Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting methoden en technieken van onderzoek in de sociale wetenschap €5,92   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting methoden en technieken van onderzoek in de sociale wetenschap

 2 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Beknopte samenvatting van alle hoorcolleges en boeken (Scheepers & Tobi, 2021) en (van Loon, et al., 2015).

Aperçu 3 sur 19  pages

  • Oui
  • 22 octobre 2024
  • 19
  • 2023/2024
  • Resume
avatar-seller
Een onderzoek bestaat uit 2 fases:
1. Probleemstelling: wat en waarom?
a. Onderzoeksvraag met deelvragen
i. Beschrijvend/verklarend/voorspellend
b. Doelstelling
i. Fundamenteel (theoretisch: kennis vergaren) of praktijkgericht (toegepast: oplossing
zoeken)
ii. Explorerend of toetsend
c. Theoretisch raamwerk
i. Conceptueel model
2. Onderzoeksontwerp
a. Hoe is de opzet
i. Controle/tijd/momenten van verzamelen
b. Wat voor data
c. Bij wie data verzamelen
d. Wanneer data verzamelen
e. Waar data verzamelen
f. Hoe data analyseren
g. Hoe rapporteren

Ontologie: Studie van het zijn en van (dingen die) het bestaan (zijnsleer)
Epistemologie: Hoe we kennis over de werkelijkheid kunnen opdoen. Ik zie iets dat lijkt op een stoel, want
eerder zoiets gezien. (Kennisleer)
Methodologie: Hoe de dataverzameling verloopt
Empirisch: Wetenschappelijke uitspraken zijn gebaseerd op waarneming
Cumulatief: Elke wetenschapper bouwt voort op werk van voorgangers

- - - Wetenschap is systematische theorievorming - - -

Empirisch-analytische benadering (kwantitatief) > toetsen theorie
Komt voort uit een oriëntatie op de natuurwetenschap
Het is: afstand tot onderzoekseenheden/Objectief/Meten
Het gaat uit van positieve ontwikkelingen in de wetenschap (positivisme). Steeds meer gebaseerd op harde
kennis: feiten waarvan de juistheid kan worden gecontroleerd. Logisch positivisme: zintuigelijk
waarneembare feiten worden vertaald in een reeks van logische, samenhangende en consistente uitspraken.
Streven naar nomothetische kennis: kennis waarin regelmatigheden geformuleerd worden. Handelen uit
derdepersoonsperspectief: onderzoeker stelt zich waardevrij op en observeert van buitenaf. Kritiek: leidt
niet altijd tot verbetering en cijfermaterie geeft niet altijd volledige verklaring voor waarnemingen.
Reductionistisch: kenbare werkelijkheid wordt samengevat in relaties tussen een beperkt aantal variabelen.

Empirisch-interpretatieve benadering (kwalitatief) > opstellen theorie
Komt voort uit filosofie | Het is: dicht bij de onderzoekseenheden/Subjectief/begrijpen en beschrijven
Hermeneutiek: concrete mensen en gemeenschappen moeten worden begrepen door hen van binnenuit te
begrijpen en ze in context plaatsen. Fenomenologie: achtergronden van verschijnselen naar voren halen.
Vanuit eerstepersoonsperspectief bekijken: door de ogen van de mensen die je onderzoekt de wereld zien.
Streven naar idiografische kennis: kennis die het unieke beschrijft. Kritiek: de onderzoeker is het
onderzoeksinstrument. Gaat om interpretatie dus grote rol onderzoeker. Holistisch: beschouwen
individuen/gezinnen als eenheden en in hun geheel bestudeerd moeten worden.

Beide benaderingen baseren hun kennis op empirische bevindingen. Kwantitatief: deductie. Kwalitatief:
inductie. Ze zijn het erover eens dat sociale wetenschappen empirisch moeten zijn.
Samenvatting Methoden & Technieken 1 Pedagogiek- en onderwijswetenschappen RuG

,Empirische cyclus
1. Observatie: wat je waarneemt
2. Inductie: theorievorming
3. Deductie: hypothese en onderzoek
4. Toetsing: testen en controleren
5. Evaluatie: nakijken
Kenmerken onderzoek benaderingen
Kwantitatief Kwalitatief
Deductie Inductie
Toetsen van theorie Opstellen van theorie
Objectieve meningen Subjectieve interpretaties
De groot, 1961 | Van Strien
Inductie: aan de hand van specifieke observaties algemenere uitspraken formuleren
Deductie van hypothesen: hypothesen formuleren die zijn afgeleid uit theorie en die
getoetst kunnen worden op juistheid, door van algemeen naar specifiek te redeneren.
Deductief-Nomologisch model (Hempel, 1965):
- Specifieke uitspraken afleiden uit algemene uitspraken
o Theorie: ‘Alle vogels kunnen vliegen’
o Aanname: Dit is een vogel
o Hypothese: Deze vogel kan vliegen
o Empirische waarneming: Dit is een vogel, maar vliegt niet! [Regulatieve cyclus (praktijk)]
o Toetsing: Hypothese is gefalsificeerd
o Evaluatie: Conclusie, ‘Geen vogel’ of ‘in tegenspraak met theorie’

Onderzoekseenheden: op wie/wat heeft de
onderzoeksvraag betrekking
Onderzoekkenmerk: wat ga je meten bij de
onderzoekseenheden/respondenten
Operationaliseren: kenmerk omzetten naar concreet
meetbare variabelen (meetbaar maken)
- Construct: abstract begrip, vaak meerdere
variabelen samen
- Variabele: alle eenheden waar respondent een
‘score/waarde’ op krijgt
- Concept: eenvoudig kenmerk = 1 variabele

Meetniveau’s
- Nominaal
- Ordinaal
- Interval
- Ratio

Conceptueel
model:
theoretisch raamwerk weergegeven in een grafisch-model.
Weergave van relaties tussen de kenmerken. Alle kenmerken
komen terug. VB: Type kenmerken:
- Afhankelijke kenmerk (Y): schoolcijfers Directe kenmerken
- Onafhankelijke kenmerk (X): smartphone tijdens leren
- Onafhankelijke controle kenmerken (derde variabelen):
Samenvatting Methoden & Technieken 2 Pedagogiek- en onderwijswetenschappen RuG

, o Mediator (verklaart hoe en waarom): concentratie
o Moderator (invloed op sterkte of richting): Leerjaar Indirecte kenmerken
o Confounder: potentieel verstoren kenmerk (derde variabele)

Kenmerken van wetenschap
1. Streven naar kennis en die
kennis onderbrengen in een
theorie
2. Empirisch (waarneming)
3. Systematisch
(methodologie)
4. Cumulatief (voortbouwend)

Methodologische spelregels: eisen die gesteld worden aan wetenschappelijke kennis
- Empirische waarneming en toetsbaarheid
o Juistheid/onjuistheid moet controleerbaar zijn
o Bevestigd of weerlegd
o NIET: Speculatief/normatief. Uitspraken & onscherpe tijdsaanduiding
- Inductieprobleem: de onmogelijkheid dat een algemene uitspraak mogelijk is a.d.h.v. specifiekere
uitspraken
o Volgens Empirisch-analytisch een fundamenteel probleem van de empirisch-interpretatief
o Empirisch-interpretatieve onderzoekers meer belangstelling voor verschillende
groepen/individuen dan algemene uitspraken
- Maximale informativiteit: het aantal mogelijk weerleggingen zo hoog mogelijk
o Potentiële falsificatoren: het aantal weerleggingen (hoe meer hoe informatiever en
specifieker)
- Transparantie en controleerbaarheid: onderzoek moet je kunnen repliceren & Intersubjectiviteit:
onderzoekers met verschillende opvattingen corrigeren elkaar

Wetenschappelijke definities: er moeten duidelijke definities worden gegeven van alles uit de theorie
(meetbaar)

Validiteit: je waarnemingen dekken ook daadwerkelijk de aspecten van het sociale verschijnsel. Meten ze
het doel?
- Inhoudsvaliditeit: instrument bevat alle items die volgens (voorafgaande)deskundige erin horen te
zitten
- Soortgenootvaliditeit: sterke samenhang is er soortgenootvaliditeit (allochtoon vs. Autochtoon)
- Convergente validiteit: twee instrumenten meten hetzelfde verschijnsel en sterke samenhangen
ertussen
- Criteriumvaliditeit: testscores worden vergeleken met externe criteria waarvan wordt aangenomen
dat ze dezelfde eigenschappen meten.
- Begripsvaliditeit: geeft aan welke mate de test het psychologisch begrip meet
- Discriminante validiteit: onderscheid maken tussen groepen die anders zijn
- Construct- of begripsvaliditeit: de mate waarin empirische waarnemingen de theoretische
begrippen dekken
- Predicatieve validiteit: de mate waarin voorspellingen uitkomen
Interne validiteit: meet het instrument wat je wil meten, worden de veranderingen veroorzaakt door de
onafhankelijke variabele
- Interne validiteitsdreiging: geschiedenis, rijping, testeffect
o Testeffect meten: Solomon design
Externe validiteit: in hoeverre is je steekproef representatief (voor de populatie)
Samenvatting Methoden & Technieken 3 Pedagogiek- en onderwijswetenschappen RuG

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur geelvandaan. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,92. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

66579 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,92
  • (0)
  Ajouter