Naar aanleiding van alle colleges dit semester heb ik in eigen woorden de stof uitgelegd en beschreven in deze samenvatting met behulp van eventuele stappenplannen en jurisprudentie
Aan de hand van dit document heb ik geleerd voor het tentamen en alles in één keer gehaald!.
Cijfer:7,5
Dit document bevat:
Van week 1 t/m 6 een uitgebreide weergave van de voorgeschreven tentamenstof. Ik heb
naar aanleiding van de colleges, literatuur en jurisprudentie een uitgebreid overzicht
geschreven.
Voor het tentamen is het van belang dat je snapt hoe de wet werkt! Ik heb daarom ook
uitgelegd hoe je de wetten in onderling verband moet gebruiken.
Er is daarom ook veel extra uitleg opgenomen in het document.
,Samenvatting literatuur – Grondrechten
Literatuur week 1 – grondrechtbescherming en de nationale rechtsorde
J. Nieuwenhuis e.a., Hoofdstukken Grondrechten, Ars Aequi Libri: Nijmegen 2021,
hoofdstukken 1, 2, 3 en paragrafen 4.1-4.3, 4.3.2, 4.5.
D. Belinfante e.a., Beginselen van het Nederlandse staatsrecht, Deventer: Wolters
Kluwer 2015, p. 226-230 (opgenomen in de reader).
Verplichte jurisprudentie:
HR 14 april 1989 (Harmonisatiewet)
ECSR 27 oktober 2009 (DCI/Nederland)
ABRvS 15 augustus 2018 (Pastafarisme)
EHRM 9 november 2021 (De Wilde/Nederland)
Wat zijn grondrechten?
De fundamentele normen die als doel hebben het individu een persoonlijk leefsfeer te
creëren, zodat hij is verzekerd van een menswaardig bestaan.
Grondrechten en mensenrechten hebben niet dezelfde betekenis. Grondrechten zijn rechten
van de mens + burgerrechten (verbonden met het staatsburgerschap). Een essentieel
verschil is dat rechten van de mens aan eenieder toekomt, terwijl burgerrechten slechts
toekomen aan de staatsburger van die staat. Tijdens dit vak wordt ‘grondrechten’ als
overkoepelende term gebruikt voor beide termen!
Grondrechten zijn één van de vier beginselen van de democratische rechtsstaat. De
rechtsstaat is verder gericht op een viertal pijlers (waaronder grondrechten).
De 4 pijlers van de rechtsstaat:
1. Algemene regels: Het ingrijpen van de overheid mag slechts geschieden o.g.v.
algemene regels: richt zich tegen willekeur en staatsrechten
2. Trias Politica: De scheiding der machten (trias politica): dit betekent dat er een
verdeling is van de overheidsmacht over verschillende organen. Dit moet ervoor zorgen
dat de wetgevende en uitvoerende macht niet samenvallen, en dus gescheiden is.
3. Rechtsbescherming: Mogelijkheid van rechtsbescherming door de onafhankelijke
rechter: als de overheid inbreuk maakt op rechtsnormen, kan de rechter daarover
oordelen.
4. Grondrechten: de vrijheid van de burger dient te worden beschermd tegen de
overheidsmacht.
Bronnen van grondrechten
1. Internationale verdragen
- IVBPR: Internationaal Verdrag inzake Burgerlijke en Politieke Rechten
- IVESCR: Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele
Rechten
- EVRM: Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens
- ESH: Europees Sociaal Handvest
2. Jurisprudentie van internationaalrechtelijke organen
- Bv. EHRM: Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Dit orgaan doet
bindende uitspraken over de interpretatie van het EVRM.
, 3. Nationale grondwet
4. Uitwerking van bepaalde grondrechten in nationale wetgeving
- Bv. de AWGB: de Algemene Wet Gelijke Behandeling
5. Jurisprudentie nationale rechter
Toenemend belang
Internationaal en nationaal vastgelegde grondrechten nemen in het Nederlandse recht een
steeds belangrijke plaats in. De oorzaken:
1. De werkingssfeer van grondrechten neemt toe
Het aantal grondrechten groeit nog steeds en de werkingssfeer van de al bestaande
grondrechten wordt uitgebreid. Bv. het recht op respect voor het privéleven, maakt nog
niet zo lang deel uit van het positieve recht, maar het aantal gevallen waarin het een rol
speelt blijft groeien.
2. Er bestaat een neiging om aan beperkingen steeds hogere eisen te stellen
Bv. de vergaande democratisering in de afgelopen jaren geleid tot het idee dat voor een
beperking van het politieke debat wel heel goede reden moet zijn. Daartegenover: de
belangen bij de bestrijding van het terrorisme worden zodanig groot geacht, dat
beperkingen van de privacy al snel acceptabel schijnen te zijn. Rechtsstaat en
veiligheidsstaat lijken daarmee tegenover elkaar te staan en dit wordt grotendeels op
grondrechtelijk terrein uitgevochten.
3. Aan grondrechten wordt steeds vaker een zekere werking in de relatie tussen
burgers onderling toegekend
De mogelijke horizontale werking van het grondrecht in contractuele en andere
civielrechtelijke verhoudingen.
4. Klassieke grondrechten worden niet meer enkel gezien als onthoudingsplicht van
de overheid
De onthoudingen kunnen gekoppeld worden aan positieve verplichtingen
5. Het internationale stelsel van grondrechtsbescherming heeft meer invloed binnen
de nationale rechtsorde
Veel grondrechtbepalingen uit klassieke grondrechtverdragen zijn eenieder verbindend en
hebben daarom voorrang binnen de Nederlandse rechtsorde
Klassieke en sociale grondrechten
De 3 elementen van grondrechten:
1. Respect: de overheid moet zich in bepaalde opzichten onthouden
2. Protect: zij dienen de rechten tussen burgers onderling te waarborgen
3. Fulfill: zij dienen eventueel zelf faciliteiten te verschaffen. Er wordt onderscheid gemaakt
tussen klassieke en sociale grondrechten.
Klassieke grondrechten
Worden getypeerd als vrijheidsrechten, dienen als afweermechanisme en bakenen de
grenzen van vrijheid af waar de overheid niet in mag treden. Ook worden ze getypeerd als
onthoudingsplicht voor de overheid (negatieve verplichtingen). Zo min mogelijk
overheidsbemoeienis. Zie art. 1 t/m 18 Gw en art. 8 t/m 11 EVRM.
Sociale grondrechten
Zijn sociaaleconomische grondrechten waarbij de overheid actief moet handelen. Ook wel
positieve verplichtingen genoemd, zie art. 19 t/m 23 Gw, ESH en IVESCR. Verlangen juist
overheidsbemoeienis.
, Verschillen klassieke en sociale grondrechten
1. Klassieke grondrechten willen zo min mogelijk overheidsbemoeienis, sociale
grondrechten verlangen juist wel overheidsbemoeienis (zorgplicht).
2. Klassieke grondrechten zijn afdwingbaar bij de rechter, sociale grondrechten niet. De
vraag of een grondrechtbepaling afdwingbaar is, is afhankelijk of dat recht eenieder
verbindend is. Grondrechtbepalingen die een opdracht geven aan de staat zijn (in
beginsel) niet afdwingbaar.
3. Klassieke grondrechten kunnen zonder nadere uitwerking als objectief recht
functioneren en zijn in beginsel eenieder verbindende bepalingen. Bij sociale
grondrechten is het afhankelijk van collectieve beslissingen hoe ze nader worden
ingevuld. Hierbij moeten de volgende vragen beantwoord worden: (1) wanneer moet de
overheid optreden? En (2) welk optreden van de overheid is het meest aangewezen
voor het specifieke geval?
4. Klassieke grondrechten zijn voor het individu, sociale grondrechten hoeven niet als
individuele rechten geformuleerd te zijn en dienen veelal het belang van de bevolking als
geheel
Een derde soort grondrecht zijn de solidarity rights (groepsrechten). Het
zelfbeschikkingsrecht van volkeren valt bv. hieronder.
Reikwijdte grondrechten
Voordat iemand een beroep kan doen op de bescherming van het grondrechtartikel, is het
van belang om te concluderen of de gedraging/handeling onder de reikwijdte (bescherming)
van het grondrecht valt.
Verticale werking: Ziet op de verhouding overheid vs. Burger.
Horizontale werking: Burgers onderling (privaatrechtelijk)
Dragers van grondrechten
Er is enig nader onderzoek vereist naar de stelling dat het individu de drager is van
grondrechten (in het positieve recht). Dit hoeft het gegeven dat grondrechten naar hun aard
aan een natuurlijk persoon toekomen, niet te betekenen dat er geen andere
grondrechtdragers zijn.
Individuen
De meeste klassieke grondrechten komen aan elk individu toe. Het vrijwel algemene
uitgangspunt dat een individu steeds drager is van een grondrecht vereist in bepaalde
gevallen nuancering:
- Buitenlanders
Onderscheid tussen:
Droits de l’homme: rechten die eenieder toekomen
Droits du citoyen: grondrechten in het positieve recht die gekoppeld zijn aan nationaliteit
(burgerschapsrechten). Bv. kiesrecht in Nederland komt alleen toe aan individuen met
de Nederlandse nationaliteit.
Het is belangrijk om te weten wie de drager is van het grondrecht, omdat die wordt
beschermd. Als een grondrechtartikel zegt ‘eenieder’ (art. 1 Gw), dan geldt dit voor iedereen.
Als er wordt gesproken over ‘Nederlanders’, dan vallen alleen zij onder de reikwijdte en
vreemdelingen niet.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur tanishavanaalst. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €15,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.