Hoofdstuk 5: de fundamentele
motorische patronen
1 Fundamentele bewegingsvaardigheden
1.1 Inleiding
Nadat een kind kan stappen, zal de controle over de motorische vaardigheden toenemen. In de
kleuterleeftijd experimenteren ze veel en is er grote variabiliteit aan verschillende motorische
vaardigheden gekenmerkt door graduele progressieve motorische ontwikkeling ontwikkeling van
bekwaamheid in fundamenteel motorische vaardigheden is een belangrijke ontwikkelingstaak. De
meeste sport- en bewegingsvaardigheden zijn een geavanceerde versie van een fundamentele
bewegingsvaardigheid.
Fundamentele bewegingsvaardigheden kunnen onderverdeeld worden qua grove motoriek:
Fundamentele bewegingsvaardigheden
Vaardigheden met Vaardigheden
objectcontrole voor locomotie
Sending skills Receiving skills
Objectcontrole wordt ook wel manipulatieve vaardigheden genoemd.
Soms wordt ook stabiliteit (evenwicht, dynamisch evenwicht) als 3 e categorie gezien, maar deze
wordt overkoepeld door de andere: stabiliteit is een voorwaarde voor locomotie en objectcontrole.
Locomotorische vaardigheden lokken verplaatsing of beweging van het lichaam door de ruimte uit.
Ze worden gekenmerkt door gecoördineerd bewegen van het OL en BL of armen en benen.
Vaardigheden met objectcontrole omvat vnl. bal- en slagvaardigheden. De oog-hand- en de oog-
voetcoördinatie is hierbij essentieel.
Het ontwikkelen van de fundamentele bewegingsvaardigheden is zeer belangrijk voor kinderen. Nu
bewegen kinderen veel minder dan vroeger achterstand in motorische ontwikkeling en nadelig
voor actieve levensstijl op latere leeftijd.
De fundamentele vaardigheden vormen de basis voor verschillende bewegingsactiviteiten en
sporten. Om deze vaardigheden te verwerven, zijn voldoende kansen tot bewegen nodig. De
vaardigheden moeten nu georganiseerd aangeboden worden Multimove voor kinderen. Dit wilt
de ontwikkeling van de basismotoriek bij jonge kinderen op een pedagogisch verantwoorde en
wetenschappelijk onderbouwde manier stimuleren.
1
, 1.2 Beschrijving van enkele fundamentele bewegingsvaardigheden
1.2.1 Locomotorische vaardigheden
Wandelen en lopen
Wandelen = met periode van dubbele steun waarbij beide voeten contact maken met de grond.
Lopen = met zweeffase waarbij beide voeten gelijktijdig van de grond zijn.
Er zijn verschillende vormen van lopen en wandelen: huppelen, hinkelen, springen… deze vergen
oefening. Vormen van lopen aanleren of tijdens specifieke sporten zie loop-ABC: voorwaarts,
achterwaarts, zijwaarts, met gestrekte knieën lopen, skippings…
Glijden
= vaardigheid waarbij lichaamsdeel, al dan niet in direct contact met de ondergrond, zich met of
zonder hulpmiddel verplaatst (wordt).
Sluipen en kruipen
Zie hoofdstuk motorische ontwikkeling.
Klauteren = op handen, voeten en knieën schuin opwaarts voortbewegen
Klimmen = met handen en voeten verticaal voortbewegen
Roteren
= lichaam of lichaamsdeel draait rond de lengteas, breedteas of diepteas (bv. koprol, pirouette…)
Springen
= met afstoot, zweeffase en landing, al dan niet voorafgegaan door aanloop.
opgedeeld in steunspringen (handen = steun), ondersteund springen (met hulp) en vrij springen.
Zwaaien
- Hangen = lichaam of lichaamsdeel aan een toestel houden, toestel draagt deels of volledig
lichaamsgewicht, al dan niet zonder de grond te raken.
- Slingeren = lichaam of lichaamsdeel al dan niet met toestel een heen- en weergaande
beweging maakt en het toestel de beweging niet ondersteunt.
- Schommelen = met toestel een hee- en weergaande beweging maken (ondersteund door
toestel)
1.2.2 Objectcontrole
Trekken
= last met het lichaam, lichaamsdeel of hulpmiddel al dan niet in beweging brengen, trekker steeds
voor de last
Duwen
= last met het lichaam, lichaamsdeel of hulpmiddel al dan niet in beweging brengen, duwer steeds
achter de last
Heffen
= voorwerp of lichaamsdeel over een bepaalde afstand in het verticaal vlak verplaatst
Dragen
= voorwerp vasthouden en de drager verplaatst evt.
2
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur JBtns. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.