Leerdoelen Evolutie Biologie deel 1 - Evolutie en biodiversiteit (B-B1EVBI13)
Bio 101 Exam 1 Practice Questions
Hunter College- Biol 100 Samantha Sheppard-Lahiji : Chapter 5: The Structure and Function of Large Biological Molecules Notes
Tout pour ce livre (40)
École, étude et sujet
Universiteit Utrecht (UU)
Biologie
Moleculaire Biologie (BB1MB05)
Tous les documents sur ce sujet (95)
Vendeur
S'abonner
lauramaas2
Aperçu du contenu
Moleculaire Biologie
Werkcollege 2
- Phosfaat is een negatieve groep
- Geladen zijgroepen zijn vaak bindingen
- Zure zijketens -> neg geladen
- Basische zjiketens positief geladen
- Lipiden zijn alles wat niet oplost in water
,Leerdoelen
H2. Atomen en moleculen.
• Je kunt de opbouw van atomen beschrijven en begrippen als atoommassa en
atoomnummer benoemen.
- Atomen Protonen (+), neutronen , elektronen(-)
atoommassa = aantal protonen en neutronen (bovenste)
atoomnummer= aantal protonen (=aantal elektronen) (onder)
• Je weet wat het verschil is tussen twee isotopen van een element.
- zelfde protonen aantal, verschillende neutronen
• Je kan bepalen welke type binding mogelijk is uit de verdeling van elektronen in
Schillen
- valentie elektronen = elektronen in buitenste schil, valencie= hoeveel
bindingen hij aan kan gaan
• Je kan onderscheid maken tussen de verschillende type bindingen (covalente en
non-covalente bindingen).
- elektronenpaar delen covalente binding
- elektronen overdragen ionbinding (non-covalent)
• Je kan met het begrip elektronegativiteit bepalen of er sprake is van een polaire of
apolaire covalente binding.
- electronegativiteit= aantrekking tot elektronen, verschil bepaald binding.
0,4-1,6 polaire binding, partiele lading, minder = apolair
• Je kan algemeen onderscheid maken tussen de sterkte van de verschillende
soorten bindingen.
- zwakke chemische interacties waterstofbruggen (sterker) en van der Waals
krachten (zwakker) zorgen dat grote moleculen in vorm blijven
-ion polaire covalente apolair covalent
C N H O
• Je kan de elektronen in schil 1 en 2 verdelen Atoomnummer 6 7 1 8
over de verschillende orbitalen. Valentie- 4 5 1 2
- schil 1 -> 2/ schil 2 -> 8/ schil 3 -> 8, elektronen
tweede schil zorgt voor tetrahedron vorm Elektronegativi 2, 3 2. 3,
teit 5 1 5
• Je kent het atoomnummer, het aantal valentie-
elektronen en de elektronegativiteit
van C, N, O en H.
H3. De chemie van water.
• Je kan de vier belangrijke eigenschappen van water uitleggen.
1. Cohesie, door waterstofbruggen blijft water bij elkaar, Adhesie = door
aantrekking tussen stoffen blijft iets bij elkaar, oppervlakte spanning is hoog
2. Hoge specefieke warmte, (1 cal = energie nodig om 1g water 1 graad te
verwarmen), water is een buffer, hitte absorberen= H-brug breken), afgeven=
H-brug vormen. Water heeft een hoge spesefieke hitte kost relatief veel
energie om te verwarmen. Het kan veel energie absoberen
, 3. Uitzetting bij bevriezing, dichtheid van ijs is lager dan water
4. Goed oplosmiddel, vanwege het polaire karakter dus goed voor ionen en
polaire moleculen
• Je kan rekenen met pH en bent bekend met zuren, basen en buffers, en kan
voorbeelden van buffers in biologische systemen geven.
-PH = -log (h+) (H+) = 10-PH . laag= zuur, hoog=basisch
Zuur kan h+ afstaan , base kan het opnemen
Buffer= zwak zuur en conjugeerde base, zorgt dat de ph gelijk blijft
H4. De basis van moleculaire diversiteit
• Je kan onderscheid maken tussen de drie typen isomeren.
- Structuurisomeren, verschil in hoe ze zijn verbonden
- Cis-trans isomeren, zelfde verbingingen ruimtelijk anders, met dubbele binding
anders kan het roteren
- Enantiomeren, spiegelbeeld
• Je kan de naam en eigenschappen aangeven van de belangrijke chemische
groepen in de biologie.
- Hydroxyl alcohol (-OH), polair
- Carbonyl keton/aldehyde, (-CO-), in keten= ketoon, buitenkant =aldehyde
- Carboxyl carbonzuur, (COOH), zuur, polair
- Amino amine, (NHH), base
- Sulfhydryl thiol (SH)
- Fosfaat organisch fosfaat (OOPOO), 2 neg o’tjes
- Methyl gemethyleerd molecuul, (CHHH)
• Je weet wat een asymmetrisch koolstofatoom is en bij welk isomeer het voorkomt.
- Asymmetrisch koolstof= 4 verschillende groepen enantiomeer
• Je kan de fosfaat groepen tekenen in ATP.
Allemaal aan elkaar O-P-O-P-O-P-O (met dubbelgebonde O’s boven en negatieve
beneden)
• Je weet welke suiker in ATP zit.
Adenine& ribose adenosine
H5. Biologische macromoleculen en Lipiden.
• Je weet wat een dehydratie reactie en hydrolyse reactie inhoudt en kan dit tekenen.
Een uiteinde met een H en een met OH dan kan het, dehydratie is water eruit dus
stoffen samen, hydrolyse moet water bij, stoffen gescheiden
• Je kan de algemene structuurformule van suikers tekenen.
Formule= (CH2O)n , bvb C6H12O6. Met een dubbelgebonde O als ketose(in keten) of
aldose, aantal c zit in de naam met -ose
• Je kan aangeven welke suikers dieren en planten opslaan.
Dieren kunnen alleen A bindingen hydroliseren dus dieren kunnen geen cellulose
afbreken
Starch veel onvertakt, soms een vertakking, planten energie opslag, 1-4 glucoseA
Glycogeen opslag in spiercellen veel vertakkingen
Cellulose structureel polysacharid, onvertakt met waterstofbruggen voor structuur,
om en om glucose, 1-4glucoseB
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lauramaas2. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,36. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.