Lisanne Buckers RZL 1 – Juni 2019 1
H1 – WAT IS DE (ON)ZIN VAN
LEVENSBESCHOUWING?
Levensbeschouwing gaat om de bewustwording van wat belangrijk is in je leven en om vragen te stellen rond en
na te denken over de uiteindelijke zin en betekenis van alles wat bestaat
= geheel van iemands levensvragen en de antwoorden daarop – vanuit de eigen persoon (individueel) of vanuit
een groter geheel (gemeenschappelijk)
= meningen over wat het allerbelangrijkste is in ons bestaan
= nadenken over of filosoferen over levensvragen bij intense gebeurtenissen (contrastervaringen) of gewoon
verwondering over het ‘gewone’
WAT ZIJN LEVENSVRAGEN?
= komen voort uit het leven zelf en vaak in crisis- of kantelmomenten, confronterende ervaringen of grens-
ervaringen, of uit verwondering voor het gewone
- Tegenwoordig heel veel keuzes Þ keuzestress (een luxeprobleem)
- Nog niemand is erin geslaagd om de morele code van het menselijk leven of de zin van het bestaan te
kraken
- = emotionele en betrokken reflectie; expliciet nadenken over het leven en twijfelen
De ultieme levensvraag (waar we allemaal nood aan hebben) is de vraag en behoefte naar zin (bv. heeft het
leven zin? wat wil ik met mijn leven doen?) – dit zorgt voor een crisis- en oordeelmoment; wat ga ik doen?
- Dit zorgt voor een drang naar vervulling en voldoening in het bestaan (niet enkel materieel)
- Geen zin of geluk zonder doel
- Vroeger kwamen de antwoorden uit religie en ideologieën – dat is gevaarlijk; die geven duidelijke,
rechtlijnige opvattingen over de zin
- Hedendaagse antwoorden: materialisme, prestatie/merite-cultuur en hedonisme (= sensitief en aangenaam
sterke belevingen)
Uiteindelijk geeft iedereen zijn eigen antwoord vanuit zijn individuele (impliciete) levensbeschouwing OF vanuit
collectieve antwoorden van de gemeenschap die invloed hebben op jouw zin (omgeving en culturele context)
OF vanuit een verstrengeling van de twee
De gedachte dat het leven zinvol is heeft een slechte reputatie gekregen (oorlog, vernietiging, moord, haat,
ouderdom, dood of besef van eindigheid, ziekte), maar het wordt een probleem als je dit constant denkt
> het leven vraagt vaak moeite, maar het is die vaak ook wel waard
Maar: als het leven wel zin heeft en we kennen die zin, moeten we ons dan ook afvragen of we niet in onze
bewegingen, initiatieven en ideeën worden belemmerd, afgeblokt en verschraald, aangezien we verplicht en
onvermijdelijk moeten toetsen aan hoeveel deze bijdragen aan die zin van het leven?
Levensvragen van kleuters zullen vaak ‘waarom’-vragen zijn:
- Hoe komt het dat? = vragen naar de oorzaken, met vaak een objectief antwoord van de wetenschap
(meestal te moeilijk voor kleuters dus vertalen) Þ verklaringen en kennis
- Waartoe? Welke bedoeling? Wat is de zin? Finaliteit? = geen definitieve, objectieve antwoorden, maar
eerder uit levensbeschouwingen, filosofie, religies, … Þ inzichten en wijsheid
, Lisanne Buckers RZL 1 – Juni 2019 2
EXISTENTIËLE LEVENSVRAGEN
= het bestaan, de persoon – vragen over je eigen innerlijk, identiteit, ware aard, zelfbeeld, relatie met jezelf …
Existentiële angst is angst voor het niets, voor leegte (∞ De Schreeuw, Munch)
Is het leven of het bestaan zinvol? Betekenisvol? Doelvol? Bedoeld? Of zinloos? … – jij bent er…
- Om de wetten van de natuur: chemische reacties – kan niet anders
- Om willekeurig toeval: 2 mensen hebben seks
- Omdat daar een bedoeling voor is
Þ ben je dan vrij in al je keuzes?
Mensen vergelijken zich veel met elkaar; zijn we gelijk-waardig? Of niet?
- Tegenwoordig veel campagnes over ‘anders is oké’, bv. Werelddownsyndroomdag – maar liefst krijg je een
gezond kindje – zijn die meer waard?
RELATIONELE LEVENSVRAGEN
= in relatie of verbondenheid met anderen – manier waarop het eigen bestaan is verweven met dat van
anderen
Aanvankelijk is een mens van nature egocentrisch, bv. jonge baby’s zijn alleen fan van mama om de voordelen –
dat kan worden aangepast
“Aimer d’être aimer” is natuurlijk in de mens, maar bekommernis om de ander is belangrijk uit natuurlijke nood
TEMPORELE LEVENSVRAGEN
= verleden-heden-toekomst – vragen over de verhouding tussen de tijd (begin en eind, bloei en verval, mijlpalen
en onvergetelijke gebeurtenissen en (+ of -) ervaringen, verleden en toekomst, …)
De dag dat je geboren bent, begin je te sterven – we zijn bang om oud te worden, want jong is de norm (=
juventisme)
Een doel, plan en verwachtingen zijn nodig voor zin in het leven – dat kan al iets klein zijn
> vooral bij bejaarden
ECOLOGISCH-BIOLOGISCHE LEVENSVRAGEN
= natuur – over de verhouding tussen mensen en de natuur, want wij vormen een schakel in de keten van alle
organismen en de mens is zelf ook natuur!
Eten (en dus overleven) is sowieso doden; dier of plant!
LEVENSVRAGEN OVER GEDRAG
= menselijke handelen – over het doen en laten van mensen, hun optreden, gebaren en woorden (∞ waarden
en normen)
Wat goed en slecht is, is veel ingewikkelder tegenwoordig – mogen wij dan nog wel vrij kiezen?