PREVENTIEVE EN MAATSCHAPPELIJKE ASPECTEN
HOOFDSTUK 1: INLEIDING
1.1 HET BEGRIP GEZONDHEID
Gezondheid = het algemeen welbevinden en het normaal functioneren van het lichaam, onder andere orale
structuren.
1.2 MONDGEZONDHEID EN ALGEMENE GEZONDHEID
1.2.1 MONDAANDOENINGEN ALS BASIS VAN PIJN EN COMFORTVERLIES
• Verband tussen dementie en mondgezondheid à vermindert kauwvermogen/ tandverlies
• Ouderen hun voedingstoestand en mondgezondheid staan nauw in verband à makkelijk te kauwen
voedsel
• Slechte mondgezondheid zorgt vaak voor schaamte (angst om te lachen met tanden bloot) =
comfortverlies
Early Childhood Caries doordat een kind zoete drank uit een zuigfles drinkt of een vuile fopspeen gebruikt
• Minder goed eten
• Slecht slapen à problemen met concentratie
à Ouders moeten preventief handelen want kinderen gaan het hun niet kunnen zeggen als iets fout is
1.2.2 IMPACT VAN TANDBEDERF BIJ JONGE KINDEREN
Tandbederf bij kinderen heeft negatieve gevolgen:
• Gewichtstoename (in negatieve zin) en slechte groei omdat het kind niet eet door de pijn
• Ontwikkelingsachterstand
• Slechte nutritionele status (gebrek aan calcium, vitamines…)
Van zodra kinderen weer een goede mondhygiëne hebben, halen ze in een paar jaar de groeiachterstand in =
Catch-up fenomeen
1.2.3 INFECTUEUZE VERWIKKELINGEN
Mondholte = ingangspoort van infecties!!
à 50% van alle commensalen (= onschadelijke gastkiemen) van het menselijk lichaam zitten in de mond, ruim
1000 species
1.2.4 MONDPATHOLOGIE EN SYSTEMISCHE AANDOENINGEN
Atherosclerose = cardiovasculaire aandoening:
• Mogelijke oorzaken:
o infectie via de mond
o toxines geproduceerd door bacteriën van de infectie
o systemische inflammatoire reactie (ontsteking aan een bepaald systeem in het lichaam)
1
,Diabetes = suikerziekte:
• Bi directionele relatie: mensen met diabetes zijn gevoeliger voor tandvlees problemen (vice versa)
• (Ongecontroleerde) diabetes verhoogt het voorkomen en de ernst van paradontale aantasting à een
hogere bloedsuikerspiegel kan sneller cariës en bacteriën aantrekken
• Parodontitis verhoogt de kans op insulineresistentie want insulinebehoefte verhoogt bij ontstekingen
• Verkwente parodontitis (ontstoken tandvlees) kan ertoe leiden dat de bloedsuikerspiegel in het bloed
stijgt à diabetes moeilijker onder controle te houden
Vroeggeboorte en laag geboortegewicht:
• Infecties in de mond kunnen verhoging van prostaglandines en cytokines veroorzaken à directe
bacteriële impact
1.3 VAAK VOORKOMENDE MONDAANDOENINGEN
1.3.1 TANDBEDERF (CARIËS)
= een ecologische schift in de biofilm op het tandoppervlak, resulteert in een onevenwicht in de mineraalbalans
tussen plaquevloeistof en tandoppervlak
• Multifactoriële aandoening, suiker is een hoofdoorzaak door de zuurstoot
à bacteriën (voornamelijk streptococcus mutanten) in tandplak krijgen via suikers brandstof om te
vermenigvuldigen
• Tandplak + suikers veroorzaken zuren die het tandglazuur verzwakken = demineralisatie, pH daalt
Na suikerconsumptie zal de pH langzaam terug stijgen en kunnen losse mineralen terug ingebouwd
worden = remineralisatie
• Tandplak is een semipermeabel membraan of difussiebarrière: mineraal kunnen weer invoegen
• Remineralisatie neemt veel tijd in beslag (2 à 3 uur) in tegenstelling tot demineralisatie (enkele minuten)
àbelangrijk dus om na suikerconsumptie een voldoende lange ‘rustfase’ te bouwen en niet direct weer
suiker te consumeren anders heb je een nettomineraalverlies
• Tanden poetsen na suikerconsumptie zorgt dat er mineralen verdwijnen à permanente schade
Best VOOR suikerhoudende maaltijd tanden poetsen om geen biofilm voor zuur te produceren
SUIKER
= belangrijke trigger voor tandproblemen! Zowel natuurlijke als toegevoegde suikers
• 10% sucrose is al cariogeen
Graad 1 cariës:
• Doffe witte vlekken op de tanden (vaak langs tandvlees), bruin in groeven en waar tanden elkaar raken
• Enkel glazuur aangetast
• Geen pijn
• Geen zichtbare cavitatie
• Reversibel
Graad 2 cariës:
• Doorheen het glazuur-dentine grens (eens in dentine worden tandzenuwen geprikkeld)
• Tanden zijn gevoelig voor warmte, koude, zuur en zoet
• Geel-bruin op tanden
• Beperkte cavitatie
• Restauratief ingrijpen (vulling), anders blijft het gevoelig voor cariës
Graad 3 cariës:
• Letsel komt bij de pulpakamer à ontstekingsreactie
• Hevige pijnklachten
• Kanaalbehandeling nodig: endodontie (kanaal openmaken)
2
,Graad 4 cariës:
• Weefsel is necrotisch (afsterven)
• Geen pijnklachten meer
• Verspreiding buiten het wortelkanaal
• Tandabces vorming: ontstekingsreacties in omgevend botweefsel en ettervorming
à in geval van abces wel weer pijnklachten
1.3.2 TANDVLEESONTSTEKING (GINGIVITIS) EN PARODONTITIS
Gingivitis= tandvleesontsteking
• Bacteriën stappelen zich op in de laag biofilm langs de tandvleesranden à ontstekingen
• Glimmend, rode zwelling, opgespannen bloedvaten à bloeding en pijn bij het poetsen of eten
• Reversibel zonder schade achter te laten
Parodontitis
• Wanneer de ontsteking zich uitbreidt naar het steunweefsel rondom de tanden (kaakbot en
ophangvezels van de tand) kan de tand afbreken door bacteriële toxines (gramnegatieve anaerobe
bacteriën)
• Tanden zullen losser gaan zitten en het tandvlees gaat wijken = parodontitis
• Wordt steeds voorafgegaan door gingivitis
1.3.3 TANDEROSIE
= verlies van tandweefsel (glazuur, dentine, cementum) door inwerking van zuren NIET afkomstig van bacteriële
origine
Verschillende oorzaken:
• Intrinsieke zuren: maagzuur
• Extrinsieke zuren: frisdrank, fruitsap, citrusvruchten
• Omgeving: zure dampen, pH gereguleerde zwembaden
• Speeksel te kort, zuren worden moeilijker geneutraliseerd
1.4 MENS EN GEZONDHEID
Preventie is niet nieuw bv: Hippocrates met preventie tegen malaria
Recent is er een schift van behandeling naar preventie: mensen gaan eerder preventief te werk
à risico op resistentie-ontwikkeling bij antibiotica
1.5 NIVEAUS BINNEN DE PREVENTIE
Primaire Primaire preventie • Zwangere koppels adviseren, kind neemt de mondflora van de
moeder over
• Transmissie van micro-organisme naar de pasgeborene beperken
3
, Primaire preventie • Gezond houden wat gezond is
(individu/groep/populatie) • Oorzakelijke factoren elimineren
bv: mensen beter leren poetsen, suiker vervangende producten
promoten of het invoeren van drinkwaterfluoridering
Secundaire preventie • Individuen waarbij de gezondheid verstoord werd
(individueel) • Ziekte vroegtijdig opsporen en tot stilstand brengen
• Schade beperken en herval zien te voorkomen
Tertiaire preventie • Aangetast weefsel verwijderen: schade beperken
(individueel) bv vulling en parodontale chirurgie
• Herstel van functie: rehabilitatie
bv kauwen, esthetiek
HOOFDSTUK 2: EPIDEMIOLOGIE
2.1 WAT IS EPIDEMIOLOGIE
= Verwerven van kennis over de frequentie van voorkomen van een bepaalde aandoening
= Factoren analyseren die een rol spelen bij het ontwikkelen van een aandoening
Voorbeeld: fluoride
1901: John Eager, Napels Italië deed screening van kandidaat-immigranten naar de US à gezonde mensen met
bruine verkleuringen en strepen op de tanden
Frederick McKay (1901), Colorado Springs à ontdekte hetzelfde probleem en noemde het de ‘Colorado Stain’,
bij alle delen van de bevolking te vinden
1915: GV Black + Mc Kay à ‘mottled enamel’ = gevlekt glazuur mogelijks door vuil drinkwater
Verschillende hypotheses:
• Calciumtekort
• Te veel ijzer
• Radioactiviteit
• Erfelijkheid
1927: Mc Kay brengt bezoek aan Napels à na omschakeling drinkwaterbron hebben kinderen geen gevlekte
tanden meer à overtuigd dat een element in het drinkwater de tanden aantast
Mc Kay stelde vast: mensen met gevlekte tanden hebben minder tandbederf
1931: HV Churchill à ontdekte 13,2ppm Fluoride in het drinkwater als oorzaak à rattenexperiment van Smith
bevestigd à Dental Fluorosis
1942: HT Dean deed een lang termijn onderzoek: ‘disease mapping’ relatie tussen F-gehalte en het voorkomen
van fluorosis = Dean index
1945: Epidemiologisch experiment of interventieonderzoek, Grand Rapids USA à daling tandbederf bij kinderen
na 10 jaar waterfluoridering (1ppm F heeft een positief effect)
2.2 EPIDEMIOLOGISCH ONDERZOEK
2.2.1 CROSS-SECTIONEEL VS LONGITUDINAAL ONDERZOEK
Cross-sectioneel onderzoek:
• Het voorkomen van de aandoening + de aanwezigheid van bepaalde blootstellingsfactoren meten
• Meten op 1 ogenblik in een bepaalde groep
• Bij meerdere metingen: vergelijking van verschillende individuen
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur leenknechtlauren. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,96. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.