Muzische talen B
Algemene informatie
Uitgangspunten muzische vorming
Harmonische ontplooiing voor totale persoon
Ontwikkeling hoofd, hart, handen
Kinderen benaderen als unieke mensen
Ervaren van verbondenheid
Beschouwen en creëren
Aandacht hebben voor
Ervaren, beleven en genieten
Ervaringen verwoorden, onthouden en borger
Muzische ervaringen begrijpen, duiden, waarderen
Communicatie
Welke doelen streven we na?
Ontwikkelen muzische grondhouding
Aandacht voor beschouwen en creëren
Muzische expressievormen ontdekken en verkennen
De theoretische kaders kaders
1. Brillen van Parsons : beschouwen wat is dat? (kader 1)
Je stelt je open voor beelden en bent ervan bewust dat beelden zeggingskracht hebben
Achterhaalt onderwerp, aspecten, materialen en technieken en passen strategieën toe om
zinvoller te beschouwen
Verschillende stadia :
Stadium 1 : associatie
Waar kan ik het werk mee verbinden uit eigen omgeving? Ervaringen? Gevoel?
Wat roept het werk op? Waar denk ik aan als ik het bekijk?
Stadium 2 : voorstelling of mimesis/nabootsing
Wat wordt er voorgesteld? Waarover gaat het?
Stadium 3: de expressie
Wat is de betekenis van werk? Wat wil kunstenaar vertellen? Welke emotie, idee,
gedachte wil die overbrengen?
Stadium 4 ; de leerbaarheid of formalisme
Wat kan ik leren over tijd, traditie, vaardigheden en technieken die zijn gebuikt?
Welk muzisch aspect, wat weet ik over de kunstenaar en werk?
Stadium 5: de eigen mening : welke oordeel maak ik?
,2. Conceptcirkel (kader 2 )
Hulpmiddel om grondig te brainstormen, ideeën te noteren, leerplan te verkennen en
uiteindelijk tot een concept te komen waarbij alle taartstukken in elkaar passen
Onderwerp:
Vrij te kiezen thema’s (bos, sprookjes, dieren)
Kunstenaar, kunstwerk, kunststroming (moet niet altijd, maar is wel handig)
Breed interpreteren
Voorbeelden
Kwalitatief kinderboek : Bart Moeyaert
Dansfragment van professioneel dansgezelschap : Rosas
Luisterfragment belangrijke componist : Johhn cage
Professioneel beeldende kunstenaar : Marlende Dumas 3
Tips : gebruik het als inspiratiebron vanuit een ander Muzische taal : muziekfragment
voor drama
Uitdrukkingsvom/techniek
Gelinkt aan bepaald karakter
Voorbeelden
Dans : bewegingsreeks, dansimprovisatie, danspartituur, dansverhaal
Drama: schimmenspel, standbeeldtheater, rollenspel, teksttheater
Muziek : zingen, partituren uitvoeren, geluidsdecor
Woord: vertellen, verhalen schrijven, nonsenstaal
Beeld: tekenen, dekkend schilderen, collage maken, boetseren, druktechnieken
Media : fotografie, video, audio
Muzisch aspect of aspecten
Gelinkt aan specifiek karakter muzische taal
Voorbeelden :
Muziek : klank : toonhoogte, tijdsduur, timbre, toonsterkte
Beeld : vorm: kleur, licht, ruimte, compositie
Dans : ruimte, tijd, kracht, relatie
Drama: personages, samenspel
Woord: verdichting, taalverschuiving, muzikaliteit
Media : decor, kader
Doelen van je les
Formuleer doelen gekoppeld aan
uitdrukkingsvormen/technieken
gekozen muzisch aspect
muzische grondhouding
, 3. Creatief denken (kader 3)
Creatieve vaardigheden :
3.1 Vragen stellen om creatief denken te stimuleren
Fasen creatief proces
Startfase : veel mogelijkheden en prikkels bieden
Afwisselen convergerende en divergerende fase : wilde en onmogelijke ideeën
verzinnen
Convergerende fase : je gaat van ideeën dingen proberen en keuzes maken
Reflectie fase : werkt het, is het wzt
Door te observeren kijken welke fase kinderen zitten en hierdoor juiste vragen stellen
Vragen die helpen te divergeren
Je nodigt uit ander perspectief in te nemen
Wat-als vraag
Woordenketting en ermee laten associëren
Bv. : wat als er geen wind was, hoe kan je dan een vlieger laten vliegen
Vragen die helpen te convergeren
Realist in leerling los maken en helpen analytischer te kijken
Voorbeelden :
o Welke oplossing verraste je?
o Wat zijn verschillen en overeenkomsten in ideeën
Vragen die helpen te reflecteren
Betrekt zelfniveau van leerling : wat was mij bijdrage? Hoe kan ik daarvan leren
Leerling bewust maken van leerproces: ben je trots? Waarom heb je deze
oplossing gekozen