H7

Portaal: praktische taaldidactiek voor het basisonderwijs
H3+4 Portaal: praktische taaldidactiek voor het basisonderwijs
Haal jouw Portaal Taaltoets PABO in 1 keer met deze praktische samenvatting!
Tout pour ce livre (235)
École, étude et sujet
Hogeschool Utrecht (HU)
Leraarbasisonderwijs/PABO
Taal
Tous les documents sur ce sujet (3)
Vendeur
S'abonner
Pabogirlzz
Aperçu du contenu
H5 Geletterdheid: Lezen
Lezen: het achterhalen van de betekenis van geschreven taal. Een veel gehanteerde
definitie van lezen is: het achterhalen van de betekenis van geschreven taal. Het
achterhalen van de betekenis is immers geen doel op zich, maar een middel om een
bepaald doel te bereiken.
We maken onderscheid tussen twee soorten kennis:
● Kennis van de taal
● Kennis van de wereld
Om volwaardig deel te kunnen uitmaken van de maatschappij, dat wil zeggen zonder
voortdurend afhankelijk te zijn van anderen, moeten we al deze verschillende teksten
kunnen gebruiken en begrijpen. Om uiteenlopende redenen kent ons welvarende land
nog steeds een groot percentage functioneel analfabeten of laaggeletterden: mensen
die de teksten die ze geacht worden te kunnen lezen niet of nauwelijks begrijpen. Deze
mensen zijn beperkt in hun mogelijkheden om deelt te nemen aan activiteiten waarbij
lezen en schrijven vanzelfsprekend zijn. Ze hebben moeite om zich staande te houden,
want het leven in Nederland brengt veel papierwerk met zich mee. Beroepen van
vroeger waar het minder van belang was, is het nu ook van belang. Geletterd zijn
betekent dan niet alleen de techniek van het lezen en schrijven beheersen, maar ook
teksten kunnen kiezen en begrijpen die passen bij de doelen die je hebt. Als iemand de
laatste niet kan, spreken we ook wel van functioneel analfabetisme of laaggeletterdheid.
In het dagelijks leven lezen mensen om iets te weten te komen, om plezier te beleven
aan een tekst of om iets te kunnen uitvoeren. Op school ligt dit anders daar krijgen
leerlingen vaak teksten onder hun neus, die ze zelf niet gekozen hebben en die enkel
lijken te zijn om strategieën te oefenen of om vragen over te beantwoorden. Het
uiteindelijke doel blijft veelal onduidelijk. Antwoorden op de vragen als “Waarom lezen
we de tekst”, “wat wil ik ermee” en “wat kan ik ermee?” komen niet of nauwelijks aan de
orde. Dit komt de motivatie om te lezen niet de goede. Dat blijkt ook uit een groot
internationaal vergelijkend onderzoek (PIRLS) naar leesvaardigheid dat sinds 2001 elke
5 jaar uitgevoerd wordt. Meer dan helft van de Nederlandse leerlingen in groep 6 vindt
lezen niet leuk en bijna de helft leest thuis nooit. In de definitie van lezen die in het
betreffende onderzoek gehanteerd wordt, wordt gesteld dat het kunnen begrijpen van
teksten om een drietal redenen van belang is:
● Kunnen leren
● Kunnen deelnemen aan de maatschappij
● Kunnen genieten van lezen.
Lezen, schrijven, luisteren en spreken zijn taalvaardigheden; middelen die je in staat
stellen om jezelf te uiten (expressieve functie), om met andere Mensen te
,communiceren (communicatieve functie) en om greep te krijgen op de wereld om je
heen (conceptualiserende functie). Taalbeschouwing, woordenschat en spelling staan in
dienst van deze vaardigheden. Lezen en luisteren worden receptieve vaardigheden
genoemd en spreken en schrijven productieve vaardigheden. Lezen en luisteren leveren
geen direct meetbaar product op; spreken en schrijven wel, namelijk een gesproken of
geschreven tekst. Lezen we schrijven zijn nauwelijks met elkaar verbonden; je leest
immers iets wat een ander geschreven heeft. Maar ook spreken en luisteren heeft te
maken met lezen. Wanneer je lezen en schrijven vergelijk met luisteren spreken zijn er
twee opvallende verschillen:
● Bij lezen schrijven is de gesprekspartner afwezig. Wanneer je luistert naar iemand
met wie je in gesprek bent, ben je in gelegenheid om meteen te reageren op wat
hij zegt. Als je dat niet begrijpt, kun je vragen om verheldering. Bij het lezen van
de tekst ontbreken die mogelijkheden en moet je naar andere middelen de
boodschap achterhalen of de betekenis controleren.
● Het taalgebruik in geschreven tekst is formeler. De zinnen zijn grammaticaal
complexer, er worden meer niet-frequente woorden gebruikt en een worden
woorden gebruikt die net iets anders betekenen dan In de dagelijkse situatie
Modellen van het lezen proces
Om inzichtelijk te maken wat deze is zijn door diverse onderzoekers modellen
opgesteld. Deze modellen werken we hier kort uit:
Het bottom-up model: Lezen verloopt van laaghordeprocessen (letter en
woordherkenning) naar hooghordeprocessen (begrip). Visuele discriminatie: de visuele
informatie (letters/woorden) wordt herkend doordat de leze gebruikmaakt van de
onderscheidende kenmerken van die letters. Teken-klankkoppeling: de informatie van de
visuele discriminatie wordt gekoppeld aan een klank.Na de teken-klankkoppeling kan er
betekenis aan worden toegekend. Geoefende lezers gebruiken de teken-klankkoppeling
alleen bij onbekende woorden. Dit model verklaart niet hoe het mogelijk is dat
bestaande woorden eerder herkend worden dan onzinwoorden en dat goed voorlezen
pas mogelijk is als een zin goed begrepen is. De hoge-ordeprocessen lijken de lage-orde
processen te beïnvloeden.
Top-downmodel: Lezen verloopt van hoge-ordeprocessen naar lage-ordeprocessen. Op
basis van visuele informatie activeert de lezer zijn eerder opgedane kennis en vormt hij
tijdens het lezen verwachtingen (hypotheses) over het verdere verloop van de zin of
tekst. Bij “ik moet mijn band nog …” is het te verwachten dat het volgende woord
“plakken” is. Dit kan de lezer toetsen door de minimaal benodigde visuele informatie te
bekijken. De letter “p” is als genoeg om te weten dat er aan de verwachting wordt
voldaan. Dit model verklaart waarom een lezer een tekst over een bekend onderwerp
sneller kan lezen dan een tekst over een onderwerp waar hij niet bekend mee is.
, Interactieve model: Lage-ordeprocessen en hoge-ordeprocessen beïnvloeden elkaar. Een
goed verlopend woordherkenningsproces zorgt ervoor dat begrip gemakkelijker tot
stand komt (laaghoog) terwijl door de kennis van de taal en van de wereld in te zetten
die herkenning sneller tot stand komt (hoog laag). Dit model verklaart het best de
cognitieve belasting die mensen ervaren bij het lezen van een moeilijke tekst. Dit lijkt
dan ook de meest realistische weergave van het leesproces te zijn.
Een goede lezer heeft de kenmerken:
● Heeft een leesdoel: de lezer zoekt daarbij een tekst die hij wil benutten om het
doel te bereiken.
● Maakt gebruik van aanwijzingen rondom de tekst: zoals illustraties, tekstdrager
(bron waar de tekst vandaan komt), vormgeving en auteur.
● Roept eerder verworven kennis op.
● Kiest een bepaalde leesmanier: zoekend lezen, nauwkeurig lezen etc.
● Maakt al lezend steeds gebruik van zijn kennis van de taal.
● Hij gaat tijdens het lezen na of hij de tekst nog steeds begrijpt (monitoren).
● Hij bepaalt na het lezen of hij zijn leesdoel heeft bereikt.
Om te kunnen lezen heb je kennis van taal nodig en kennis van de wereld.
Vormen van kennis van taal:
● Orthografische en fonologische kennis: een lezer heeft letterkennis nodig en kennis
over hoe je de letters verklankt.
● Morfologische kennis: heeft betrekking op de opbouw van woorden (verbuigingen,
vervoegingen, samenstellingen en afleidingen) en bevordert het vermogen om
de betekenis van een onbekend woord af te leiden.
● Semantische kennis: betekenis van woorden in de goede context kunnen plaatsen
en woordkennis.
● Syntactische kennis: gebruik maken van grammaticale of syntactische kennis om
betekenis toe te kennen aan een tekst.
● Tekstuele kennis en pragmatische kennis: kennis hebben van (functies van)
tekstsoorten.
Kennis van de wereld: het soort kennis dat je nodig hebt om de zinnen in een tekst te
kunnen interpreteren en daarmee te begrijpen. Hoe meer (culturele, geschiedkundige,
aardrijkskundige, huis-tuin-en-keuken etc.) kennis van de wereld je hebt, hoe meer
voorkennis je moet activeren en hoe eenvoudiger het wordt om teksten te begrijpen.
Taalgebruikers maken meestal een inschatting van de aanwezige voorkennis van hun
gesprekspartner/lezers en stemmen daar hun verhaal op af. Technisch lezen is een
techniek van het lezen (letter-klankkoppeling) onder de knie krijgen. Eerst aan de hand
van losse letters en woorden, daarna aan de hand van eenvoudige teksten. Vervolgens
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Pabogirlzz. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.