Uitwerkingen van de werkgroepvragen (alleen week 1B en week 3B zijn niet uitgewerkt in dit document)behorend bij het vak Bestuursrecht: Besluitvorming (RGBBE00510) aan de Rijksuniversiteit Groningen. Extra informatie, bijbehorende artikelen en de link naar de gebruikte rechtsuitspraken die horen bi...
WERKGROEPVRAGEN WEEK 2B: WIJZIGEN EN INTREKKEN VAN ALGEMENE
REGELS EN BESCHIKKINGEN..........................................................................13
Uitspraak behorend bij de vragen: https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?
id=ECLI:NL:CBB:2017:182&showbutton=true&keyword=ECLI%253aNL%253aCBB
%253a2017%253a182&idx=1
Vraag 1:
a) Tegen welk besluit en om welke redenen zijn appellanten een juridische
procedure gestart?
De appellanten zijn een juridische procedure gestart tegen de afgewezen
beschikking, dit besluit is genomen op 3 april 2015 (primaire besluit). Het gaat hier
om een aanvraag die ziet op uitbreiding in de categorie pluimvee in een duurzame
stal. Met de redenen benoemd in 3.1 “In de eerste plaats … in stand blijven” en 3.2
“In de tweede plaats … daaraan niet af”.
b) Leg uit of het voor het reguleren van het aantal te houden kippen en kalkoenen
een wettelijke bevoegdheid nodig is.
Legaliteitsbeginsel/wetmatigheidsbeginsel: houdt in dat uitzonderingsgevallen van
noodrecht daargelaten, het overheidsoptreden een grondslag in de wet behoeft voor
zover een bestuursorgaan de burgers gebiedend of verbiedend in hun vrijheid of
eigendom beperkt §1.2.3 in het boek
Negatief overheidsoptreden: voor de bevoegdheid van bestuursorganen tot het
nemen van besluiten waarbij eenzijdig belangen van de burger kunnen worden
geschaad is steeds een wettelijke grondslag vereist §3.2 in het boek
(verplichtende, vrijheidsbenemende, belastende of burgers bindende voorschriften
(ge- en verboden)).
Art. 20 Meststoffenwet: Het is verboden op een bedrijf gemiddeld in een kalenderjaar
een groter aantal kippen en kalkoenen te houden dan het op het bedrijf rustende
pluimveerecht.
Dus, ja voor het reguleren van het aantal te houden kippen en kalkoenen is een
wettelijke bevoegdheid nodig er is sprake van een negatief overheidsoptreden
waarbij de appellanten worden beperkt in hun eigendom. Mocht er een vergunning
worden vergeven voor het houden van het pluimvee is er alsnog sprake van een
negatief overheidsoptreden, omdat er sprake is van een verbod.
Voor bijvoorbeeld eenmalige subsidies is geen wettelijke grondslag nodig.
Vraag 2:
a) Bestaat voor het reguleren van het aantal te houden kippen en kalkoenen een
bevoegdheid tot het stellen van algemene regels?
Ja (alleen voor het indienen van de aanvraag en niet om het verdelen van het
pluimvee!), dit is terug te vinden in art. 39 lid 1 “Bij ministeriële regeling kunnen regels
worden gesteld omtrent het indienen van aanvragen voor (…) ontheffingen (…), die
krachtens deze wet kunnen worden verleend (…).”
In art. 114 gaat het over het indienen van de aanvraag.
De regels in art. 116 gaat het over rangschikking (van de aanvragen). Het gaat over
beslissingen met betrekking tot besluiten.
b) Wie heeft op welke wijze de in de vraag 2a bedoelde bevoegdheid verkregen?
De minister door ministeriële regeling, binnen de bevoegdheid van de wet blijven
(door attributie). Geen beschikkingsbevoegdheid, maar om nadere regels te stellen.
,Vraag 3:
a) Op welke wettelijke regeling(en) berust blijkens de uitspraak van het CBB de
bevoegdheid van de staatssecretaris van Economische Zaken om ontheffing te
verlenen van het verbod om op een bedrijf gemiddeld in een kalenderjaar een
groter aantal kippen en kalkoenen te houden dan het op het bedrijf rustende
pluimveerecht?
Art. 38 lid 2. Minister kan ontheffing verlenen van het bij of krachtens deze wet
bepaalde.
b) Op welke wijze heeft de staatssecretaris de in de vraag 3a bedoelde
bevoegdheid verkregen?
Art. 46 lid 2 GW staatssecretaris treedt op als minister
c) Wat is, zie ook artikel 38 Meststoffenwet, het verschil tussen een vrijstelling en
een ontheffing?
Aanwijzing 5.17:
1. Voor een besluit waarbij een uitzondering op een wettelijk verbod of gebod wordt
gemaakt voor een categorie van gevallen, wordt de term “vrijstelling” gebruikt.
2. Voor een beschikking waarbij in een individueel geval een uitzondering op een
wettelijk verbod of gebod wordt gemaakt, wordt de term “ontheffing” gebruikt.
Vraag 4:
In r.o. 4.4 stelt het College vast dat de Uitvoeringsregeling voor zover het gaat om
andere bepalingen dan vormvoorschriften niet berust op een wettelijke grondslag in
de zin van een op- of overgedragen regelgevende bevoegdheid. Vervolgens
kwalificeert het CBB deze andere bepalingen – in lijn met eerdere uitspraken – als een
samenstel van beleidsregels (conversie). Beargumenteer, mede gelet op het
legaliteitsbeginsel, waarom deze conversie is geoorloofd.
Art. 4.81 Awb markeren in wettenbundel
Als je bevoegd bent als bestuursorgaan, mag je regels stellen (beleidsregels?)
, Cultureel Mosaïek
Uitspraak behorend bij de vragen: https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?
id=ECLI:NL:RVS:2021:176
Vraag 1:
Bespreek of burgemeester Jeroen Dijsselbloem bevoegd is om de in artikel 176a
Gemeentewet neergelegde bevoegdheid te delegeren aan Caspar Hofstra.
Hoofdregels delegatie:
1. Delegatie niet aan ondergeschikten, art. 10:14 Awb
2. Delegatie behoeft wettelijke grondslag, art. 10:15 Awb
Er is sprake van een wettelijke grondslag, maar ook sprake van delegatie aan een
ondergeschikte, dus delegatie van deze bevoegdheid is niet mogelijk.
Vraag 2:
a) Op welke wijze heeft de Stichting de bevoegdheid tot subsidieverlening
verkregen?
Via delegatie. Er is een wettelijke grondslag van delegatie en er is sprake van
nevengeschiktheid.
b) Leg uit of de wijze waarop de Stichting haar bevoegdheid tot subsidieverlening
heeft verkregen al dan niet in strijd is met de Grondwet dan wel met de
Gemeentewet.
Het is niet in strijd met de Grondwet r.o. 5. Eerste 6 regels van r.o. 4 lezen.
Het is wel in strijd met de Gemeentewet?
c) Welke juridische alternatieven draagt de Afdeling bestuursrechtspraak aan om
het geconstateerde bevoegdheidsgebrek op te lossen?
r.o. 6
1. mandaat (artikel 10:1 Awb) kan omdat er wordt gemandateerd aan de
stichting (namens ons)
2. delegatie aan bestuurscommissie kan wel, art. 83 Gemeenteweet
Vraag 3:
Stelling: ‘De delegans is tot aan het moment dat delegatie heeft plaatsgevonden
bevoegd om beleidsregels vast te stellen met betrekking tot de over te dragen
bevoegdheid. Nadat delegatie heeft plaatsgevonden, is slechts de delegataris
bevoegd om beleidsregels vast te stellen en mag de delegans slechts concrete of
mondelinge instructies geven.’ Is deze stelling juist of onjuist? Motiveer uw antwoord.
Stelling is onjuist: op grond van art. 4.81 lid 1 (als bevoegdheid is gedelegeerd kan de
delegans alsnog beleidsregels vaststellen)
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur bodilassink. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,36. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.