Alledaagse aandoeningen
1. Brandwonden
Waarmee komt de patiënt: Brandwonde. Vraag naar behandeling, nood tot verwijzing en prognose.
Casus: Ingrid belt je op in paniek en vertelt je dat ze 2 minuten geleden kokende soep op arm en hand gemorst
heeft.
Oorzaken
Thermische verbranding heeft betrekking op de huid en kan zich voordoen als:
- Hetevloeistofverbranding (scalds) – veroorzaakt door hete vloeistoffen of stoom
- Contactverbranding – veroorzaakt door hete vaste stoffen of voorwerpen, zoals een
verwarmingstoestel, een heet strijkijzer, heet kookgerei, of sigaretten
- Vlamverbranding – veroorzaakt door vlammen of gloeiende as, zoals dat van een sigaret,
kaarsen, lampen of kachels
- Chemische verbranding – veroorzaakt door blootstelling aan reactieve chemische stoffen, zoals
bijtende zuren of basen
- Elektrische verbranding – veroorzaakt door bliksem of een elektrische stroom die via een
stopcontact, elektrisch snoer of apparaat door het lichaam loopt
Inhalatieverbranding is het gevolg van het inademen van bijzonder hete gassen, stoom, hete
vloeistoffen of schadelijke stoffen die resulteren uit een onvolledige verbranding
Verwijzing brandwondencentrum
- Diepe 2de graads en 3de graads
- Inhalatie, elektrisch trauma
- Precaire locatie
- Oppervlakte
- Vertraagde genezing
- Twijfel
Epidemiologie/fysiopathologie
BE: per jaar
- 1,2% van de bevolking brandwonden
- 0,1% behandeling in ZKH
- 150 doden
BELEID
1. Eerst water, de rest komt later
(10-30min spoelen met lauw water)
- Oedeem doorbloeding vitale epitheelresten
- Toxines uit beschadigde cellen
- Koelt en verkort dus thermisch trauma zo tijdig gestart
2. Inschatten ernst: bepaalt behandeling/verwijzing/prognose
- Diepte
1e graad
= epidermaal: rood, droog, pijnlijk, capillaire refill normaal
o Genezingstijd: 1w, geen littekenvorming
o Behandeling:
Hydratatie (crème)
Analgetica
Herevaluatie!
2e graad oppervlakkig
= dermaal: blaren, pijnlijk, rood-roze, cap. refill normaal, meestal vochtig
o Genezingstijd: <20d (<3w), meestal zonder litteken, soms
hyperpigmentatie (UV-bescherming)
o Behandeling:
1
, Blaren niet openmaken, tenzij hinderlijk (infectiegevaar beperken)
Bij doorbraak huid:
Vette gazen
i. Vaseline vetverband
ii. Isobetadine tulle: ontsmet meteen + je kan zien wanneer
het op is (gele kleur). Minder gebruiksvriendelijk.
Vochtige wondgenezing: hydroactieve verbanden/hydrocolloïden
Zilversulfadiazine (flammazine): gebruik beperken <7d
i. Antibacteriële werking (meestal niet nodig)
ii. Vertraagt wondgenezing
iii. Bemoeilijkt wondbeoordeling
2e graad diep
= dermaal: blaren (die makkelijk loskomen), rood + wasachtig wit, minder pijn,
minder cap. refill
o Genezingstijd >20d (>3w), veel kans op (hypertrofe) littekenvorming en
contracturen
o Behandeling: (meestal) verwijzing gespecialiseerd centrum want
Mogelijks vroege transplantatie (grafting), naargelang beoordeling
en evolutie
Mogelijks druktherapie
3e graad
= subcutaan (full thickness): droog, lederachtig, wit tot zwart, geen cap. refill,
gevoelloos (geen pijn), inelastisch
o Genezing: nooit (tenzij zeer klein vanuit epidermale rand, altijd
litteken/contractuur)
o Behandeling: verwijzing (meestal transplantatie)
- Oppervlakte (uitgebreidheid)
‘Rule of 9’
o Volwassene: gezicht 9%, thorax/rug 18%, arm 9%, been 18%,
geslachtsdelen 1%
o Oppervlakte hand + vingers = 1% (bruikbaar in 1e lijn)
Kans op shock ongeacht diepte wonden: vanaf 10% bij kinderen en 15% bij
volwassenen
Verwijzing (+ evt. opname): vanaf 5% bij kinderen, vanaf 10% bij volwassenen
- Andere aandachtspunten bij beoordeling ernst:
Precaire locatie (cosmetisch/functioneel belangrijk): gewricht, gelaat, perineum
Inhalatietrauma: mortaliteit ++
Elektrische verbranding: onzichtbaar trauma
Surinfectie: ontsmetten met isobetadine, evt. AB
Tetanus: vaccinatie?
Onderliggend lijden
3. Regelmatige herevaluatie van de brandwonden na de initiële behandeling
2
, 2. Bijtwonden (door honden)
Waarmee komt de patiënt: Bijtwonde veroorzaakt door een hond.
Casus: Hans, 45 jarige postbode, komt op raadpleging met een wonde: hij werd gebeten
Definitie
Bijtwonden worden niet alleen veroorzaakt door honden, maar ook door katten en mensen.
Hondenbeten leiden meestal tot hematoomvorming, weefselnecrose en grillige wondranden
(stomp trauma).
- Bij niet adequate aanpak: 20% infectie
Kattenbeten: vaak sprake van diepe steekkanalen (scherp trauma) uitstekende
voedingsbodem voor bacteriën.
- Bij niet adequate aanpak: 50+% infectie
Potentieel pathogene bacteriën
Aërobe bact.: P. canis meest frequent bij honden, P. multocida bij katten, verder
streptokokken, stafylokokken, moraxella, neisseriae en C. canimorsus.
o C. canimorsus kan tot ernstige lokale problemen leiden en geeft belangrijk risico
van fulminant verlopende sepsis met DIS en multi-orgaan falen. (30% mortaliteit)
Anaërobe bact.: fusobacteriën, bacteroides, porphyromonas en prevotella
Brede indicatiestelling AB
- Kleine diepe wonden
- Oedeem
- Mogelijke aantasting van het bot of gewricht
- Gehechte wonde thv gelaat
- Wonde thv genitalia
Controverse sluiten/niet sluiten
Weinig bewijskracht maar primair sluiten van de meeste bijtwonden wordt niet geacht schadelijk te
zijn.
- Voorwaarde is goede wondzorg en reinigen van de wonde.
- Re-examinatie 1 à 2 dagen na het eerste contact is essentieel!
Wonden die oppervlakkig zijn, krabben, abrasies en schaafwonden lijken geen voordeel te hebben bij
profylactisch antibiotica.
Hondenbeten zijn vaak oppervlakkig
Anamnese
- Wanneer?
o Wonden >6u CAVE
- Door wie/wat?
o Mensen en katten CAVE
o (Honden)beet met veel necrose
- Op welk lichaamsdeel?
o Hand CAVE
- Wat is de vaccinatiestatus voor tetanus?
o Zoals voor elke wonde!
BELEID
1. Lokale zorg (sluiten/niet sluiten, spoelen)
o Indien je het sluit: goede wondzorg en reinigen van de wond
o Re-examinatie/controle volgende dag
2. Evt. Immunisatie tegen tetanus en/of rabiës
a. Vaccinatiestatus nakijken en evt risico op rabiës evalueren
3. Evt. Profylactische of curatieve toediening van AB
a. Profylactisch bij hoog risico wonden:
3