Week 1: Het diagnostische proces binnen de
hulpverlening
Luteijn & Barelds: Hoofdstuk 1 – Het diagnostisch proces
- Een grondige diagnostiek van de problemen en klachten van de cliënt is een voorwaarde voor
adequate hulpverlening.
- Klinische psychodiagnostiek: professionele activiteit die steunt op drie elementen –
theorievorming over de problemen/klachten en problematische gedragingen,
operationalisatie en meting daarvan, en toepassing van relevante diagnostische methoden.
o Kwaliteit berust op conceptueel en empirisch onderzoek.
o Hypothesen over gedragingen, cognities en emoties worden geformuleerd op basis
van theorie, en geoperationaliseerd, gemeten en getoetst in een gefaseerd
diagnostisch proces.
- Stappen van het diagnostisch proces (zie afbeelding)
o Baak begint een klinisch psychodiagnostisch onderzoek
met een doorverwijzing van de cliënt naar de
diagnosticus, maar soms ook met een direct vraag van de
cliënt zelf aan de diagnosticus.
Zowel hulpvraag van de cliënt als aanvraag van
de verwijzer worden geanalyseerd door de
diagnosticus.
Diagnosticus vormt ook zelf vragen die opkomen
tijdens het kennismakingsgesprek met cliënt.
o Op basis van de vragen stelt de diagnosticus een
diagnostisch scenario op dat een voorlopige theorie
bevat over de cliënt, waarin beschreven wordt wat de
problemen zijn van de cliënt en hoe deze verklaard
kunnen worden.
o Toetsen van deze theorie vereist vijf diagnostische
handelingen:
1. De voorlopige theorie wordt omgezet in
concrete hypothesen.
2. Specifiek onderzoeksinstrumentarium wordt gekozen dat de
geformuleerde hypothesen kan ondersteunen dan wel verwerpen.
3. Er worden voorspellingen gedaan over de resultaten of uitkomsten op dit
instrumentarium, zodat op voorhond duidelijk is wanneer de hypothesen
aanvaard of verworpen zullen worden.
4. De instrumenten worden afgenomen en verwerkt.
, Literatuur Diagnostiek | Anouk Wiersma
5. Op grond van de verkregen resultaten worden de hypothesen op
beargumenteerde wijze aanvaard of verworpen.
- Basisvragen klinische psychodiagnostiek
o De meeste vragen van cliënten, verwijzers en psychodiagnostische kunnen herleid
worden tot vijf basisvragen. Deze hebben betrekking op:
1. Onderkenning: wat zijn de problemen, wat lukt er nog en wat gaat mis?
Hiervoor als diagnosticus zowel de klachten als de adequate
gedragingen van de cliënt en/of zijn omgeving in kaart brengen.
Onderkenning bevat (a) inventarisatie en beschrijving; (b) ordening
en categorisering in disfunctionele gedragsclusters of stoornissen; en
(c) inschatting van de ernst van het probleemgedrag.
Onderkenning kan plaatsvinden door te vergelijken met een vooraf
bepaalde standaard (criteriumgericht meten), een representatieve
vergelijkingsgroep (normgericht meten), of met het individu zelf,
bijvoorbeeld op een eerder moment (ipsatief meten).
Belangrijk: onderscheid tussen classificatie en diagnostische
formulering.
o Bij classificatie wordt het klinisch beeld ondergebracht bij
een type problemen (DSM-categorieën (alles-of-niets
principe), persoonlijkheidsvragenlijst (meer-of-minder
principe)).
Leidt tot ‘labeling’, die beperkt is en vaak aanleiding
geeft tot het vaststellen van comorbiditeit, maar die
de communicatie tussen deskundigen
vergemakkelijkt.
o Bij diagnostische formulering staat het individu met een
uniek klinisch beeld centraal.
Doet recht aan uniciteit van individu, helpt bij
therapieplanning, maar empirische ondersteuning
ontbreekt soms.
2. Verklaring: waarom zijn bepaalde problemen er en wat houdt ze in stand?
Verklaringen kunnen worden ingedeeld volgens:
o 1. De locus: persoonsgerichte of situatiegerichte verklaring.
o 2. De aard van de controle. Men kan spreken over oorzaak,
dat wil zeggen door voorafgaande condities bepaald, maar
ook over reden, dat wil zeggen door een vrijwillige of
intentionele keuze bepaald.
Oorzaken verklaren gedrag, redenen maken gedrag
begrijpelijk.
o 3. Synchrone en diachrone verklaringscondities.
Synchrone verklaringscondities vallen in de tijd
samen met het te verklaren gedrag.
Diachrone verklaringscondities gaan aan dat gedrag
vooraf.
o 4. Indicerende on continuerende condities.
Indicerende condities doen een gedragsprobleem
ontstaan, continuerende condities houden een
probleem in stand.
3. Predictie: hoe zullen de problemen van de cliënt zich in de toekomst
verder ontwikkelen?
, Literatuur Diagnostiek | Anouk Wiersma
Uitspraken doen over het probleemgedrag in de toekomst.
Predictie betreft een verband tussen een predictor en een criterium.
o Predictor: het nu aanwezige gedrag.
o Criterium: het toekomstige gedrag.
4. Indicatie: hoe kunnen de problemen verholpen worden?
Zoekproces naar welke behandeling en welke hulpverlener het best
passen bij de klachten, problemen, eigenschappen en voorkeuren
van de cliënt.
Drie elementen:
o 1. Kennis over behandelingen en behandelaars.
o 2. Kennis over het relatieve nut van behandelingen.
o 3. Kennis over aanvaarding van de indicatie door de cliënt.
Indicatiestrategie die rekening houdt met de
voorkeuren van de cliënt – vier principes: (1) het
cliëntperspectief wordt geëxploreerd en
geëxpliciteerd; (2) de diagnosticus verstrekt de cliënt
informatie over behandelingsmethoden, processen
en behandelaars; (3) verwachtingen en voorkeuren
van de cliënt worden vergeleken met wat de
diagnosticus geschikt en nuttig acht en in een
onderling overleg worden een aantal mogelijke
behandeling geformuleerd die beiden aanvaarden;
en (4) de cliënt kiest een behandelaar en
behandeling uit.
5. Evaluatie: zijn de problemen voldoende verholpen als gevolg van de
interventie?
- De diagnostische cyclus manier om psychodiagnostisch proces te reglementeren en te
disciplineren.
o Deze cyclus is een model voor het wetenschappelijk verantwoord beantwoorden van
vragen. Onderdelen:
1. Observatie: verzamelen en groeperen van empirisch materiaal waaruit
gedachten over de totstandkoming en het voortduren van probleemgedrag
gevormd worden.
2. Inductie: formuleren van theorie en hypothesen over het gedrag.
3. Deductie: vanuit de hypothesen toetsbare voorspelling afleiden.
4. Toetsing: aan de hand van nieuw materiaal nagaan of de voorspelling juist
of onjuist zijn.
5. Evaluatie.
- Het diagnostisch proces
o 1. De aanmelding
Analyse van de aanvraag, wat leidt tot (1) enerzijds informatie over de
verwijzer en (2) anderzijds over het type en de inhoud van de aanvraag.
1. Informatie over de verwijzer omvat verschillende elementen.
Belangrijk om het referentiekader van de verwijzer te kennen. Omdat
diens visie op het gedrag en functioneren van de cliënt.
Analyse van aanvraag leidt tot een verduidelijking van de relatie
tussen diagnosticus en verwijzer.
Belangrijk om onderscheid te maken tussen de feitelijke en eigenlijke
verwijzer.
, Literatuur Diagnostiek | Anouk Wiersma
o Feitelijke verwijzer: vraagt om een onderzoek uit te voeren.
Eigenlijke verwijzer: neemt het initiatief.
Verwijzers verschillen in aard en uitgebreidheid van de
bevoegdheden waarover zij beschikken.
2. Analyse van aanvraag is er op gericht om kennis te nemen van het type en
de inhoud van de aanvraag.
Aanvraag kan open of gesloten zijn.
o Open aanvraag: verwijzer formuleert zelf nog geen
hypothesen met betrekking tot de problematiek. Bij een
gesloten aanvraag wel.
o Inhoud aanvraag hangt ten dele samen met de setting van
waaruit de aanvraag afkomstig is.
o Aanvragen kunnen worden ingedeeld volgens de
eerdergenoemde vijf basisvragen.
3. Analyse wordt ondersteund door wat de verwijzer al weet over de cliënt.
o 2. Reflectie van de diagnosticus
Reflectie op aanvraag door diagnosticus. Tijdens deze fase kunnen er nieuwe
vragen opkomen over de problematiek.
In reflectiefase wordt gebruik gemaakt van literatuur en eigen kennis.
o 3. Diagnostisch scenario
Diagnosticus ordent vragen van aanvrager en cliënt uit de aanmeldingsfase,
vragen die bij hem zijn omgekomen en zijn kennis over het probleem.
Stelt vanuit die ordening een eerste, voorlopige theorie op over de
problematische gedragingen van de cliënt.
Vanuit hier bepalen wat men onder de onderkenningsvraag rangschikt en
wat men wil onderzoeken als verklaring (inducerende en in stand houdende
factoren).
o 4. Het diagnostisch onderzoek
1. Hypothesevorming
Diagnosticus vormt een aantal hypothesen op grond van het
diagnostisch scenario.
o Hypothese: een veronderstelling over een samenhang in de
werkelijkheid, die zo geformuleerd is dat er concrete
verifieerbare voorspelling uit af te leiden zijn.
o Hypothesen in het kader van de onderkenningsvraag gaan
over aanwezigheid van psychopathologie of over een
differentiaaldiagnose.
o Hypothesen in het kader van de verklaringsvraag vereisen
een lijst met verklaringsfactoren en hun inducerende of in
stand houdende rol.
o Predictieve hypothesen steunen op empirische kennis over
succesvolle predictoren.
o Hypothesen in het kader van de indicatievraag zijn
veronderstellingen over welke behandeling en welke
therapeut(en) het best passen bij een cliënt met een bepaald
probleem.
2. Keuze van onderzoeksmiddelen
Na theorievorming over en operationalisatie van het probleemgedrag
wordt gezocht naar passende onderzoeksmiddelen.
De hypothesen moeten tot toetsbare uitspraken over het gedrag of
beleven van een persoon leiden.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur AnoukAW. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,85. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.