Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting - Beginselen van recht voor kinesitherapeuten €10,96   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting - Beginselen van recht voor kinesitherapeuten

 23 vues  1 fois vendu

Dit is een uitgebreide samenvatting van het vak Recht dat in de richting Kinesitherapie gegeven wordt. De cursus is volledig samengevat, en de slides zijn er ook in verwerkt. Alle verwijzingen naar de Reader Wetgeving zijn ingevoegd. Enkel de nieuwe toepassingen uit de nieuwe slides zullen nog to...

[Montrer plus]

Aperçu 7 sur 81  pages

  • 13 octobre 2024
  • 81
  • 2024/2025
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (2)
avatar-seller
vandaelehanna
Beginselen van recht voor
kinesitherapeuten
Deel I: basisbegrippen van het recht
Hoofdstuk 1: Het recht
Titel 1: Het begrip recht
Oorsprong van het recht
Van natuurtoestand naar rechtsstaat
- Natuurtoestand (geen recht): recht van de sterkste  schaarste van
mogelijkheden  conflicten
- Rechtsstaat: afspraken over wijze van samenleven  rechtvaardige verdeling
van de schaarste middelen
Uitgangspunt: elk individu ervaart individuele vrijheid als een noodzakelijke
voorwaarde om zichzelf als persoon te kunnen ontplooien
- Samenleving: macht die rechtvaardige regels uitvaardigt
- Ubi societas, ibi ius: waar een maatschappij is, is recht
- Rechtsregels gaan uit van de staat (maatschappij)
- Positief recht = concreet geldende rechtsregels op een bepaald tijdstip in een
bepaalde staat
Doel van het recht: hangt af van onderliggende normen en waarden
- Belgisch recht: maatschappelijk leven ordenen, algemeen belang dienen,
streven naar rechtvaardigheid
- Noord-Korea: persoons-centrisme (vorstelijk absolutisme)
- Verwijzing naar hogere macht (een god)
Begripsomschrijving van het recht
 Objectief recht = gedragsregel zelf / het recht als een aan de mens uitwendig
gegeven
 Subjectief recht = het recht van ieder individu om erop te vertrouwen dat de
andere deze regels respecteert / persoonlijke ervaring of gevolg van dit objectief
gegeven

Objectief recht
1. Algemene gedragsregels (sociale leefregels)
= Normatieve bepalingen (hoe het hoort te zijn) die een gedrag voorschrijven,
op een onbepaald aantal gevallen van toepassing
o Bepaald gedrag: bevel, verbod of toelating
 Positief: verplichting om bepaalde handeling te stellen
 Negatief: onthouden om bepaalde handeling te stellen
o Onbepaald gedrag: belofte
 Bv artikel 23 GW: recht op menswaardig leven
 Geven duidelijke richting en doel aan wetgever om op te treden
naar de toekomst toe
- Algemeen: op een onbepaald aantal gevallen van toepassing
o Telkens van toepassing wanneer de voorziene situatie zich voordoet
o Rechtvaardigheid: geen bevoorrechting van de ene noch van de andere
o Individueel bevel tot specifieke persoon gericht is geen algemene
gedragsregel en dus geen objectief recht !
- Niet alle gedragsregels zijn rechtsregels

, o Vele soorten gedragsregels: morele normen, godsdienstige normen,
beleefdheidsnormen, spelregels, sociale afspraken, …
o Objectief recht handelt enkel over rechtsverhoudingen
2. Opgelegd door een bevoegde overheid
o Bevoegde overheid = instantie die macht heeft gekregen van de
rechtsorde om de rechtsregel op te leggen
3. Ordenen van de samenleving
o Zorgt ervoor dat rechtvaardig samenleven mogelijk is
o Recht is poging om de op een bepaald moment op een bepaalde plaats
geldende opvatting over rechtvaardigheid te realiseren (rechtsbewustzijn
leeft in elke burger)
o Noodzakelijke band tussen recht en rechtvaardigheid
 Bv verkeersregel dat je rechts moet rijden = norm die belangrijk is
voor de realisatie van de rechtvaardigheid (rechtszekerheid)
4. Afdwingbaarheid
o Enkel overheid heeft bevoegdheid om regels af te dwingen en daarbij zo
nodig geweld te gebruiken
o Opdracht van overheid om sancties voor het overtreden van de
rechtsregels te bepalen en de nodige structuren voor rechtshandhaving te
organiseren (politie, gevangenis, …)
o Ontoelaatbaar dat burger zelf en eigenhandig de naleving van
rechtsregels zou afdwingen (verbod op eigenrichting)
o Uitzondering: wettige zelfverdediging
Symboliek van het recht: Justitia of Themis (godin van rechtvaardigheid)
- Blinddoek: onpartijdigheid  oordelen zonder aanzien des persoons
- Weegschaal: evenwichtigheid  argumenten van beide partijen zorgvuldig
afwegen
- Zwaard: beslissingsmacht  knoop doorhakken en vonnis of arrest vellen

Subjectief recht
= Individualisering van de rechtsregel, aanspraak die een rechtssubject tav andere
rechtssubjecten aan het objectief recht ontleent
Soorten
- Burgerlijke subjectieve rechten = private rechtsbetrekkingen tussen
particulieren, opleggen van vrijheidsstraffen en meeste fundamentele rechten
en vrijheden
o Persoonlijkheidsrechten: rechten ivm de persoonlijkheid en bekwaamheid
zoals naam en meerderjarigheid
o Familiale rechten: rechten ivm de familiale verhoudingen zoals
afstamming en huwelijk
o Vermogensrechten: in geld waardeerbare rechten ivm het vermogen
- Politieke subjectieve rechten: betrekking op het staatsburgerschap van de
rechtssubjecten
o Subjectieve rechten die men als burger heeft: stemrecht, recht om een
militaire of burgerlijke staatsbetrekking te hebben, socialezekerheidsrecht,

Bronnen (deelverzamelingen)
- Feit: alles wat werkelijk is of heeft plaatsgehad (natuurlijke gebeurtenis of
menselijke gedraging)
o Bv: als het onweert, dan is er een bliksemflits
- Rechtsfeit: feit die rechtsgevolgen teweegbrengt (natuurlijke gebeurtenis of
menselijke gedraging)
o Omstandigheden die subjectieve rechten doen ontstaan, wijzigen of
tenietdoen

, o Bv: als bliksem inslaat op een huis, dan zullen daar rechtsgevolgen uit
voortvloeien
- Rechtshandeling: bijzondere categorie van rechtsfeiten
o Menselijke gedragingen die worden gesteld met het oog op het doen
ontstaan van rechtsgevolgen
o Bv: sluiten van een brandverzekeringsovereenkomst




De pedagogische opdeling van het recht
Recht moet een coherent en samenhangend geheel zijn, waarbinnen geen
tegenstrijdige subjectieve rechten mogen bestaan




Onderscheid tussen nationaal, internationaal en supranationaal recht
 Nationaal recht = geheel van rechtsregels dat betrekking heeft op de
rechtsverhoudingen binnen één staat
o Bv: Belgische recht
 Internationaal recht = geheel van rechtsregels dat betrekking heeft op de
rechtsverhoudingen tussen de staten onderling
o Van toepassing op de internationale publiekrechtelijke rechtspersonen
o Regels worden vooral via internationale verdragen vastgelegd
o Bv: VN, NAVO
 Supranationaal recht = geheel van rechtsregels dat wordt uitgevaardigd door
organen van instellingen die door een aantal staten zijn gecreëerd en waaraan
zij een deel van hun soevereine macht hebben overgedragen
o Bv: Europees recht of Communautaire Recht

Onderscheid tussen publiek en privaat recht (summa divisio: hoofdindeling)
 Publiekrecht = geheel van rechtsregels dat betrekking heeft op de organisatie
en de werking van de staat, de rechtsverhoudingen tussen de overheid en de
burgers en de onderlinge rechtsverhoudingen tussen de overheidsorganen
o Bv: de Grondwet
 Privaatrecht (burgerlijk recht) = geheel van rechtsregels dat betrekking heeft op
de onderlinge verhoudingen tussen burgers
o Bv: oud Burgerlijk Wetboek
Vertakkingen in kleinere rechtstakken of rechtsdomeinen

Nuancering van pedagogische opdeling
- Mag niet als absoluut beschouwd worden
- Gemengde rechtstakken: consumentenrecht (wetboek van economisch recht),
migratierecht
- Transversale domeinen: mensenrechten

,Titel 2: Het rechtssubject en het rechtsobject
Rechtssubject
= Drager of titularis van subjectieve rechten en plichten
- Uiteindelijke bestemmelingen van het recht
Natuurlijke personen
- Mens is een rechtssubject vanaf de geboorte tot aan het overlijden
- Een lijk is dus een rechtsobject
- Uitzonderlijk: voor de geboorte als rechtssubject beschouwd, indien in het
voordeel van het verwekte kind, op voorwaarde dat het kind levend en
levensvatbaar geboren wordt

Afgeschaft
- Slavernij: mensen die geen rechten hadden  nu heeft ieder mens rechten en
plichten
- Burgerlijke dood: mens herleid tot rechtsobject, rechten ontnomen (art. 18 GW)
Rechtssubject zijn staat los van nationaliteit
- Vreemdelingen: personen die de Belgische nationaliteit niet hebben
- Illegalen: vreemdelingen die op het Belgisch grondgebied verblijven zonder
daartoe de toelating te hebben
Dieren zijn rechtsobjecten (geen rechten of plichten)
- Dierenrechten en dierenbescherming owv economische/emotionele waarde voor
de mens
- Plichten opgedragen aan de mens om dieren te beschermen
- Derde categorie tussen rechtssubject en rechtsobject in nieuwe BW
o Goederen, maar geen voorwerpen
o Hebben gevoelsvermogen en biologische noden
Rechtspersonen
= Door de wet of internationale verdragen gecreëerde juridische structuren of
constructies
- Abstracte onlichamelijke wezens die rechtssubjecten en dus dragers van
rechten en plichten zijn, en zodoende beschikken over rechtsbekwaamheid
- Kunnen zelfstandig vermogen doen ontstaan en verantwoordelijke organen
aanduiden (bv Raad van Bestuur of Algemene Vergadering)
- Kunnen contracten sluiten, en aansprakelijk genomen worden voor schade
Basisprincipes
- Wettelijkheidsbeginsel: steeds een wettelijke basis nodig om een rechtspersoon
te kunnen oprichten
- Doelbeperking: rechtspersoon wordt altijd met een bepaald doel opgericht
Voorwaarden waar een rechtspersoon aan moet voldoen
- Bepaalde gegevens over rechtspersoon moeten bekendgemaakt worden in het
Belgisch Staatsblad (controle mogelijk)
Onderscheid
 Privaatrechtelijke rechtspersonen
o Handelsvennootschappen met rechtspersoonlijkheid (nv, bvba, cv)
o Vzw
o Beroepsverenigingen
o Private stichtingen
o Stichtingen van openbaar nut
 Publiekrechtelijke rechtspersonen = overheidsinstellingen  opgericht door de
overheid en met een gedeelte van het staatsgezag bekleed (decentralisatie)
o Politieke rechtspersonen: Staat, gemeenschappen, gewesten, provincies
en gemeenten
o Openbare instellingen: OCMW, RSZ, RIZIV

, o Internationale instellingen: VN, NAVO
Feitelijke vereniging = groepering van mensen die zich wegens een
gemeenschappelijke doelstelling als één geheel beschouwen, maar die niet als een
zelfstandige juridische eenheid aan het rechtsverkeer kunnen deelnemen
- Geen rechtspersoon, geen rechtsbekwaamheid
- Bv loopclub vs vzw loopclub




Rechtsbekwaamheid en handelingsbekwaamheid




Feitelijk bekwaam = handeling kunnen verrichten
- Bv: benen lang genoeg om te kunnen rijden
Juridisch bekwaam = handeling mogen verrichten
- Bv: geldig rijbewijs nodig om te mogen rijden

Rechtsbekwaamheid
= Vermogen van een rechtssubject drager te zijn van subjectieve rechten en plichten
- Elke natuurlijke persoon is drager van subjectieve rechten en plichten
- Rechtspersonen genieten slechts de rechten die met de rechtspersoonlijkheid
verzoenbaar zijn en die noodzakelijk zijn om hun doel te realiseren
(specialiteitsbeginsel)
 Rechtsonbekwaamheid
o Nooit algemeen: ontkenning van de persoon = burgerlijke dood
o Gedeeltelijk: bepaalde rechten en plichten afgenomen
 Bv: rijverbod na veroorzaken van verkeersongeval
 Bv: rechtsonbekwaamheid van dokter om te erven van patiënt die
hij bij zijn laatste ziekte heeft verzorgd
Handelingsbekwaamheid
= Vermogen van rechtssubject om rechten en plichten waarvan hij drager is, zelf en
zelfstandig uit te oefenen
- Veronderstelt rechtsbekwaamheid
- Elke meerderjarige (18+), natuurlijke persoon is handelingsbekwaam
- Geheel of gedeeltelijk handelingsonbekwaam: minderjarigen, personen met
beperkte gezondheidstoestand
o Hebben juridische bijstand van of vertegenwoordiging door een ander
rechtssubject nodig
o Vrederechter is gevoegd om beschermingsstatuut op te leggen en
bewindvoerder aan te stellen

,Rechtssobject
= Voorwerpen die voor het recht een belang hebben, en het voorwerp kunnen zijn van
rechten en plichten
- Huis, stuk grond, auto, dier, lijk, ingevroren embryo, schilderij, …

Hoofdstuk 2: De bronnen van het recht




Materiële bronnen van het recht
 Verklaren de inhoud van het recht
 Verbonden met de legitimiteit van het recht
 Gebaseerd op wetenschappelijke inzichten, op politieke opvattingen of op
opvattingen over wat redelijk is en wat dat niet is
Wisselwerking tussen verschillende opvattingen (bv homohuwelijk), bepaald door heel
wat omstandigheden
- Dominante religieuze stelsels in de samenleving
- Klimaat
- Demografische samenstelling van de samenleving
- Geografische structuur van het grondgebied
Formele bronnen van het recht
 Bieden de vindplaats van het recht
 Verbonden met de legaliteit van het recht
 Wie een rechtseis heeft, moet een formele bron aanwijzen waarin hij aantoont
dat het recht dat hij claimt positief recht is
Bv: slecht wasmachine gekocht  in de wet kunnen aantonen dat de verkoper of
producent aansprakelijk is voor de gebreken in de producten die hij aan consumenten
verkoopt
Bindende formele bronnen van recht
Wetgeving
Wet = schriftelijk vastgelegde rechtsnorm
- Tot stand gebracht door een daartoe bevoegd orgaan
- Belangrijkste bron van rechtsregels
- Opgenomen in globale wetboeken of als afzonderlijke wetten

Formele wetgeving: inhoud niet relevant, vorm wel
- Uitgaand van het orgaan dat bevoegd is om wetten tot stand te brengen
(Wetgevende macht)
- België: complexe staatstructuur met verschillende beleidsniveaus, die elk zijn
eigen wetgever heeft (elke wetgever kan formele wetten tot stand brengen)
Materiële wetgeving: inhoud wel relevant
- Algemeen bindende normen
- Inhoud van de norm van doorslaggevend belang, niet het orgaan dat de norm
uitvaardigde

, Zowel formele als materiële wet: opgelegd door bevoegde Wetgevende Macht, met
algemeen bindende normen
- Bv: burgerlijk wetboek
Louter formele wet: wel uitgevaardigd door bevoegd orgaan, maar geen algemeen
bindende norm
- Wet gericht op specifiek individu of een specifieke situatie
- Bv: verlening van Belgische nationaliteit aan vreemdeling
Louter materieel: algemeen bindende norm, maar niet uitgevaardigd door wetgever
- Norm over huisvuilophaling, uitgevaardigd door een gemeentelijk reglement




Gewoonte
 Feitelijk element: bepaald gedrag van de rechtssubjecten
 Psychologisch element: rechtsovertuiging van de burgers dat dit gebruikelijke
gedrag ook de norm is die door iedereen moet worden nageleefd
Vaak verwijst de wet naar de gewoonten als rechtsnorm
- Bv: in grondwettelijk recht is de regel dat een ontslagnemende regering zich
enkel nog bezighoudt met de lopende zaken van gewoonterechtelijke aard
- Bv: de toegelaten hoogte van een haag is in België regionaal verschillend

Algemene rechtsbeginselen
= Fundamentele, ongeschreven regels die bepalen hoe het recht moet worden
toegepast en waarmee dus rekening moet worden gehouden
- Bv: verbod op rechtsmisbruik, rechten van verdediging, openbaarheid van
bestuur, vermoeden van onschuld, non bis in idem

Billijkheid
= Beginsel van redelijkheid waarmee de hoven en rechtbanken, naast de geldende
rechtsregels, rekening kunnen houden bij de oplossing van een geschil
- Bv: naar billijkheid uitspraak doen over verblijfsregeling voor kinderen, opleggen
van straf, aansprakelijkheid van geestegestoorde
Gezaghebbende formele bronnen van recht
Rechtspraak
= Geheel van uitspraken gedaan door rechters in hoven en rechtbanken
Artikel 5 GerW

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur vandaelehanna. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,96. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

67474 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€10,96  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter