhoogt stoelgangmassa
o Vermindert diverticulose, diverticulitis, hemorroïden, hiatus hernia, varices
o Cholesterol verlagend effect
Gezondheidsaspecten
- Te weinig KH: spierafbraak
- Te veel KH: verhoogde energie, risico op te weinig eiwitten of vetten
- Cardiovasculaire aandoeningen
o KH rijke voeding verhoogt risico door ongunstig effect cholesterol
- Diabetes type 2
o Geen invloed van KH, risico lager indien veel vezels
- Tandproblemen
o Omzetting van dissachariden in zuur: aantasting tandglazuur & tandweefsel
o Beter met fluoride
- Sport & inspanning
o KH al energieleverancier: max 60-70g/uur
o Snelle anaerobe verbranding van glucose → risico op verzuring
o Aanleg glycogeenvoorraad in spier bij & na langdurige inspanning
- Overgewicht
o Tegenstrijdige onderzoekresultaten
o Invloed van gesuikerde dranken
Speciale KH – intensieve zoetstoffen: aspartaan, sucralose, stevia
- Zoete smaak, met weinig tot geen cal - Voordelen: geen invloed op eetlust, daling
- Gebruikt in: voeding, medicijnen calorie-inname, betere tandhygiëne, geen
- Veilig binnen aanvaardbare dagelijkse inname invloed op bloedsuikerspiegel (diabetes)
Andere KH-gerelateerde
- Probiotica: yoghurt, actimel, yakult - Synbiotica: probiotica + prebiotica
- Prebiotica: ajuin, look - Postbiotica: metabole bijproducten met positief
effect op gastheer
→ klinische relevante effecten: nog niet helemaal duidelijk
4