Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Praktisch Fiscaalrecht, editie , 9 op tentamen! €2,99
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Praktisch Fiscaalrecht, editie , 9 op tentamen!

6 revues
 334 vues  35 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Praktisch Fiscaalrecht, editie , met voorbeelden. Samengevat: H1, H2, H3 behalve 3.3.2 en 3.3.3, H4 behalve 4.2.3, H5 behalve 5.5, H6, H7, H8 behalve 8.3.2 en 8.3.3, H9 alleen 9.1.1 en vennootschapstarief, H10 behalve 10.6

Aperçu 4 sur 42  pages

  • Non
  • H1, h2, h3 behalve 3.3.2 en 3.3.3, h4 behalve 4.2.3, h5 behalve 5.5, h6, h7, h8 behalve 8.3.2 en 8.3
  • 8 janvier 2020
  • 42
  • 2019/2020
  • Resume

6  revues

review-writer-avatar

Par: sophiekijlstra • 3 année de cela

Traduit par Google

clear nice summary

review-writer-avatar

Par: ridwanmagan1 • 3 année de cela

review-writer-avatar

Par: Fajah75 • 3 année de cela

review-writer-avatar

Par: dionboven • 3 année de cela

review-writer-avatar

Par: jeroenkreeft • 3 année de cela

review-writer-avatar

Par: elinebulthuis • 4 année de cela

avatar-seller
Belastingrecht in Nederland,
College 1

1. Inleiding
We betalen belastingen ter financiering van voorzieningen door de overheid. Daarnaast kan de
overheid ook bepaald gedrag stimuleren/controleren door belastingheffing.

1.1. Inkomsten overheid
- Belastingen
- Premies sociale verzekeringen
- Gasinkomsten
- Overige inkomsten

1.2. Belastingheffing
- Draagkrachtbeginsel: de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten, hoe meer je verdient, hoe
hoger het tarief dat je aan belasting betaalt.
- Profijtbeginsel (degene die profijt hebben van iets, betalen belasting vb. wegenbelasting
- De vervuiler betaalt (heffing op milieuvervuilende activiteiten)

1.3. Soorten belasting
- Inkomstenbelasting (IB)  belasting over het inkomen
- Vennootschapsbelasting (VPB)  belasting over de winst van rechtspersonen (bijv. bv)
- Loonbelasting (LB)  belasting over het loon van een werknemer
- Omzetbelasting (OB)  door ondernemers. Het gaat over de levering van goederen en diensten.
- Dividendbelasting (Div)  belasting over de winstuitkering op aandelen
- Erfbelasting  belasting over een erfenis
- Schenkbelasting  belasting over een schenking
- Kansspelbelasting  belasting over gewonnen geldprijzen
- Overdrachtsbelasting (OVB)  belasting bij het verkrijgen van onroerend goed.
- Motorrijtuigenbelasting  belasting bij het hebben van een auto of motorrijwiel.
- Belasting van personenauto’s en motorrijwielen (BPM)  belasting bij registratie “…”
- Accijnzen  Accijns wordt geheven op bijv. alcohol en tabaksproducten
- Milieuheffingen  bijv. belasting op leidingwater, kolenbelasting en energiebelasting
- Provinciale belastingen en gemeentelijke belastingen  bijv. hondenbelasting

1.4. Vindplaats belastingrecht
- Formele belastingwetgeving: hoe komt de belasting bij de overheid?
- Algemene wet bestuursrecht
- Algemene wet inzake rijksbelastingen
- Materiële belastingwetgeving: waarover moet je belasting betalen en hoeveel?
- Wet op de inkomstenbelasting
- Wet op de omzetbelasting
- Successiewet
- Uitvoeringsregelingen en uitvoeringsbesluiten: gemaakt door Minister van Financiën.
- Richtlijnen: afspraken binnen de EU, ieder land is verplicht het in de wetgeving op te nemen.

,- Jurisprudentie: wanneer een belastingplichtige en de Belastingdienst het niet eens zijn met elkaar.
- Resoluties: door staatssecretaris via besluiten een toelichting gegeven hoe een wetsartikel moet
worden uitgelegd. De Belastingdienst moet dit besluit volgen.
- Algemene beginselen van behoorlijk bestuur: gedragsregels voor de overheid.
- Vertrouwensbeginsel: de belastingplichtige mag vertrouwen op gedragingen van de overheid.
- Gelijkheidsbeginsel: gelijke behandeling van gelijke gevallen.

, Formeel belastingrecht,
College 1

Materieel belastingrecht: wie is belastingplichtig? Waarover moet belasting worden betaald?
Hoeveel belasting?
Formeel belastingrecht: hoe moet aangifte worden gedaan? Wanneer moet aangifte worden
gedaan? Wanneer moet belasting worden betaald?

Woon- en vestigingsplaats:
Van belang is waar de belastingplichtige woont of is gevestigd. Je bent inkomstenbelasting schuldig
wanneer je in Nederland woont of in Nederland verdient: in Nederland gevestigde lichamen. Hierbij
wordt er ook gekeken naar je familie en je sociale activiteiten. Vb. Iemand staat in het
bevolkingsregister ingeschreven in België en daar woont hij ook. Wel heeft hij een huurwoning in
Nederland met zijn gezin, een onderneming en heeft hij veel sociale activiteiten in Nederland. De
woonplaats van diegene is dan alsnog in Nederland en diegene is dan ook belastingplichtig.

1. Aangifte
De inspecteur doet uitnodiging tot aangifte bij degene die naar zijn mening vermoedelijk
belastingplichtig is. Er is dan een verplichting tot het doen van aangifte.
Hiervoor heb je tenminste één maand tijd. In de praktijk is dat bij inkomstenbelasting vóór 1 mei van
het volgende jaar (dus vóór 1 mei 2020 over 2019). Bij loonbelasting en omzetbelasting is dit vaak per
tijdvak (maandelijks / kwartaal).

2. Aanslagbelastingen (inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting)

Er volgt een aanslag n.a.v. de aangifte. Hierin wordt door het opmaken van een aanslagbiljet
vastgelegd hoeveel belasting er moet worden bepaald. Deze aanslag wordt dan naar de
belastingplichtige gestuurd. Pas na de aanslag hoef je te betalen. De termijn voor het opleggen van
een aanslag is drie jaar. Een aanslag kan ook negatief zijn, dan is er sprake van belastingteruggave.

Voorbeeld: De aangifte inkomstenbelasting over 2015 moet uiterlijk 1 mei 2016 worden gedaan. Er
wordt 3 maanden uitstel gevraagd en verleend waardoor de aangifte nu uiterlijk 1 augustus 2016
moet worden gedaan. De belastingschuld is ontstaan eind 2015, 31 december 2015. Er is een termijn
van 3 jaar dus moet de aanslag uiterlijk 31 december 2018 zijn opgelegd. Omdat er 3 maanden
verlenging is verleend voor de aangifte, wordt de aanslag ook met 3 maanden verlengd. In dit geval is
de uiterste datum van het opleggen van de aanslag dus 31 maart 2019.

2.1. Ambtshalve aanslag (definitieve aanslag)
Wanneer geen vereiste aangifte is gedaan, legt de inspecteur een ambtshalve aanslag op. Hierbij zal
hij uitgaan van een redelijke schatting van het inkomen.

, 2.2. Voorlopige aanslag
Een voorlopige aanslag wordt vaak opgelegd binnen enkele weken na aangifte. Hierbij wordt er nog
niet gekeken naar de juistheid van de aangifte. De aanslag berust dan ook op een schatting door de
Belastingdienst. Zelf kun je ook voorlopige aanslag aanvragen, omdat de belastingrente hoger wordt
naarmate de tijd verstrijkt. Er volgt altijd nog een definitieve aanslag.

2.3. Navorderingsaanslag (bij definitieve aanslag)
Wanneer achteraf blijkt dat de aangifte niet (geheel) juist was, kan een navorderingsaanslag worden
opgelegd. Hierbij moet er sprake zijn van een nieuw feit. Dit houdt in dat het feit de inspecteur niet
bekend was of redelijkerwijs bekend had kunnen zijn. Ook als er géén sprake is van een nieuw feit,
maar de belastingplichtige te kwader trouw is, kan er navordering worden opgelegd. De termijn voor
de navorderingsaanslag is 5 jaar na het einde van het tijdvak.

Er is ook sprake van navordering in de volgende gevallen:
- Onjuiste verrekening van een voorheffing (loonbelasting/loonheffing) of voorlopige aanslag
- Een aanpassing in de onderlinge verdeling van gemeenschappelijke inkomsten van partners
- Een kenbare fout waardoor de aanslag onjuist is vastgesteld

Hierbij hoeft er niet gekeken te worden of er sprake is van een nieuw feit of te kwader trouw.

2.4. Conserverende aanslag
Een aanslag die wordt opgelegd, maar nog niet betaald hoeft te worden.

3. Aangiftebelastingen (loonbelasting en omzetbelasting)
Bij het doen van aangifte, moet er meteen belasting worden betaald. Er volgt dus géén aanslag na de
aangifte. De termijn van het doen van aangifte is vaak binnen één maand ná het einde van het tijdvak
(maand of kwartaal).

3.1. Naheffingsaanslag
Wanneer er geen aangifte wordt gedaan of wanneer er niet wordt betaald, kan er een
naheffingsaanslag worden opgelegd. Dit moet binnen 5 jaar na het einde van het jaar waarin de
aangifte en betaling moest worden gedaan.

Voorbeeld: ieder kwartaal moet er aangifte omzetbelasting worden gedaan. In april 2019 wordt er
aangifte gedaan van €3.500, over het eerste kwartaal (tot maart). Volgens de regel moet je dus vóór
1 mei 2019 aangifte hebben gedaan en betaald. In mei 2019 is er echter nog steeds niet betaald. In
dit geval zal er dus een naheffingsaanslag omzetbelasting worden opgelegd (€3.500 met boete) over
het eerste kwartaal 2019.

4. Bewijslast
- Belastingdienst  voor wat betreft de inkomsten
- Belastingplichtige  voor wat betreft de kosten (aftrekposten)

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lies2642. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

53068 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€2,99  35x  vendu
  • (6)
Ajouter au panier
Ajouté