CELLEN eencellig: 1 cel nodig om te overleven, vb. bacteriën, gisten, amoebe, psntoffeldiertje
= kleinste vorm van leven
meercellig: meer dan 1 cel nodig om te overleven, vb. mens, vlieg, eik
Functie: stofwisseling / metabolisme => elke cel doet iets anders / heeft een andere functie
-> er is samenwerking tussen alle cellen
MENS = zoogdier = warmbloedige dieren die meestal hun kinderen baren (niet via ei geboren dus)
vb. celtypes in het menselijk lichaam: huidcel, eicel, zenuwcel, zaadcel, spiercel…
*
BOUW CEL:
• celkern met kernmembraan
↳
-> kern bevat genetische informatie (DNA)
• celmembraan / cytoplasmamembraan
-> dun laagje om de celinhoud samen te houden
-> bepaalt wat er binnen en buiten de cel mag gaan
• cytoplasma
-> waterachtige vloeistof met stoffen in
WEEFSELS
= structuur van meerdere cellen -> cellen in 1 weefsel zijn niet altijd exact hetzelfde, maar voeren wel allemaal 1 taak uit
Functie bedekken en beschermen delen verbinden en het lichaam waarnemen, verwerken en
ondersteunen / beschermen laten bewegen doorgeven van informatie
Voorbeeld maag: maagzuur is veel te zuur botten: ondersteunen je wil iets opheffen: je ogen nemen iets waar:
voor de maag het lichaam spiercellen trekken samen -> zetten dat om in elektrisch signaal
-> weefsel errond om maag en beschermen om met kracht het -> stuurt het naar brein om te verwerken
te beschermen het hart voorwerp te pakken -> stuurt deze info naar bv. spiercellen (=beweging)
, ·
ORGANEN
= een deel van een organisme dat bestaat uit meerdere weefsels om een taak uit te voeren
vb. maag:
S
-epitheel: zie boven
-bindweefsel: verbindt spieren en bloedvaten aan de maag Tong
-spierweefsel: zorgt voor contractie om voedsel te verteren hoektanden
snijtanden
zenuwweefsel: zorgt voor werking spierweefsel kiezen (1 kies)
wijsheidstanden/
onderka
LICHAAMSSTELSELS/ORGAANSTELSELS verstandskiezen
= combinatie van organen die samen een taak uitvoeren smaakpapillen
zorgen samen met geur- en
n reukreceptoren uit de neus voor smaak
4 basissmaken: zout, zoet, zuur, bitter
3
3 VITALE STELSELS: 1) zenuwstelsel het is levensbedreigend
en umami
=nodig om te leven 2 hart- en bloedvatenstelsel
=
als 1 van deze niet werkt
3) ademhalingsstelsel
sluitspier: zorgt dat niks terug
&
SPIJSVERTERINGSSTELSEL naar de slokdarm gaat
FUNCTIE: 1) afbreken van voedsel tot stoffen die in de bloedbaan kunnen opgenomen worden voor verdere
verspreiding naar alle cellen
2) afvalproducten afvoeren
BOUW:
&
Dunne darm: opnemen van water en elektrolyten
Mond + tanden + tong Dikke darm, 3 delen:
neemt water en voedingsstoffen op uit voedsel en uit de feces om niet te veel vocht te
vertering begint al in de mond: 1) blinde darm
stuurt het onverteerd deel naar de dikke darm verliezen -> feces verharden
-> tanden maken voedsel kleiner 2) Karteldarm (=colon)
12-vingerige darm = 1ste deel van de blinde darm
-> slijmvlies + speeksel verteren al 3) endeldarm (=rectum), =einde dikke darm
-gal van de lever en enzymen van de alvleesklier
komen hier samenstelling van de inhoud darm
Slokdarm = buis die keel en mond verbindt -opslagplaats feces = colon verandert steeds:
-> peristaltische beweging = ritmische spiercontractie Alvleesklier: -> wanneer dat vol is: feces gaan naar 12-vingerige darm: veel water in
scheidt 2 stoffen af: rectum: zin om te ontlasten de darm om maagzuur te
1) spijsverteringsenzymen aan de 12-vingerige -anus = opening om onverteerbare verdunnen
Maag = opslagplaats voor voedsel darm voedselresten te verwijderen uit het lichaam dunne darm: heel vloeibaar door
-trekt samen en mengt voedsel met enzymen 2) insuline (hormoon) aan de bloedbaan water, slijm, gal, enzymen
-scheidt 3 stoffen af:
1) slijm: beschermt maag (epitheel)
2) zoutzuur/ HCl (= maagzuur) Galblaas en galwegen: 2 functies van gal:
3) pepsine: breekt eiwitten af -galzouten worden opgeslagen in de galblaas 1) bevordert de vertering en opname van
-> een klein deel hiervan gaat uit de lever vetten
Lever: -vanaf dat er voedsel zit in de 12-vingerige darm 2) verwijdert afvalproducten uit het lichaam
-maakt levensnoodzakelijke stoffen aan -> galblaas trekt samen (bv. cholesterol of hemoglobine uit kapotte
(gal, cholesterol, eiwitten…) -> gal gaat in 12-vingerige darm en mengt met voedsel rode bloedcellen)
-verwijdert afvalstoffen
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur parkpark. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,46. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.