Zakenrecht (pagina 516 tot 717 BW)
Boek II: zakenrecht
• Titel I: zaken in het algemeen
o H1: onderscheid der goederen
o H2: vermogen
o H3: zakelijke rechten
• Titel II: eigendom
o H1: onroerende eigendom
o H2: roerende eigendom
o H3: mede-eigendom (vb: appartementen)
o H4: hoe verkrijgt men eigendom?
o H5: sanctie van eigendom
• Titel III: zakelijke genotsrechten
o H1: vruchtgebruik
o H2: gebruik en bewoning
o H3: erfdienstbaarheden
o H4: opstal
o H5: erfpacht
• Titel IV: overdracht van zakelijke onroerende rechten
o H1: overschrijving
o H2: randvermeldingen
Boek III: zekerheden
• Titel I: persoonlijke zekerheden
o H1: borgtocht
o H2: borgtocht op eerste verzoek
• Titel II: zakelijke zekerheden
o H1: inpandgeving
o H2: voorrechten
o H3: hypotheken
1
,Boek II. Zakenrecht
Titel I. Zaken in het algemeen
Hoofdstuk I. Onderscheid der goederen
Naar toe-eigeningsvatbaarheid
Res communis Res nullius Res derelicta*
Dient voor allen Behoort niemand toe Door eigenaar vrijwillig
weggegooid/ verlaten
Buiten de handel Vatbaar voor toe-eigening Anderen kunnen toe-
eigenen
Niemand mag toe-eigening 1e toe-eigenaar behoort de Opgepast met container aan
verhinderen zaak toe warenhuis: inhoud verkocht
aan verwerker?
Geregeld door politiewetten Geregeld door politiewetten Onroerende goederen
zonder eigenaar: behoren
staat toe
Vb: lucht, zee, licht Vb: vis in een rivier
*Voorbeeld: grootwarenhuis met een grote container vanachter. Producten die goed zijn tot
4 februari, betekent dit dat je de dag erna doodvalt? Wordt er niet beter van, maar het is niet
direct oneetbaar. Wat gebeurt er? Op 5 februari gooien ze alles wat vervallen is weg, mensen
hebben de neiging om die producten daar weg te halen en die producten te gebruiken voor
mensen die in de problemen zaten en geen eten hebben. Er is klacht neergelegd door de
supermarkt..
Er zijn ook zaken buiten de handel; bijvoorbeeld drugs, organen, prostitutie,…
Afdeling I. Belangrijkste indelingen
Verbruikbare zaken en niet-verbruikbare zaken
Verbruikbare zaken= het gaat over zaken die door het gebruik weg zijn (vb: vat wijn)
Niet-verbruikbaar= gaat niet verloren bij eerste normaal gebruik (vb: gsm)
Vervangbare zaken: heel wat dingen in de samenleving zijn perfect vervangbaar
(bijvoorbeeld een lamp, computer,… maar NIET een schilderij van Rubens)
Lichamelijke goederen: tastbare zaken (vb: gsm, laptop,…)
Onlichamelijke goederen: niet-tastbare zaken (vb: een vermogen, eigendomstitel,
auteursrechten,…)
En wat met elektriciteit? Je kan het vasthebben, zoals kabels maar je ziet niet waar de
elektriciteit “is”. Het is vrij onlichamelijk.
2
,Afdeling II. Roerende en onroerende goederen
Criterium: vatbaarheid voor verplaatsing (art. 528 BW)
Roerende goederen: alle goederen die niet als onroerend worden beschouwd.
= grond met alles wat erbij hoort
Voorbeeld: ingebouwde ijskast, losstaande ijskast: roerend goed (waarom is dit relevant? Bij
verkoop, is de ijskast verkocht of niet? Hoort ze bij de roerende of onroerende goederen van
het huis? Hier kunnen discussies over bestaan tussen makelaars)
Goederen zijn roerend door:
- Hun aard
- Door wetsbepaling
Belang van het onderscheid:
- De verplichte publiciteit (registers) voor onroerende goederen (= dit wil zeggen dat je
perfect kan weten tot wie de eigendom behoort, het is belangrijk om te weten van
wie bijvoorbeeld het appartement is, bij roerende goederen is dit niet! Hier bestaat de
publiciteit niet)
Echter: soms ook publiciteit voor roerend goed, vb: zeeschepen
- Het onderscheid dat in meerdere wetten terug te vinden is: BW, GW, W Reg, Hyp W,
Ger W, WBTW
Het is belangrijk om hier een onderscheid tussen te maken. Wij hechten meer belang aan
onroerend goed.
Het statuut hangt af van de concrete situatie waarin men zich bevindt (vb: serre, caravan,…).
Onroerende goederen
Goederen zijn onroerend door:
- Hun aard
- Hun bestemming
- Hun voorwerp
Onroerend naar zijn aard:
De grond en al wat eraan vastzit (voldoende vereiste: art 532 BW):
- Grond: in principe ook de ondergrond (art 518 BW)
- Planten: wortelvast
- Gebouwen: in de ruimste zin (art 518 BW)
Wat met betwistbare zaken? Bijvoorbeeld serres → toepassing criterium van de
verplaatsbaarheid
Het is onroerend als het niet zonder schade kan worden verplaatst of verwijderd!!
3
, Onroerend door bestemming:
Roerende goederen door eigenaar (van zowel onroerend als roerend goed) ≠ als leasing/
verkoop met eigendomsvoorbehoud!!) voor dienst van grond of gebouw als onroerend goed
= meerwaarde voor het onroerend goed:
- Publiciteit vereist: in dienst van de grond = objectief nut (art 525 BW) en/ of blijvend
aan de grond verbonden (art 525 BW)
Voorbeelden: bad bevestigd in muur, koeien op de boerderij, Mariabeeldje in nis, maar ook:
handelsfonds, onroerende zakelijke rechten, meubilair van gemeubeld huurhuis, meubilair
school, museum (allen mits dezelfde eigenaar).
Roerende goederen
Wat zichzelf kan verplaatsen of verplaatsbaar is:
- Aandelen (gedematerialiseerd, dit betekent dat het niet meer op papier is, de bank
houdt het aandeel onder zich)
- Interesten
- Scheppingen van de geest (bijvoorbeeld muziek, boeken, uitvindingen,…)
- Handelszaken (bijvoorbeeld Red & Blue)
- Vervroegd roerende zaken: bijvoorbeeld aardappeloogst vooraf opgekocht door
Delhaize
- Onlichamelijke roerende zaken: bijvoorbeeld pand (bijvoorbeeld horloge als
waarborg)/ verbintenissen/ rechtsvorderingen
Kritische bedenking:
Art 516 BW is volgens menig rechtsgeleerde verouderd: tal van goederen zijn noch roerend
noch onroerend. Volgens deze rechtsgeleerden is niet de mogelijkheid tot al dan niet
verplaatsbaar zijn het criterium maar wel de mogelijkheid tot geschikte publiciteit.
Momenteel: DIV (dienst ivm voertuigen), kadaster, hypotheekbewaarder,…
Afdeling III. Domeingoederen
Domeingoederen
Goederen die behoren tot de overheid, bestemd voor algemeen nut.
Openbare:
- Behoren tot aan de overheid, bijvoorbeeld spoorwegen, territoriale zee (=
continentaal plat is het stuk van de kust tot het diep water, vanaf het diep water is het
territoriale zee)
- Staan ten dienste van iedereen of door wet uitdrukkelijk zo bepaald
- Buiten de handel
- Overheid kan desaffecteren1, bijvoorbeeld jeeps/ tenten leger, stukje stoep voor
oprichting gebouw, Augustijnenkerk in Kammenstraat,… (desaffectatie= afstand doen
van een stuk grond, door de overheid)
1
de overheid kan zeggen dat ze afstand doen van een stuk domein
4