B I JZ O N D E R E S T U D I E
CONSUMENTENBESCHERMING
Prof. Reinhard Steennot
, ALGEMENE INFORMATIE
Leerstof
§ Cursus:
• Slides (voorafgaand aan de les beschikbaar via Ufora) + nota’s
• Te kennen voor het examen: wat behandeld wordt in de les + wat daarnaast uitdrukkelijk
vermeld wordt
• Documentatie via Ufora: rechtsleer is achtergrondinformatie, geen leerstof
§ Wetgeving:
• Onderlijnen of markeren van de tekst mag; cijfers, letters, tekens of symbolen aanbrengen mag
niet
Evaluatie
§ Annotatie (case note) bij arrest van het Hof van Justitie (20%)
• Student(e) kiest arrest zelf (datum arrest na 1/1/2014)
• De annotatie bevat
» Titel: catchy, maar niet overdreven
» Inleiding: waarover gaat de annotatie (een paar zinnen)
» Feiten (beknopt en voor zover relevant): niet alle feiten, synthetiseren!
» Beslissing van het Hof (in eigen woorden): kort
» Bespreking van het belang van het arrest in de Europese of Belgische
rechtsorde (ondersteund met rechtspraak en rechtsleer waar mogelijk): niet
alle prejudiciële vragen, aangeven dat er meerdere vragen zijn, maar kies 1
(of 2) vraag om te bespreken. Wat is de bijdrage geweest van dit arrest inzake
consumentenbescherming. Waarom afwijkend/bevestigend met RS/RL.
» Besluit
- Opletten: stijl/taalgebruik, wetenschappelijk schrijven
• Wetenschappelijk verantwoorde annotatie van maximaal 3000 woorden (miv voetnoten)
• Geen bibliografie
§ Examen (80%)
• Mondeling (met schriftelijke voorbereiding)
• Januari: onderling wisselen toegestaan mits voorafgaand akkoord
• Gebruik wetgeving toegelaten (EU-richtlijnen, verordeningen, wetten, KB, …)à zelf te
verzamelen!
• Verschillende vragen (3) waaronder kleine casussen
• Kort gesprek over annotatie à annotatie nog eens bekijken
1
, HOOFDSTUK 1: INLEIDING EN TOEPASSINGSGEBIED
De overgrote meerderheid van de huidige Belgische regelgeving inzake consumentenbescherming is Europees
gesitueerd. Bijna alle beschermingsmechanismen inzake consumentenbescherming hebben een Europese
oorsprong. Dit wil niet zeggen dat alle regelen inzake consumentenbescherming in Europa identiek dezelfde zijn,
maar vaak is er wel een Europese oorsprong. In sommige lidstaten was er eerst nationale regelgeving die de
Europese heeft geïntegreerd en waar Europa maar tussengekomen is nadat er in die lidstaten al een regelgeving
was.
Er is een wisselwerking maar vandaag komen de meeste bestaande regelen inzake consumentenbescherming op
een of andere manier vanuit Europa.
1. CONSUMENTENRECHT IN DE EU
1.1. HOOG BESCHERMINGSNIVEAU
Dat consumentenbescherming voor Europa belangrijk is blijkt uit een aantal bepalingen uit enerzijds het Europees
Handvest en anderzijds uit het VWEU.
HANDVEST GRONDRECHTEN EU (ART. 38)
• Beleid EU: hoog niveau van consumentenbescherming
Het beleid van de EU is erop gericht een hoog niveau van consumentenbescherming te gaan creëren. Dit toont
aan dat de Europese regelgever de consumentenbescherming hoog in het vaandel houdt.
VERDRAG BETREFFENDE DE WERKING VAN DE EU
• Europese instellingen (art. 12)
Het Parlement, de Commissie of de Raad: wanneer ze regelen uitvaardigen of een beleid ontwikkelen, moet dit
steeds gebeuren met in achtneming van een hoog niveau van consumentenbescherming.
Europese initiatieven inzake consumenten: slechts uiterst zelden wordt een richtlijn of verordening gegrond op
de doelstelling van consumentenbescherming alleen. Meestal worden Europese regelen inzake
consumentenbescherming door de Europese regelgever verantwoord door twee verschillende doelstellingen:
consumentenbescherming en realisatie van de interne markt.
• Harmonisatie met het oog op realisatie interne markt (art. 114)
Bijna alle Europese initiatieven inzake consumentenbescherming zijn gebaseerd op deze dubbele doelstellingen
en worden in eerste instantie verantwoord vanuit het streven van de interne markt nl. vrij verkeer van goederen
en diensten. Wil men het grensoverschrijdend aanbieden van goederen en diensten stimuleren (= essentie van de
2
,interne markt), dan moet door de Europese wetgever regelen inzake consumentenbescherming zoveel als
mogelijk gelijkstellen. Harmonisatie van regelen van consumentenrecht is voor de Europese wetgever een
absolute noodzaak om de interne markt te realiseren. Indien men die regelen gaan harmoniseren, dan moet dat
gebeuren met een hoog niveau van consumentenbescherming.
Waarom is harmonisatie noodzakelijk m.o.o. het realiseren van de interne markt m.o.o. het stimuleren van het
grensoverschrijdend aanbieden van goederen en diensten vanuit het standpunt van de onderneming? Het
grensoverschrijdend aanbieden van goederen en diensten aan consumenten was een lange tijd relatief beperkt.
Het is maar met de komst van het internet, e-commerce dat dit binnen de EU is geboomd. Wanneer je goederen
kan bestellen via het internet maakt het niet uit of een bepaalde laptop uit Duitsland, Italië, Nederland of België
komt, terwijl men vroeger zich niet naar het buitenland ging verplaatsen om daar een laptop te kopen. Door de e-
commerce maakt het mogelijk om grensoverschrijdend goederen en diensten te gaan aanbieden aan een grote
massa van consumenten.
Harmonisatie is belangrijk voor ondernemingen: voor ondernemingen uit bepaalde landen waarin er minder
consumentenbescherming is, is er een concurrentieel voordeel. Indien er geen harmonisatie is, dan moet de
onderneming, indien ze in alle landen van de EU wil verkopen, potentieel voldoen aan tal van verschillende regelen
van consumentenrecht dat in elke lidstaat verschillend zou kunnen zijn. Voor multinationals is dit geen probleem,
wel voor kmo’s is dit onbegonnen werk. De harmonisatie van regelen van consumentenrecht moet de kosten van
ondernemingen verlagen. Men zou erop moeten kunnen vertrouwen dat alle regelen uit alle lidstaten van de EU
gelijk zijn (nuance!) en dat moet hen stimuleren om de goederen en diensten grensoverschrijdend te gaan
aanbieden.
Vanuit het standpunt van de consument: men beoogt met harmonisatie van regelen van consumentenrecht
rechtszekerheid, vertrouwen creëren. Een Belgische consument zou moeten ervan kunnen uitgaan dat de
bescherming die hij krijgt wanneer hij iets aankoopt via internet bij een Griekse onderneming, vergelijkbaar is met
die bescherming die hij krijgt wanneer hij iets aankoopt bij een Belgische onderneming. Een Belgische consument
zal maar vertrouwen hebben in buitenlandse spelers wanneer hij ervan mag uitgaan dat hij een vergelijkbare
bescherming krijgt.
Verschil tussen aankoop bij een Duitse onderneming en Chinese onderneming: bij een Duitse onderneming zal de
consument een vergelijkbare bescherming krijgen, maar niet noodzakelijk bij een Chinese onderneming. Kan een
Belgische consument zich dan beroepen op het Belgische recht wanneer hij iets koopt op een Chinese website?
(Zie infra)
• Bescherming van de economische belangen van consument (art. 169)
o Indien niet gebaseerd op artikel 114 à additionele bescherming
ð EU: hoog niveau van consumentenbescherming, maar dit gaat hand in hand met realisatie van de interne
markt door harmonisatie van regelen van consumentenrecht
3
,1.2. HARMONISATIE
VERORDENINGEN EN RICHTLIJNEN
Als een richtlijn uitsluitend verantwoord zou worden door het streven naar bescherming van de consument, dan
is enkel minimale harmonisatie mogelijk. Wanneer de enige doelstelling van de Europese initiatieven van de
Europese richtlijn zou zijn om de economische belangen van de consument te beschermen, dan zal het
noodzakelijkerwijs gaan over minimale harmonisatie.
Wanneer evenwel de richtlijn wordt verantwoord vanuit de dubbele doelstelling (bescherming van de consument
én de realisatie van de interne markt), dan is zowel minimale als maximale harmonisatie mogelijk. We zien in
Europa steeds meer de tendens waar gebruik wordt gemaakt van maximale harmonisatie, wat opnieuw het belang
aantoont dat men richtlijnen gaat verantwoorden zowel vanuit het streven naar consumentenbescherming als
vanuit het streven naar de interne markt. Maximale harmonisatie kan alleen wanneer naast de bescherming van
de consument men ook streeft naar de realisatie van de interne markt.
MINIMALE HARMONISATIE
• Minimale bescherming, doch additionele bescherming is mogelijk
Lidstaten kunnen bijkomende bescherming bieden wanneer een regel van consumentenrecht in een Europese
richtlijn minimaal geharmoniseerd is. Men moet minimale bescherming bieden waarin de Europese regelgever
heeft voorzien, maar daar bovenop kan de lidstaat ook additionele bescherming creëren.
• Verenigbaarheid met Europees recht beoordelen op grond van het primaire verdragsrecht (desgevallend
Dienstenrichtlijn)
Additionele bescherming is mogelijk, maar er zijn grenzen die voortvloeien uit de regeling m.b.t. levering van
goederen en diensten. Nationale wetgeving die in een bijkomende bescherming voorziet, gaat heel vaak
beschouwd worden als een inperking van het vrij verkeer. Waarom? Als je als onderneming moet zorgen dat je
voldoet aan bijkomende verplichtingen die in een ander land in de wetgeving vervat liggen, dan betekent dit een
bijkomende kost. Dan ga je als onderneming eerst nadenken of je dit wel wil doen en beperkt zo potentieel het
vrij verkeer van goederen en diensten. Maar de beperking van het vrij verkeer kan gerechtvaardigd zijn wanneer
die aan een aantal voorwaarden voldoet (bevestigd door het HvJ). Wanneer de beperking van het vrij verkeer
verantwoord is vanuit het algemeen belang, noodzakelijk is om de doelstelling van algemeen belang te bereiken
en voor zover de inperking van het vrij verkeer proportioneel/evenredig is, niet verder gaat dan de doelstelling te
bereiken.
o Doelstelling van algemeen belang
§ Eenvoudig: het HvJ gaat ervan uit dat het streven naar bescherming van een
consument een doel van algemeen belang is. Men gaat quasi automatisch aannemen,
4
, als de regel aangenomen is ter bescherming van een zwakkere partij, dat die regel de
doelstelling van algemeen belang nastreeft
o Pertinentiecriterium
§ De regel moet nodig zijn om het doel van bescherming van de zwakke partij te
realiseren
o Proportionaliteitstoets
§ De regel moet evenredig zijn. Hier is soms meer ruimte voor discussie.
Vb. HvJ 16 december 2008; Zaak C-205/07, Lodewijk Gysbrechts and Santurel Inter
BVBA, Jur. 2008, I-09947
Zaak over een oude Belgische regelgeving inzake overeenkomsten op afstand. Vandaag
liggen de regelen inzake overeenkomsten op afstand op Europees niveau vervat in de
Richtlijn Consumentenrecht (2011) gebaseerd op maximale harmonisatie. Ten tijde van
dit arrest lagen de regelen inzake overeenkomsten op afstand vervat in de Richtlijn van
1997 m.b.t. verkoop op afstand die gebaseerd was op minimale harmonisatie. Toen
was het voor lidstaten mogelijk om additionele bescherming te voorzien. Intussen is er
een shift geweest op Europees niveau wat betreft overeenkomsten op afstand van
minimale naar maximale harmonisatie. De toenmalige Richtlijn voorzag in een
herroepingsrecht. De Belgische wetgever destijds bevat een regel waarbij de
onderneming van de consument binnen die bedenktermijn geen betaling mag eisen
(zowel de prijs als het voorschot). Dit betekent dat wanneer Belgisch recht van
toepassing was, de consument een bijkomende bescherming heeft. Men mag niet aan
de consument vragen om bij de bestelling reeds te betalen en men moest wachten tot
de periode van 7 werkdagen na de levering van het goed. Dan pas kan de onderneming
betaling eisen van de consument.
Vraag: is de additionele bescherming verenigbaar met het vrij verkeer van goederen?
- Doelstelling van algemeen belang nagestreefd? JA, want beschermt
de consumenten
- Draagt de regel bij tot deze doelstelling? JA
- Proportioneel? Wanneer het Hof dit moet onderzoeken, gaat ze bij
de beoordeling van de verenigbaarheid met het vrij verkeer niet
alleen kijken naar de manier waarop die regel in de wet is
geformuleerd, maar ook kijken naar de wijze waarop dat in de
praktijk wordt toegepast door de handhavingsautoriteit (in België =
Economische Inspectie: dienst bij economische zaken die specifiek
belast is met het opsporen en vaststellen van inbreuken op regelen
van economisch recht waaronder de regelen van
consumentenrecht). In het kader van de opsporings- en
5
, vaststellingstaken gaat de handhavingsentiteit bepaalde
interpretatie geven aan de regel. Met die interpretatie moet het HvJ
rekening mee houden wanneer ze een regel gaat beoordelen of die
verenigbaar is met de principes van het vrij verkeer.
De interpretatie die de Economische Inspectie destijds toepaste
m.b.t. die regel: het verbod om gedurende de bedenktermijn
betaling te eisen impliceert tevens dat het verboden om bij de
bestelling het kredietkaartnummer van de consument te vragen,
zelfs wanneer die onderneming er zich toeverbindt om dat nummer
niet te gebruiken vooraleer die bedenktermijn van 7 werkdagen is
verstreken. Men kon als onderneming dus ook geen
kredietkaartnummers vragen ter titel van garantie. Men wordt als
onderneming verplicht om eerst de goederen te leveren bij de
consument, dan 7 werkdagen te wachten en pas dan eisen dat de
consument betaalt voor het geleverde goed terwijl ze geen enkele
zekerheid had dat die betaling wel zal komen en ook geen zekerheid
dat de consument het goed zal terugsturen!
HvJ: op zich is het Belgisch verbod dat zegt dat onderneming geen
betaling mag eisen voor het verstrijken voor de bedenktermijn niet
problematisch. Dit creëert wel een aantal nadelen voor
ondernemingen, maar er is ook een belangrijk voordeel om
consumenten te beschermen. Hier kon het Hof wel meeleven.
MAAR: problematisch = verbod om kredietkaartnummer te vragen
ter titel van garantie. Hiermee kon het Hof niet leven. Dit is te streng
en disproportioneel! Zo worden er te veel risico’s gecreëerd in
hoofde van ondernemingen in vergelijking met de bescherming van
consument.
• Voorbeeld: Richtlijn Oneerlijke Bedingen (1993)
Reglementering inzake oneerlijke bedingen = bedingen die ondernemingen niet mogen opnemen in hun
contracten met consumenten. De Richtlijn dateert van 1993 en is gebaseerd op de minimale harmonisatie. De
grote meerderheid van de lidstaten heeft bijkomende bescherming voor consumenten voorzien m.b.t.
onrechtmatige bedingen. In de Europese RL is er een indicatieve lijst met bedingen die verboden zijn. België heeft
deze lijst opgenomen en daarnaast ook een zeer uitgebreide zwarte lijst gecreëerd met verboden bedingen. In
Duitsland en Nederland zijn er grijze en zwarte lijsten gecreëerd. M.a.w. de lidstaten zijn verder gegaan dan de
indicatieve lijst.
6
,Beantwoordt de minimale harmonisatie m.b.t. oneerlijke bedingen aan de doelstellingen die de harmonisatie
beoogt? Gaat dit de kosten van ondernemingen drastisch reduceren? Gaan consumenten erop kunnen
vertrouwen dat ze in andere lidstaten identieke bescherming gaan verkrijgen? NEEN. Bij minimale harmonisatie
blijft er nog altijd een risico bestaan zowel voor onderneming als consument in het kader van het
grensoverschrijdend aanbieden van goederen of diensten dat de reglementering uit het land van de wederpartij
er toch anders uitziet. Minimale harmonisatie gaat slechts ten dele de nadelen wegnemen van de verschillende
reglementeringen. De reglementering blijft in zekere mate toch verschillend en dat creëert risico’s in het kader
van het grensoverschrijdend aanbieden van goederen en diensten.
Er zijn bij maximale harmonisatie ook een aantal nadelen of minstens gaat de maximale harmonisatie in alle
nadelen van minimale harmonisatie niet wegnemen, maar het grootste nadeel van minimale harmonisatie is dat
het probleem van verschillende reglementeringen niet volledig kan oplossen. Als er verschillende
reglementeringen zijn, dan ga je je telkenmale de vraag moeten stellen welk recht van toepassing is op het
contract. Vb. Belgische consument koopt iets bij een Portugese onderneming en het Belgische en Portugese recht
verschillen van elkaar omdat de Europese richtlijn gebaseerd is op minimale harmonisatie, dan moet je de vraag
stellen welk recht van toepassing is.
MAXIMALE HARMONISATIE
• Geharmoniseerde gebied: geen additionele bescherming mogelijk
(HvJ 23 april 2009, Zaak C-261/07, VTB-VAB v. Total Belgium)
Er is geen bijkomende bescherming mogelijk wanneer er maximale harmonisatie wordt gecreëerd. Waar bij
minimale harmonisatie de Europese richtlijn enkel bepaalt welke bescherming minimaal geboden moet worden,
gaat bij maximale harmonisatie de Europese richtlijn niet alleen het minimum vaststellen, maar ook bepalen welke
bescherming maximaal aan de consument geboden kan worden. Het minimum is het maximum.
Het gebruik van maximale harmonisatie gaat beter beantwoorden aan het streven van de de Europese regelgever
naar de realisatie van de interne markt want als er geen verschillen meer zijn tussen regelen tussen verschillende
lidstaten, dan kan dit het grensoverschrijdend aanbieden van goederen en diensten alleen maar gaan stimuleren.
• Wel mogelijk om toepassingsgebied uit te breiden of zaken te regelen die buiten geharmoniseerde gebied
vallen
Maximale harmonisatie laat in beginsel geen additionele bescherming toe, maar hierop zijn er twee nuances. De
nuances hebben betrekken op enerzijds het toepassingsgebied van de Europese richtlijn en anderzijds het
geharmoniseerde gebied van een Europese richtlijn.
o Verenigbaarheid met Europees recht beoordelen op grond van het primaire verdragsrecht
7
, (HvJ 12 juli 2012, Zaak C-602/10, SC Volksbank Romania SA v. Autoritatea Nationala pentru
Protectia Consumatorilor – Comisariatul Judetean pentru Protectia Consumatorilor Calarasi
(CJPC))
§ In casu: Europese regeling inzake consumentenkrediet die maximaal geharmoniseerd
is. Voor de huidige Richtlijn Consumentenkrediet (2008) was er een andere Richtlijn
Consumentenkrediet die minimaal geharmoniseerd was. Dit is de tendens van
minimale naar maximale harmonisatie. Hier gaat het om de Richtlijn
Consumentenkrediet van 2008. De vraag die o.a. in het arrest is gesteld was de vraag
of de Roemeense wetgever de mogelijkheid had om kredietovereenkomsten die niet
onder het toepassingsgebied vielen van de Richtlijn onder het toepassingsgebied te
gaan onderbrengen van de nationale regelen die de omzetting vormde van de Richtlijn
Consumentenkrediet. Concreet: hypothecaire kredietovereenkomsten zijn typisch
kredieten die worden aangegaan voor het bouwen of kopen van een woning. Die waren
uitgesloten van de Europese Richtlijn Consumentenkrediet. De Roemeense wetgever
had de implementering die de Richtlijn Consumentenkrediet omzette, ook van
toepassing verklaard op de hypothecaire kredietovereenkomsten.
Kredietovereenkomsten die op Europees niveau niet onder de Richtlijn vielen, vielen in
Roemenië er wel onder ingevolge een ruimer toepassingsgebied van de Roemeense
omzetting. Het Europees recht verzet de maximale harmonisatie zich tegen een
uitbreiding van het toepassingsgebied. Het HvJ heeft bevestigd dat maximale
harmonisatie zich niet verzet tegen een uitbreiding van het toepassingsgebied. Men
mag situaties die niet gevat worden door maximale geharmoniseerde Richtlijn onder
het toepassingsgebied brengen onder de omzettingswetgeving. Uitbreiding van het
toepassingsgebied is mogelijk.
§ ! Dezelfde controle moet gebeuren zoals in het kader van de minimale harmonisatie.
Men gaat moeten nagaan of de toepassing van de regelen uit de richtlijn op de door
de Europese wetgever niet beoogde situaties geen ongerechtvaardigde inperking van
het vrij verkeer inhoudt.
» Nagaan: wordt er een doelstelling van algemeen belang nagestreefd, is het
pertinent en proportioneel? Maar maximale harmonisatie verzet zich niet
tegen een uitbreiding van het toepassingsgebied.
Maximale harmonisatie verzet zich ook niet tot het uitvaardigen van regelen die buiten het geharmoniseerd
gebied vallen. Concreet: Richtlijn Consumentenkrediet regelt een aantal aspecten m.b.t. consumentenkrediet
(reclame, precontractuele informatieverplichtingen, herroepingsrecht, rekening GKP, …). De Roemeense
wetgever had nog bijkomende regelen vastgesteld waar de Europese Richtlijn Consumentenkrediet het niet over
had.
8
, HvJ: een maximaal geharmoniseerde Richtlijn verzet zich daar niet tegen o.w.v. het feit dat het gaat om elementen
die de Europese wetgeving niet heeft geoogd te reglementeren. In casu ging het over de vraag of de Roemeense
wetgever het aanrekenen van bepaalde kosten of provisies kon verbieden. Die vraag wordt niet geregeld door de
Europese Richtlijn en valt dus buiten het geharmoniseerd gebied waardoor het door de nationale wetgever kan
worden geregeld onder de voorwaarde dat het strookt met het algemeen belang, pertinent en proportioneel is.
Maar zit je binnen het toepassingsgebied en binnen het geharmoniseerd gebied van een maximaal
geharmoniseerde richtlijn, dan is er geen bijkomende bescherming meer mogelijk.
Vb. Richtlijn Oneerlijke Handelspraktijken: België heeft het verbod op gezamenlijke aankoop, de regelen inzake de
aankondiging van prijsverminderingen moeten schrappen omdat gezamenlijk aanbod, naar aankondiging van een
prijsvermindering een handelspraktijk is. De regelen inzake handelspraktijken zijn maximaal geharmoniseerd wat
betekent dat men geen bijkomende bescherming mag aanbieden.
• Voorbeeld: Richtlijn Oneerlijke Handelspraktijken, Richtlijn Consumentenkrediet
o Recent is in België een nieuwe regelgeving tot stand gekomen m.b.t. de relatie tussen
ondernemingen onderling aangaande onrechtmatige bedingen, oneerlijke handelspraktijken en
misbruik van almachtige machtspositie. De Europese richtlijn inzake onrechtmatige bedingen
geldt enkel in de verhouding tussen ondernemingen en consumenten. De Belgische wetgever
heeft de verhouding tussen ondernemingen onderling op gelijke soort regeling gebracht. Dit is
geen probleem want de Europese Richtlijn Oneerlijke Bedingen is minimaal geharmoniseerd. De
Belgische wetgever heeft ook hetzelfde gedaan voor oneerlijke handelspraktijken, maar de
Richtlijn Oneerlijke Handelspraktijken is een richtlijn die gebaseerd is op maximale harmonisatie.
Dit is geen probleem o.w.v. het feit dat een richtlijn, zelfs als die maximaal geharmoniseerd is,
er zich niet tegen verzet dat men de regelen die in de richtlijn vervat liggen van toepassing
verklaart op situaties die niet onder het toepassingsgebied van die richtlijn vallen.
TENDENS VAN MINIMALE NAAR MAXIMALE HARMONISATIE
Voordelen en nadelen van maximale harmonisatie:
• Vb. overeenkomsten op afstand
o Voordeel: hoe meer geharmoniseerd is, hoe gelijker/identieker het Europees
consumentenrecht eruitziet en hoe meer kans op een groter stimulans om goederen
grensoverschrijdend aan te bieden
• Verantwoording (door Europese wetgever)
o Reductie van kosten voor ondernemingen
o “Confident consumer” argument
o Kritiek in de Europese literatuur: hinderpalen en problemen
§ Afwezigheid van “volledige” harmonisatie
9