Gehele samenvatting voor strafrecht. Met een 8.5 afgerond!
Met deze samenvatting een 8.5 gehaald !!!
Tout pour ce livre (55)
École, étude et sujet
Hogeschool Windesheim (HW)
hbo Rechten
Praktisch strafrecht
Tous les documents sur ce sujet (39)
23
revues
Par: dmohammed01 • 1 année de cela
Par: hadassacompanjen • 1 année de cela
Par: goverduijn • 1 année de cela
Par: ellavdbrink5 • 1 année de cela
Par: Krosha • 1 année de cela
Traduit par Google
Very nice summary, I got 8.4 on my exam!
Par: amalelhaddadi22 • 1 année de cela
Par: WesselBa • 1 année de cela
Afficher plus de commentaires
Vendeur
S'abonner
lies2642
Avis reçus
Aperçu du contenu
Het strafbare feit (materieel),
College 1
Strafrecht is het deel van het publiekrecht waarbij bepaalde handelingen strafbaar worden gesteld.
Het doel hiervan is algemene preventie (voorkomen), vergelding (genoegdoening) en speciale
preventie (voorkomen dat mensen nogmaals de fout ingaan).
Materieel strafrecht alle verboden gedragingen, Wetboek van Strafrecht, wat mag wel en niet.
Formeel strafrecht strafproces, de bevoegdheden, de opsporing, wetboek van strafvordering.
Procedure:
- Rechtbank politierechter: alleensprekende rechter, die oordeelt over eenvoudige misdrijven,
kantonrechter: oordeelt over kleine overtredingen.
- Gerechtshof oordeelt in hoger beroep over strafzaken
- Hoge Raad
1. Strafbaar gedrag
Menselijke gedraging die valt binnen een wettelijke delictsomschrijving die wederrechtelijk is en aan
schuld te wijten is.
1.1. Menselijke gedraging
Een persoon heeft een gewilde spierbeweging uitgeoefend, dit kan een doen of nalaten zijn.
Een nalaten is strafbaar als een persoon een spierbeweging had kunnen maken, maar dit niet heeft
gedaan.
Voorbeeld: Piet loopt door het bos. Op een gegeven moment hoort hij hulpgeroep van een oude
man. Piet ziet hoe de man in een meertje is gevallen en op het punt staat te verdrinken. De man
schreeuwt om hulp, maar Piet helpt de man niet. Na enkele minuten verdrinkt de oude man. Piet
wordt door de officier van justitie vervolgd omdat Piet geen spierkracht heeft uitgeoefend, terwijl hij
dit had kunnen doen.
Als een rechtspersoon (bv of nv) een strafbaar feit pleegt, noemen we dat functioneel daderschap.
1.2. Wettelijke delictsomschrijving
In een delictsomschrijving staat beschreven welke gedragingen strafbaar zijn. Dit moet in de wet zijn
vastgelegd. Hierbij is het legaliteitsbeginsel van toepassing: iets is pas strafbaar als er voorafgaand
aan de gedraging een wettelijke strafbepaling is geformuleerd. Als een menselijke gedraging niet
onder een delictsomschrijving is te brengen, is er nooit sprake van een strafbaar feit.
1.3. Wederrechtelijke gedraging
Een gedraging is wederrechtelijk als het in strijd is met het recht. Als een gedraging voldoet aan een
delictsomschrijving, is het vaak ook wederrechtelijk, behalve als er sprake is van een
rechtvaardigingsgrond. In dit geval is er niet sprake van een wederrechtelijke gedraging.
,1.4. Schuld
De menselijke gedraging die onder een delictsomschrijving valt en wederrechtelijk is, moet aan
schuld te wijten zijn. De gedraging moet de verdachte dus kunnen worden toegerekend. Hiervan is
sprake als de verdachte anders had kunnen handelen, maar dit niet heeft gedaan. Als de verdachte
terecht beroep doet op een schulduitsluitingsgrond, is er niet sprake van verwijt.
2. Bestanddelen en elementen
Bestanddelen: onderdelen van de delictsomschrijving. Dit staat in de tenlastelegging beschreven en
moet bewezen verklaard worden door de rechter. Het zijn voorwaarden voor een strafbaar feit.
Elementen: ongeschreven voorwaarden om iemand te kunnen straffen, hierbij gaat het om
wederrechtelijkheid en schuld. Deze elementen worden verondersteld.
Soms wordt wederrechtelijkheid en schuld wel opgenomen in de delictsomschrijving. In dit geval is
het wél een bestandsdeel. Dan heeft wederrechtelijkheid ook een andere betekenis: zonder
toestemming van de rechthebbende.
3. Typen delicten
Elk strafbaar feit is onder te verdelen in een type delict. Er zijn 4 soorten delicten:
3.1. Misdrijven en overtredingen
Misdrijven: worden zwaarder bestraft en behoren tot de bevoegdheid van de rechtbank.
Overtredingen: worden lichter bestraft en behoren tot de bevoegdheid van de kantonrechter.
3.2. Formele en materiële delicten
Formeel delict: het handelen is strafbaar. Het gaat hierbij niet om het gevolg. Vb. diefstal
Materieel delict: het gevolg van de handeling is strafbaar. Vb. doodslag (het gaat niet om de manier)
3.3 Commissie- en omissiedelicten
Commissiedelict: de handeling is strafbaar. Vb. diefstal, mishandeling
Omissiedelict: het nalaten is strafbaar. Vb. het nalaten hulp te verlenen aan iemand in levensgevaar.
3.4. Gronddelicten, gekwalificeerde delicten en geprivilegieerde delicten
Gronddelict: het basisdelict dat strafbaar is. Vb. doodslag
Gekwalificeerd delict: een ernstiger delict dan het gronddelict, extra bestanddeel. Vb. moord
Geprivilegieerd delict: lichtere variant van het gronddelict. Vb. kinderdoodslag
, Opzet en schuld (materieel),
College 2
1. Opzet (als bestanddeel)
Er kan ook sprake zijn van opzet zonder dat iemand kwaad in de zin heeft gehad.
Er zijn 2 betekenissen van opzet: boos opzet en kleurloos opzet.
1.1. Betekenissen van opzet
Boos opzet:
- De verdachte heeft willens en wetens de strafwet overtreden.
- De verdachte weet dat wat hij doet strafbaar is.
- De verdachte heeft het gewild.
- Vaak onpraktisch: hoe bewijs je dat de verdachte wist dat wat hij deed strafbaar was?
Kleurloos opzet:
- Er wordt gekeken naar het handelen van de verdachte.
- Hij weet niet dat hij de strafwet overtrad.
- Er is alleen sprake van willens en wetens handelen, dan is er al sprake van opzet.
- Dit hebben ze ingevoerd omdat dit makkelijker te bewijzen is i.t.t. boos opzet waarbij ze
moeten bewijzen dat de verdachte wist dat hij strafbaar was.
1.2. Vormen van opzet
Bij zwaardere vormen van opzet ligt de nadruk op willen. Bij lichtere vormen licht de nadruk op
weten.
Opzet als bedoeling: een verdachte heeft een bepaalde bedoeling en daarom pleegt hij een strafbaar
feit. Het gevolg is gewild en daarom handelt hij. Hierbij is het niet van belang of het gevolg
daadwerkelijk is ingetreden. Vb. moordpoging waarbij de kogel mist.
Opzet als zekerheidsbewustzijn: een verdachte heeft een bepaald doel willen bereiken, maar het
rechtstreekse gevolg is een ongewild gevolg. De dader weet echter dat dit niet-beoogde gevolg zal
intreden door zijn handelen en hij aanvaard dit gevolg. Vb. brandstichting waarbij mensen
omkwamen. Hij wist dat mensen zouden omkomen, ook al was brandstichting zijn doel. Of 9/11.
Opzet als waarschijnlijkheidsbewustzijn: de verdachte weet dat het gevolg waarschijnlijk zal
intreden, maar laat zich hierdoor niet afschrikken.
Voorwaardelijk opzet: lichtste vorm van opzet: hij is zich bewust van de mogelijke gevolgen en
aanvaard deze gevolgen ook.
2. Schuld (als bestanddeel)
Er is sprake van schuld als iemand een verwijt kan worden gemaakt, het gaat er dus niet om of
iemand expres heeft gehandeld; vaak is er dan sprake van opzet. Bij schuld is er dan ook een
ongewild gevolg ingetreden.
Definitie van schuld:
‘De aanmerkelijke mate van verwijtbare onvoorzichtigheid’
, Bij schuld is er dus een ongewild gevolg ingetreden door:
- aanmerkelijke mate van verwijtbaar gedrag
- onvoorzichtigheid zorgvuldigheidseisen.
De gevolgen zijn niet aanvaard, wat wel het geval is bij opzet.
Bij voorwaardelijke opzet en bewuste schuld is het verschil dat bij opzet hij het gevolg aanvaard
waarbij bij schuld het gevolg niet aanvaard wordt, de risico’s worden verkeerd ingeschat. Wel is bij
beide gevallen de dader bewust dat het gevolg kan intreden.
Bij opzet moet je dus bewijzen dat iemand de gevolgen aanvaardde, wat moeilijker is dan het
bewijzen van schuld. Vb. stratenrace, waarbij de rechter oordeelde dat er geen sprake was van
opzet.
2.1. Onvoorzichtigheid
Wat een verdachte heeft gedaan, wordt vergeleken met wat een normaal persoon in dezelfde
situatie zou doen. Er is sprake van onvoorzichtigheid wanneer zijn handelen onder de
maatschappelijke norm is en de ingetreden gevolgen voorzienbaar zijn. risico’s nemen die door de
maatschappij als onaanvaardbaar of ongeoorloofd bestempeld worden.
Zorgvuldigheidseisen:
Het zorgvuldig handelen wordt vastgelegd in regels, instructies, wetten en afspraken.
Wanneer een persoon een dergelijke regel overtreedt, is er sprake van onzorgvuldig handelen en is
er sprake van onvoorzichtigheid. Deze regels zijn afhankelijk van de context en omstandigheden.
Hierbij is er sprake van de Garantenstellung: er wordt meer verwacht van een deskundig persoon.
2.2. Verwijtbaarheid
Bij schuld moet er sprake zijn van een verwijtbare onvoorzichtigheid. Als er sprake is van
onvoorzichtigheid, is vrijwel altijd ook sprake van verwijtbaarheid. Alleen als er een succesvol beroep
op een schulduitsluitingsgrond is, is er geen sprake van verwijtbaarheid.
2.3. Aanmerkelijke mate
De verwijtbare onvoorzichtigheid moet van voldoende betekenis zijn om van schuld te kunnen
spreken. Aanmerkelijk betekent belangrijk: de gedraging moet dus belangrijk genoeg zijn om de
verdachte toe te rekenen.
2.4. Bewuste on onbewuste schuld
Bewuste schuld: de dader is bewust van het risico maar aanvaard het gevolg niet en maakt een
verkeerde inschatting. Hij vertrouwt erop dat het goed zal aflopen. Vb. Jan Dirk wilde met pijl en
boog een appel van het hoofd van zijn vriend schieten door een weddenschap. Hij denkt wel aan de
mogelijkheid dat hij zijn vriend zou raken, maar vertrouwt erop dat het goed zal gaan. De pijl gaat
echter door het hoofd van zijn vriend, die op slag dood is.
Onbewuste schuld: de dader had beter moeten weten. De verdachte heeft niet eens gedacht aan het
gevolg terwijl dat wel zou moeten. Vb. Piet houdt met een bal zo vaak mogelijk hoog terwijl zijn
vriend de barbecue aan heeft gezet. Na een paar keer raakt de bal de barbecue waarop de barbecue
omvalt en de tent helemaal afbrandt. Piet was zich hier niet van bewust, terwijl dat wel zou moeten.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lies2642. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.