Deze samenvatting bevat gemakkelijke voorbeelden, duidelijke uitleg, tekeningen, eventuele verwijzingen naar het boek, belangrijke kernzinnen en kernwoorden.
Het hele boek (ontwikkeling in vogelvlucht Martine F. Delfos) druk 6 2015 heb ik samengevat.
Een tip: ik verkoop alle hoofdstukken in ee...
in de periode vanaf de geboorte tot ong 5 jaar is het kind voor zijn of haar ontwikkeling sterk afhankelijk van zijn ouders.
Afstammingsonrust= de behoefte op zoek te gaan naar de eigen ouders. deze behoefte ontstaat omdat de afkomst zorgt
voor herkenbaarheid van onszelf.
Deze herkenbaarheid ontstaat op verschillende gebieden: erfelijke herkenbaarheid, sociale omgevingsherkenbaarheid en
culturele herkenbaarheid.
het komt steeds vaker voor dat kinderen niet bij hun (beide) biologische ouders opgroeien. Door veranderingen in de
relatiemoraal (komt door industrialisatie dat contact tussen mensen vrijblijvender werd) is het percentage scheidingen
sterk toegenomen.
Ook door de uitbreiding van bevruchtingsmethoden en de toename van de mogelijkheden tot reizen, waar door adoptie
eenvoudiger is geworden, groeit een toenemend aantal kinderen op buiten de eigen genetische, sociale en culturele
omgeving.
Ook hebben vrouwen in deze tijd steeds later de behoefte om kinderen te krijgen, dit verhoogt de kans op het risico van
onvruchtbaarheid.
Als een kind niet bij zijn of haar eigen biologische ouders opgroeit kan dit gevolgen hebben voor de mate waarin het
zichzelf in zijn of haar ouders en verdere familie herkent en zichzelf terug vind.
Wanneer een kind zonder zijn biologische ouders opgroeit ontbreekt een wezenlijk deel van de erfelijke herkenbaarheid in
uiterlijk en gedrag.
Als een kind niet in zijn eigen sociale omgeving opgroeit kan zowel het kind als de omgeving daar problemen mee krijgen.
VB: kinderen in een pleeggezin kunnen bepaalde vrienden hebben of dingen doen die in het pleeg gezin als fout word
gezien en in het genetische gezin als goed beschouwd worden. acceptatie van de eigenheid van het kind en daarmee van
nature tegen over nurture is van het grootste belang.
Menselijke kenmerken zitten in genen die zelfstandig of in samenwerking met elkaar een eigenschap bepalen. Deze genen zitten in dna
ketens die in chromosomen zijn onderverdeeld= in 23 paren totaal 46 chromosomen.
Deze 46 chromosomen zitten in de kern van ieder lichaamscel, behalve in de geslachtscellen hier zitten er maar 23 paren.
Chromosomen zijn gegroepeerd in paren, waarvan het ene element van de moeder afkomstig is en de ander van de vader.
Een gen kan dominant of recessief zijn ook fenotype en genotype.
Dawkins gaat ervanuit dat het niet het individu is di gericht is op voortbestaan, maar de genen. De genen gaan opzoek naar
de genen bij welke ze veel kans hebben op overleving. het gen is op zichzelf gericht, zelfzuchtig.
Memem= zijn de overdragers van cultureel materiaal zoals genen de overdragers zijn van erfelijk materiaal.
Een gebrek aan culturele inbedding is het duidelijkst waarneembaar bij adoptie van kids vanuit een land met een andere
cultuur.
- afwijking van het opgroeien bij de eigen biologische ouders hebben gevolgen voor de wijze waarop een kind zich
ontwikkelt. (dit betekent niet dat dit altijd ongunstig hoeft te zijn) het is van belang dat de opvoeders zich de verschillen
met de gewone opvoedingssituatie bewust zijn om er rekening mee te houden en nadelen te kunnen vangen.
Herkenbaarheid is slechts een deel van de opvoedingssituatie; daarom is bijv. opgroeien in een homoseksueel gezin niet
per se schadelijk voor een kind.
Omdat mannen en vrouwelijk verschillend zijn, maakt het opgroeien met een lid van hetzelfde en het andere geslacht het
makkelijker zichzelf en het andere geslacht te leren kennen en begrijpen. het bied de mogelijkheid tot identificatie en
tegen identificatie hierdoor kan de eigenheid van het kind worden afgezet tegen het eigen en het andere geslacht
ook van belang voor de socialisatieproces waarin het leren van seksespecifiek rolgedrag word geleerd dit geeft namelijk
een gevoel van vertrouwen.
Als een kind niet door vaste figuren word opgevoed worden zowel de herkenbaarheid als de hechting op spel gezet. een
gebrek aan continuïteit in de opvoeding brengt de ontwikkeling van hechting in gevaar.
,Sekse
Al vroeg legde trivers de grondslag voor het denken over de wijze waarop ouders investeren in de sekse van hun
nageslacht.
Bijv. in china toen de 1 kind per gezin regel kwam waren er veel abortussen als vrouwen zwanger waren van een meisje ze
wilden liever een jongen. De meiden die zijn gekomen en die als adoptie kind worden overgenomen dor een ander gezin
krijgen te maken met het feit dat ze moeten verwerken dat hun sekse de reden van afstand doen was. er kan een risico
ontstaan dat die kids problemen ervaren rond hun sekse-identiteit en bijv. transseksuele operaties ondergaan.
Seksspecifieke verwaarlozing=als er geen rekening word gehouden met de opvoeding van jongens en meisjes bijv. een
jongen en meisje naar een feministische opvang of school sturen voor beide positieve/negatieve invloeden.
Ontwikkelingstaken
Kinderen moeten tijdens hun ontwikkeling een aantal taken uitvoeren en vaardigheden/competenties ontwikkelen
worden ontwikkelingstaken genoemd.
Door ontwikkelingstaken kan in een overzicht bekeken worden op welke punten bij een specifiek kind gaten in de
ontwikkeling zijn gevallen of bij welk onderwerp de ontwikkeling nog niet vloeiend plaatsgevonden heeft.
Spanjaar en Berger benoemen concrete doelen voor basisschoolkinderen:
1 rekening leren houden met anderen
2 onafhankelijkheid
3 onderwijs
4 vriendschappen
5 verantwoordelijkheden thuis
6 gebruik van basale infrastructuren
7 veiligheid en gezondheid
Voor adolescenten formuleren de wit, slot en de veer de volgende taken:
1 eigen plaats bepalen binnen de veranderde relaties van het gezin
2 zorg dragen voor de gezondheid en het uiterlijk
3 zinvol invullen van vrije tijd
4 vorm geven aan intimiteit en seksualiteit
5 participeren in onderwijs en werk
6 vriendschappen en sociale contacten onderhouden
7 omgaan met autoriteit
Gedurende de baby en peutertijd ontwikkelt de ik-anderdifferentiatie zich sterk. Het kind gaat zich richten op
communiceren via joint attention(gerichte gedeelde aandacht) het kind richt de aandacht van een ander op iets dat het
kind belangrijk vind. VB: nog voordat taal ontwikkelt is, richt een kind de aandacht van een volwassenen door te wijzen naar
iets zo maakt het contact en kan het duidelijk maken wat hij of zij nodig heeft.
- na de afhankelijkheid van de volwassenen verschuift de gerichte aandacht naar leeftijdsgenoten.
Met 3 jaar lijkt het kind een hoogtepunt te bereiken in het beheersen van zichzelf en de wereld om zich heen. Het kan zich
voeden, zelfstandig voortbewegen en door middel van taal zijn wensen duidelijk maken.
Tussen 2,5 en 3,5 jaar vind de koppigheidsperiode plaats. Een opvoedkundig zeer vruchtbare periode, waarin kinderen
moeten leren de grenzen van anderen te respecteren, hun impulsiviteit te beheersen en hun behoefte uit te stellen.
Marshmellow of candy-reward test ontwikkelde mischel om uitstel van behoeftebevrediging te meten deze uitslag
voorspelt al op 4jarige leeftijd maatschappelijk, intellectueel, sociaal en intellectueel succes beter dan iq test.
- het gaat er simpel aan toe, er word aan de kind gevraagd wil je NU 1 snoepje of 2 snoepjes STRAKS?
Er spelen 6 belangrijke factoren een rol:
1 capaciteit tot plannen
2 capaciteit tot uitstel van behoeften
3 ontwikkelde frustratietolerantie
4 teken van vertrouwen in volwassenen
5 capaciteit tot inschatten van sociale interactie
6 ontwikkeling tijdsbeleving
,Uitwerking Marshmellow test:
1 Om te kunnen kiezen voor 2 snoepjes later moet het kind kunnen plannen en aan het plan vasthouden dit is 1 van de
executive functions, die van belang zijn voor het reguleren van gedrag.
2 het kind moet tevens een behoefte kunnen uit stellen die door het voorstel al opgeroepen word (kwijlen) er is sprake
van enig ontwikkelde frustratietolerantie.
3 het kind kan de frustratie ‘nu geen snoepje krijgen’ beheersen.
4 als het kind die keuze maakt heeft het ook voldoende vertrouwen in volwassenen dat zij die belofte zullen houden.
5 het in ook in staat sociale interactie zodanig te interpreteren dat het kind weet dat de volwassene het meent en dat het
geen grapje is.
6 ten slotte moet het kind enig tijdsbesef hebben om straks te kunnen plaatsen.
Kinderen met ADHD hebben een probleem met impuls controle dus hun kiezen sneller voor 1 snoepje.
Het kind gaat taal beheersen en deze in de vorm van wat piaget egocentrische taal noemde en wat vygotsky innerlijke taal/
private speech noemt, gebruiken om zijn of haar handelen bij te sturen.
Zoals vygotsky voorspelde gaat de private speech steeds meer ondergronds naar mate kinderen ouder worden.
- met behulp van innerlijke taal word geordend en worden handelingen begeleid. De eerste jaren is dit nog hardop, vanaf
een jaar of 5 verdwijnt het hardop begeleiden van handelingen. Het doelgecorrigeerd gedrag waar bowlby bij hechting over
spreekt word nu talig ondersteund.
Ontwikkelingstaken van het jonge kind (van geboorte tot 5 jaar)
Ontwikkelingsgebied ontwikkelingstaak
Autonomisch zelfstandig eten, zindelijk worden
Motorisch vrij en zelfstandig bewegen
Intellectueel ordenen, conservatieprincipe, ruimte en afstand, van
concreet naar abstract denken.
Communicatief talig functioneren
Emotioneel hechten en aan zich hechten
Het belang van de zintuigen
De ontwikkeling van het kind is sterk afhankelijk van de zintuigen: horen, zien, proeven, ruiken en voelen.
Het ontbreken van een zintuig (vooral zien of horen) word dan als een belangrijke handicap beschouwd.
Sensorische deprivatie= waarin de zintuigelijke waarneming zoveel mogelijk geblokkeerd word.
VB: mensen die in een afgesloten ruimte zijn zonder geur, verpakt in watten, geblinddoektmensen gingen hallucineren
afgesloten van de zintuigelijke waarneming vormt de mens zijn eigen waarneming: er ontstaat visuele, tactiele,
olfactorische en auditieve hallucinaties.
de reuk is het 1e zintuig dat van belang is voor de baby deze ontwikkelt zich in een vroeg stadium een kind reageert
vanaf de geboorte op de geur van de moederborst.
Ook is het gehoor zeer belangrijk baby’s hebben de 1e maanden een groot akoestisch vermogen een zuiver gehoor;
hiermee kunnen ze klanken onderscheiden door dit vermogen kunnen baby’s sneller de klanken van hun moedertaal
opnemen en zo dus sneller de taal leren.
Na 4 tot 6 maanden verdwijnt dit vermogen en ontvangen ze alleen nog de klanken van hun moedertaal deze reductie
beperkt de mogelijkheid om later een aantal talen te leren, maar versnelt de baby voor het leren van de moedertaal.
MAAR: werker, peggg en best toonden aan at het niet zozeer om verlies gaat maar om een reorganisatie die afgestemd is
op de moeder taal. (deze vind plaats na ong. een maand)
Pas als de baby 6 maanden is, winnen de visuele prikkels het van het gehoor.
Voor de baby en de peuter speelt de tastzin een grote rol baby’s hebben over het hele huidoppervlak zenuwuiteinden
waardoor ze gevoelig zijn voor aanrakingen meisjes hun huid is eerder gerijpt dan bij jongens waardoor meisjes een
grotere gevoeligheid ervaren en zo meer geknuffeld zouden worden dan jongens hun gevoeligheid zorgt er voor dat ze
positiever reageren op knuffelen en belonen daardoor het gedrag van de volwassenen.
Een belangrijk orgaan voor de tastzin van het kind is de mond.
, De noodzaak tot contact
Een kind word uiterst hopeloos geboren en heeft vele jaren nodig om uit te groeien en een zelfstandig functionerend mens
te worden.
Anaclitische depressie= liefde en aandacht van een verzorger zijn ONMISBAAR ook ondanks een goede fysieke verzorging.
dit kan tot depressie leiden bij een baby en uiteindelijk tot de dood.
Contact met de verzorger is voor het overleven van de baby dus van fundamenteel belang maslow plaatste in zijn
behoeftehiërarchie de behoefte aan liefde en het gevoel ergens bij te horen dan ook direcht na de lichamelijke
behoeften en de behoefte aan veiligheid.
Om zijn verzorgers te kunnen mobiliseren heeft het kind aangeboren gedragingen: huilen, glimlachen of brabbelen.
hiermee roept de baby de verzorger en probeert hij deze nabij te houden Het kind ordent vervolgens de ervaringen die
het opdoet en ontwikkelt daaruit een gehechtheidssyteem.
Gehechtheidssysteem= dit systeem houdt in dat het kind zich een beeld vormt van het gedrag van zijn verzorgers vooral
met betrekking tot voeding, verzorging, warmte, contact en veiligheid. zo merkt het ook welk eigen gedrag het gewenste
gedrag van de verzorgers oproept.
De aard en de kwaliteit van de hechting zijn in belangrijke mate afhankelijk van de responsiviteit van ouders of
verzorgers.
Afhankelijk van de soort hechting vertonen kinderen (met name in thuissituatie) daarbij behorende gedragsproblemen
door de wijze waarop ouders reageren op de behoefte van hun kind kan een veilige of onveilige hechting ontstaan.
Responsiviteit= deze is van ouders op de behoeften van hun kind is NIET hetzelfde als het geven van positieve aandacht aan
het kind. Bijv. kind wilt slapen maar ouder wilt spelen de verzorger bevredigt zijn eigen behoefte en niet van het kind, dus
is de verzorger niet responsief.
hechting
categorisering van hechtingsgedrag= veilige hechting en onveilige hechting.
Onveilige hechting bestaat uit 3 vormen: angstig-vermijdende, angstig-afwerende en gedesorganiseerde hechting.
Het kind ontwikkelt een gehechtheidssysteem waarin 1 persoon (meestal ma) de centrale figuur is.
De continuïteit en de kwaliteit van de opvoeding is voor de ontwikkeling van hechtheid en zelfstandigheid heel
belangrijk.
Volgens de gehechtheidstheorie wil het kind de verzorger nabij houden, zodat deze zijn behoeften kan vervullen en als ze in
nood zijn te kunnen helpen.
Vanuit het gedrag van zijn verzorgers ontwikkelt de baby een verwachtingspatroon van hoe mensen zullen reageren als
hij of zij in nood is zo ontstaat een basaal verwachtingspatroon van vertrouwen, wantrouwen of onverschilligheid.
Het is belangrijk dat verzorgers ingaan op wat de baby aangeeft dat hij of zij nodig heeft, maar ook de baby troosten
wanner hij huilt daarbij kan het kind steeling of sensitization ontwikkelen. (gesterkt worden of gevoelig worden
ontwikkelen)
Voor het ontwikkelen van een veilige hechting gaat het er om of een basispatroon van vertrouwen of wantrouwen ontstaat
dit basispatroon bepaalt hoe het kind de wereld ervaart en relaties aangaat.
Als verzorgers gehoor geven aan de behoeften van het kind beïnvloeden ze het vertrouwen van het kind in de omgeving. De
leertheoretici formuleerden de ontwikkeling van vertrouwen als een bijproduct van reinforcement (bekrachtiging van
gedrag door omgeving). VB: blijven huilen en zeuren op een bepaalde manier dat je weet dat je toch aandacht krijgt van de
verzorger.
Erikson stelt dat het basispatroon van vertrouwen in de eerste 1,5 jaar van het leven gevormd word.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur sera-acar. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.