Pedagogische vragen in historisch perspectief voorbereidingsopdracht 5.1
Pedagogische vragen in historisch perspectief voorbereidingsopdracht 6.1
Pedagogische vragen in historisch perspectief voorbereidingsopdracht 6.2
Tout pour ce livre (7)
École, étude et sujet
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Pedagogische Wetenschappen
Pedagogische Vragen in Historisch Perspectief (P_BPVRHIS)
Tous les documents sur ce sujet (17)
Vendeur
S'abonner
aversteegh
Aperçu du contenu
Voorbereiding werkgroep 2.1
1. Lees de voorgeschreven hoofdstukken uit De canon van het onderwijs van Emma Los.
Noteer de belangrijkste veranderingen binnen het Nederlandse onderwijs vanaf ongeveer
1800. Doe dit door jaartallen chronologisch te noteren en een beschrijving van de
belangrijkste gebeurtenissen.
H8 De schoolopziener komt eraan
- 1781: Vaderlandsch A-B Boek (Swildens) om taal en spelling bij te brengen. Verder
vond Swildens het onderwijzen van burgerschap en deugden, zoals vaderlandsliefde,
oprechtheid en liefde voor de natuur belangrijk.
- 1784: Oprichting van de 'Maatschappij tot Nut van 't Algemeen' voor
volksontwikkeling. Zij geloofden in de rede i.p.v. bijgeloof en vooroordelen. De mens
en maatschappij zijn volgens hen maakbaar. Zij begonnen met het uitgeven van
schoolboeken, maar richtten ook nutsscholen op voor kleuter-, lager en middelbaar
onderwijs.
- 1798: Scheiding van de kerk en de staat. Gewesten, steden en kerkelijke instanties
hadden geen toezicht meer op het onderwijs. Onderwijs moest een taak worden van de
overheid. Het doel was nu om tot een 'algemeen christen' te worden opgevoed en geen
psalmen te leren in de klas. Men moest meer gaan leven. Er moesten nieuwe
schoolboeken komen!
- 1806 Onderwijswet van de Ende (landelijke onderwijsinspecteur). Regelde het
lager, openbaar onderwijs. Elk kind moest dezelfde kwaliteit scholing krijgen door
controle op de materiële omgeving en verbetering van de didactiek van leraren.
Leraren werden beoordeeld op klassikaal lesgeven, lichtere tuchting en het geven
beloningen. Je kon pas leraar worden als je een onderwijsakte kreeg. In deze tijd
werden schoolopzieners aangesteld. Dit zijn de voorlopers van de huidige
schoolinspectie).
H9 Met de plank en de roe
- 1591 'Den reghel der Duytse schoolmeesters'. Je werd pas ontslagen als je een kind
invalide had geslagen (Valcooch).
- Slaan werd geoorloofd door verkeerde opvoeding van de ouders. Ouders zouden te
toegeeflijk en zachtaardig zijn. Daarnaast zou men door zotte/malle moeders en hun
verwennerij in 'miserie' storten (Justus van Effen).
- 1798 Zedenschets 'Ouders zijn slaven van hun kinderen'. Kinderen zouden te
hoogmoedig, waanwijs en zeer eigenlievend worden.
- Afkeur lijfstraffen door o.a. Erasmus, Cats, Locke en Floh. Invoering van het
klassikaal onderwijs en het resultaat van de schoolwetten moest voor orde gaan
zorgen.
- 1820 Het wettelijk verbod op lijfstraffen. Tegen geluid: Strenge tucht = discipline.
In de 16e eeuw was het bijvoorbeeld heel normaal om slaag te krijgen op de Latijnse
school, als je je eigen taal sprak, maar ook voor hoerenlopen, stelen, liegen en brutaal
zijn.
, - 1861 Borden als 'domoor' en 'kwaaddoener' werden gedragen om het schaamtegevoel
op te wekken van de leerling.
H10 De strijd om de school
- 1844: Oprichting eerste, erkende orthodox-protestantse school. Vanaf 1846 hadden ze
een kweekschool om protestanten op te leiden. Hiervoor waren er illegale scholen om
het orthodox-protestantse, rooms-katholieke of Joodse geloof over te brengen. Dit
waren vaak leraren, die zijn ontslagen in het reguliere onderwijs.
- 1848: Vrijheid van onderwijs. Iedereen mocht nu een school stichten, maar dit werd
bemoeilijkt, doordat er niet altijd financiële middelen waren.
- 1857: De lager onderwijs wet (van der Brugghen). Hij wilde subsidiëring voor
bijzonder onderwijs.
- Na 1857 werden er weinig bijzondere scholen gebouwd. De staat had een
discrimenerende houding tegenover gelovige scholen. Van Prinsterer richtte daarom
in 1860 de vereniging voor Christelijk Nationaal Schoolonderwijs op voor
financiering. Hetzelfde deed de Unie van een school met de bijbel in 1873.
Roomskatholieken deden dit ook in 1853. De opvolger van Van Prinsterer, Abraham
Kuyper, richtte de ARP (anti-revolutionaire partij) op voor financiële gelijkstelling
van het openbare en bijzondere onderwijs.
- 1917 Gelijkstelling scholen.
- 1920 Nieuwe Lager onderwijswet. Nu werden de kosten wel hoog voor de overheid.
De gemeenten zouden de kosten van schoolgebouwen en leermiddelen moeten gaan
dekken. Tegenwoordig is 70 % van het onderwijs in Nederland bijzonder. Hier vallen
gelovige scholen, maar ook het Jena-plan of Montessorionderwijs onder.
H11 De eerste ambachtsschool
De opkomst, ondergang en terugkeer van het beroepsonderwijs
- 1781 Oprichting stadsleer- en spinschool in Arnhem.
- 1798 Opheffing van de Gilden. De gilden verzorgden beroepsopleidingen sinds de
middeleeuwen. De opheffing van deze gilden zorgde voor uitbuiting van arme
kinderen, omdat er nu geen controle meer was op de kwaliteit en de duur van de
opleiding. Men had geen wederzijdse verplichting meer.
- 1825 Oprichting Industriecollege in Leiden. Er ontstonden langzamerhand steeds
meer (particuliere) vakgerichte scholen. Denk aan zeevaartscholen, tekenscholen of
scholen voor landmeters, apothekers, chirurgijnen en dijkenbouwers. Deze scholen
kostten veel geld!
- 1844 Oprichting eerste ambachtsschool voor architectuur.
- 1861 Oprichting Ambachtsschool in Amsterdam. Dit was voor verbetering van de
toestand van de arbeidersklasse. Helaas moest men dit onderwijs grotendeels zelf
betalen.
- Thorbecke kwam met de burgerdag- en avondschool. De dagschool werd geen succes
doordat men moest werken. De avondschool was wel makkelijker te combineren met
werk.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur aversteegh. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.