Sociaal overleg:
Vakbonden:
- Werknemersorganiaties: ABVV, ACLVB, ACV
- Werkgeversorganisaties: Boerenboond, Unizo, VBO
Zij behartigen de belangen van hun leden
Als werknemer kan je lid worden van een werknemersorganisatie. Het is
geen verplichting. Je zal wel lidgeld moeten betalen (gratis voor
studenten. Het lidgeld schommelt tussen 2 – 18 euro per maand. De
voordelen zijn de solidariteitsprincipe, collectieve belangenbehartiging,
bijstand in geval van werkloosheid of probleem met (ex-) werkgever,
loopbaanbegeleiding,…
Sociaal overleg doelt op het overleg dat tussen werknemer(s)
(organisaties) en werkgever(s)(organisaties) wordt gevoerd op niveau van
de onderneming, sector, het land. Het sociaal overleg is essentieel voor de
sociale vrede: hoe beter partijen overleggen, hoe minder conflicten.
Doordat dit overleg door de werknemer niet individueel maar wel collectief
gebeurt, wordt de gelijkwaardigheid van de partijen verzekerd. Een
werknemer alleen zou immers niet sterk staan tegenover zijn werkgever.
Vandaar dat hij moet worden vertegenwoordigd door een
werknemersorganisatie.
, Arbeidsrecht
CPBW: + 50 werknemer, comité voor preventie en bescherming op het
werk
OR: +100 werknemers, ondernemingsraad
OR en CPBW bestaan uit vertegenwoordigers van de werknemers en van
de werkgever. De vertegenwoordigers worden aangeduid door middel van
sociale verkiezingen. Ze worden voorgedragen door hun vakbond. Ook
worden ze ondersteund door de secretaris van hun vakbond. In het CPBW
en in de OR gaat men afspraken maken die men kan vastleggen in een
collectieve arbeidsovereenkomst en de werknemers informeren.
Een vakbond kan in een bedrijf werknemers aanduiden die als
‘vakbondsafgevaardigde’ of ‘délégé’, de vakbond waarbij hij/zij is
aangesloten, zal vertegenwoordigen. Deze vakbondsafgevaardigde is dan
een soort van ‘vertegenwoordiger’ van zijn vakbond. De andere
werknemers binnen dat bedrijf kunnen, als ze ook lid zijn van dezelfde
vakbond, de vakbondsafgevaardigde aanspreken als ze vragen of
problemen hebben met betrekking tot het werk. Een
vakbondsafgevaardigde heeft een belangrijke signaalfunctie. Hij/zij kan
problemen binnen het bedrijf detecteren en melden aan zijn
contactpersoon bij zijn vakbond. Die contactpersoon noemen we een
‘secretaris’.
- PC: paritair comité = overlegorgaan
Een PC is een soort van ‘vergadertafel’ waar vertegenwoordigers
van de werknemers- en van de werkgeversorganisaties elkaar
ontmoeten. Per sector is er een PC. Elk PC heeft een uniek nummer.
Binnen elk PC worden er afspraken gemaakt die gelden voor de
werkgevers en de werknemers die in die sector werken. Voor de
werknemersorganisaties zal de secretaris aan de vergadertafel zitten
van het PC dat bevoegd is voor ‘zijn sector’.
- NAR: nationale arbeidsraad = overlegorgaan op nationaal niveau
Ook hier ontmoeten werknemersorganisaties en
werkgeversorganisaties elkaar. Binnen de NAR maken zij afspraken
die voor alle werkgevers en werknemers van België gelden. Bv.
afspraken over camerabewaking op het werk
Vakbondssecretaris: elke vakbond stelt onder andere een aantal
secretarissen te werk. Elke secretaris is bevoegd voor een bepaalde
sector/bedrijven. Deze zorgt ervoor dat er in de bedrijven waarvoor hij
bevoegd is een goede vakbondswerking is samen met de militanten. Hij/zij
weet wat er in een bedrijf of sector speelt en waarover er afspraken
gemaakt moeten worden in de overlegorganen.
CAO’S = collectieve arbeidsovereenkomsten. Het resultaat van een sociaal
overleg is vaak het ontstaan van CAO’S. Een CAO is een overeenkomst
, Arbeidsrecht
tussen de werkgevers en de werknemersorganisaties waarbij afspraken
worden vastgelegd over de arbeidsvoorwaarden. In het arbeidsrecht zijn
collectieve arbeidsovereenkomsten een heel belangrijke bron van recht bv.
loonbarema’s, kledijvoorschriften, uurroosters,…
Hiërarchie en kernbegrippen:
Het arbeidsrecht kent heel veel bronnen: het parlement maakt afspraken, de sociale partners
maken afspraken op verschillende niveaus, de individuele werknemer maakt afspraken met
zijn werkgever enz. dit alles resulteert in verschillende regels die al dan niet van toepassing
zijn. Sociaal overleg zorgt ervoor dat je dicht bij de realiteit van een bedrijf of sector blijft.
Een lagere rechtsnorm mag nooit in tegenstrijd zijn van een hogere bron.
De hoogste bron heeft niet altijd de belangrijkste norm.
De werkgever in pc200 moeten minimaal een maaltijdcheque betalen van 5eu-> een
minimum. De kbc gaan op het niveau van een bedrijf ook een cao afsluiten. 5eu is te veel we
gaan hun 4 euro geven-> een lagere rechtsnorm mag niet in tegenstrijd zijn met een hogere
rechtsnorm.-> in dit geval is dit tegenstrijdig en mag niet.
Het kan zijn dat er een maximumnorm zijn. dit wil zeggen dat ze in pc van grote banken
maximaal 5euro aan maaltijdcheques en de kbc wilt maaltijdcheques geven van 4euro-> het
is niet tegenstrijdig, het is maximum 5euro, maar 6 euro mag niet want je mag niet boven
het maximum.
Een vaste regel: iedereen krijgt een maaltijdcheques van 5euro-> kbc geeft 4/ 6 euro-> dit is
tegenstrijdig want het is de vaste regel en daar moet je je aan houden.
Hiërarchie der rechtsbronnen:
1. Dwingende bepalingen van de wet: zijn de allerhoogste. Je hebt 2 elementen: de
dwingende bepalingen van de wet en de aanvullende bepalingen van de wet. Van de
dwingende bepaling kun je niet van afwijken. Je moet je daar aan houden. Bv.
vakantiedagen-> in België heb je 20 wettelijke bepaalde vakantiedagen. Recht op
arbeid dat je in de grondwet staat betekent dat iedereen recht heeft om een job uit
te oefenen en vrij zijn job kiest, dus niet gedwongen wordt. Non-discriminatie
beginsel: niet discrimineren op geslacht, origine, seksuele voorkeur.
2. De algemeen bindend verklaarde CAO’S in volgende orde:
Gesloten in de NAR
Gesloten in het PC
Gesloten in het PsC
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur amalhoumaneelbakkali. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.