PID: deel 2, persoonlijkheid
Herhaling: PID deel 1
Differentiële psychologie/ psychologie v individuele verschillen
Psychologie van verschillen
o (vooral) tussen mensen (tussen individuen, tussen mannen en vrouwen, tussen
groepen..)
o (maar ook bijkomend) binnen mensen (over de tijd, in verschillende situaties, en hoe
dit anders kan zijn voor verschillende personen)
o Algemene psychologie: algemene wetten
2 grote deeldomeinen
o Intelligentie, cognitief functioneren
o Persoonlijkheid
bv. karakter, emoties
Persoonlijkheidspsychologie
Korte herhaling:
2 grote visies op persoonlijkheid:
1. Trekvisie
2. Interactionistische visie
Trekvisie:
Nomothetische trekconcept: 3 cruciale eigenschappen:
1. Trekken zijn interne, stabiele eigenschappen van een individu die deze van moment tot
moment, situatie tot situatie met zich meedraagt een trek is geen tijdelijke eigenschap
maar is iets dat de persoon altijd meedraagt, geven aanleiding tot consistent patroon van
gedrag
bv. haarkleur en haarsnit, agressie vs. mening
2. Trekken zijn causaal: ze verklaren het gedrag van het individu, de interne eigenschappen
beïnvloeden, bepalen gedrag
bv. extraversie
3. Trekken nemen de vorm aan van (hypothetische) dimensies waarop mensen
verschillende plaats kunnen innemen (les 1, dia 32)
Belangrijkste implicaties
1. Hoofdeffect van persoon is belangrijkste manier om individuele verschillen in
persoonlijkheid, gedrag op te vatten
2. Gedrag wordt gekenmerkt door relatief hoge
- Type A consistentie = cross-temporele stabiliteit van (ind versch in) gedrag zelfde G, zelfde S
- Type B consistentie = cross-situationele stabiliteit van (ind versch in) gedrag zelfde G, andere
S
- Type C-consistentie = cross-uitingsstabiliteit van (ind versch in) gedrag ander G, zelfde S
- Type D-consistentie = predictie van concreet gedrag op basis van trekscores
ander G, andere S
Bijvoorbeeld: individuele verschillen in stressgevoeligheid
tussen Jan en An:
An > Jan
1
, HE van de persoon + individuele verschillen zijn consistent: An>Jan
(Ook HE van de situatie: date>ruzie>tandarts… dit wordt niet tegengesproken door
Trekpsychologie, maar is niet direct relevant voor individuele verschillen)
Interactionistische visie:
Cruciale assumpties:
1. Persoonlijkheid is een systeem van processen dat iemands reactie op een concrete situatie
bepaalt (cfr. CAPS systeem Mischel)
2. Omdat bepaalde situaties bij een bepaald persoon andere processen kunnen ontlokken, is
iemands gedrag een functie van de INTERACTIE tussen persoon en omgeving
3. De uitkomst hiervan is dat persoonlijkheid kan beschreven worden in termen van ALS
(bepaalde situatie) DAN (bepaald gedrag) gedragshandtekeningen
Individuele verschillen in de trek stressgevoeligheid tussen Jan en An in verschillende situaties:
Interactionisme zegt dat werkelijkheid er eerder zo uitziet:
HE van de persoon? Misschien is An>Jan gemiddeld genomen, maar individuele verschillen
zijn niet consistent over situaties!
Grotere bijdrage van interactie tussen P en S:
verschil tussen An en Jan hangt af van
situatie!!
(Ook HE van de situatie: dit wordt niet
tegengesproken door interactionisme, maar is
niet direct relevant voor individuele
verschillen)
Belangrijkste implicaties
1. Interactie tussen persoon en situatie is belangrijkste manier om individuele verschillen in
persoonlijkheid, gedrag op te vatten
2. Gedrag wordt gekenmerkt door relatief hoge
- type A consistentie = cross-temporele stabiliteit van (ind versch in) gedrag
MAAR door relatief lage
- type B consistentie = cross-situationele stabiliteit van (ind versch in) gedrag
- type C-consistentie = cross-uitingsstabiliteit van (ind versch in) gedrag
- type D-consistentie = predictie van concreet gedrag op basis van trekscores
Wie heeft gelijk?
1. Aan ene kant:
Trekken zijn relatief cross-temporeel consistent;
Er zijn consistente individuele verschillen in algemene gedragstendenzen
Deze verschillen voorspellen ook belangrijke levensoutcomes
2. Aan andere kant
CONCLUSIE:
Concreet gedrag is weinig consistent van situatie tot situatie
Mensen worden gekenmerkt door (individuele verschillen in) algemene gedragstendenzen
Concrete gedragsuitingen correleren ook niet sterk onderling
Deze gedragstendenzen zijn relatief stabiel, en hebben een voorspellende kracht voor
En worden slechts in beperkte mate voorspeld door trekken
levensoutcomes
MAAR zijn weinig informatief voor de predictie van concreet gedrag
OMDAT dergelijk gedrag mede bepaald wordt in interactie met de specifieke situatie
Hedendaags persoonlijkheidsonderzoek:
2
,1. Trekvisie domineert
- wijd verspreide empirische theorie van structuur van persoonlijkheid (Big Five)
- consistent theoretisch kader geeft mogelijkheid tot cumulatieve wetenschap
- makkelijk te onderzoeken (eenvoudige trekvragenlijsten)
2. Interactionisme
- assumpties worden nochtans algemeen aanvaard
- maar moeilijker te onderzoeken
- gebrek aan omvattende theorie van persoonlijkheid die de voornaamste processen en
structuren met naam noemt
→ Dit wordt ook reflecteert in wat er komt tijdens de komende lessenreeks
Hoofdstuk 6: genen en persoonlijkheid
Enkele vragen
Komende lessen: biologische benadering van PH
Nu: gedragsgenetica
Is persoonlijkheid erfelijk? In welke mate? Wat wel en wat niet?
Hoe wordt dit onderzocht?
3
, Wat met de rol van opvoeding, omgevingsinvloeden?
Hoe ziet hedendaagse gedragsgenetica eruit?
Inleiding
2 identieke tweelingen gescheiden bij geboorte, rond 40j.: contact
o Opvallende gelijkenissen: (mensen die totaal niks met elkaar te maken hebben)
Gewicht, lengte, uitzicht
Zelfde job (sheriff)
Twee keer getrouwd, vrouwen, zoons hadden zelfde naam
Rookten zelfde sigaretten, dronken zelfde bier, beten vingernagels
o Verschillen: de ene meer adhoc verbaal, de andere beter in schrijven, haar lag anders
Toeval? Spelen genen een cruciale rol in PH?
Het menselijk genoom
“Genoom” verwijst naar de hele verzameling genen dat een organisme bezit
Bestaat uit DNA of DesoxyriboNucleïneZuur: dubbele helix opgebouwd uit nucleotiden van
o Fosfaatgroep (zuur),
o Suikers (desoxyribose), en
o 4 soorten basen (Adenine-Thymine, en Guanine-Cytosine)
Gen bestaat uit specifieke combinaties DNA-nucleotiden die kunnen coderen voor een specifiek
proteïne of eigenschap
o Bouw lichaam en functies
o Aanleg voor bepaalde aandoeningen
o Rol in psychologische eigenschap
Menselijk genoom bevat 20,000-25,000 genen op 23 paar chromosomen (helft vader, helft
moeder)
Complex geheel:
o Veel genen
o De manier van coderen kan bovendien sterk variëren
o “Genetisch afval” (98% niet coderend) blijkt toch functioneel (bv. Bepaalt in welke
mate omliggende genen tot expressie komen)
Human Genome Project is opgezet om de sequentie van het menselijk genoom te identificeren,
nl. de specifieke DNA-molecule sequenties in de mens (2003)
Maar dit betekent niet dat daarmee de functie van elk gen gekend is
Bovendien worden vele (meeste) eigenschappen niet door een enkel gen maar door combinatie
van vele genen gedetermineerd, en door mate van genexpressie
De meeste genen in het menselijk genoom zijn dezelfde voor iedereen (99+%)
o Bv. lichaamseigenschappen
MAAR een kleiner aantal genen kan verschillen tussen mensen, waaronder genen die coderen
voor lichamelijke en psychische trekken:
o Bv. Kleur ogen, extraversie en introversie
Mensen verschillen dus in genoom (genotype) en hoe dit tot uiting komt, en dit kan
samenhangen met bepaalde verschillen in hoe ze zijn (phenotype)
Doel van gedragsgenetica
Welke menselijke eigenschappen zijn
o Volledig genetisch bepaald? Geslacht, oogkleur, haarkleur, lengte, …
o Volledig door opvoeding, omgeving bepaald? Moedertaal, SES, geloof, …
Meeste eigenschappen zijn zowel genetisch- als omgevingsbepaald
Doelen van gedragsgenetica:
4