3 de microbiële cel en de studie
ervan: celstructuur, kleuringen,
microscopie
1 Celstructuur
1.1 Vorm en afmetingen van bacteriën
1.1.1 Vorm
De meest voorkomende zijn kokken (bolvormig) en de staafjes ( of bacillen)
Kokken hebben een typische ordening:
Per 2 of diplokokken
In ketens
In trossen
Sommige bacteriën zijn pleiomorf geen karakteristieke vorm
1.1.2 Afmetingen
Algemeen: 0,5 µm breed en 3 a 5 µm lang (10 -6)
Er bestaan ook kleinere en groter bacteriën
1.2 Structuur van een prokaryote cel
1.2.1 Overzicht
1.2.2 Plasmamembraan/ celmembraan/ cytoplasmatische membraan
Structuur
Fosfolipiden (hydrofiele kop en hydrofobe staart)
Vormen een fosfolipidendubbellaag, hier en daar zit een proteïnen tussen
Proteïnen
Integrale membraanproteïnen: moeilijk te verwijderen uit de membraan en niet
oplosbaar in water
Perifere membraanproteïnen: gemakkelijk te verwijderen uit de membraan en wel
oplosbaar in water
Andere verbindingen
Bacteriële membranen hopanoïden
1
, Eukaryote membranen sterolen
Functies plasmamembraan
Omringt cytoplamsa vergelijkbaar binnenband
Transport: gebeurt selectief
Kleine en weinig polaire moleculen kunnen er passief doorheen diffunderen
Voor andere stoffen zijn er transportsystemen
semi-permeabel membraan
Metabole processen bv. Ademhaling en FS
Receptoren waarbij cellen reageren op extern milieu vb0 chemotaxis
Opmerking:
1. Archaebacteriën hebben ‘speciale’ fosfolipiden
2. Soms komen bij bacteriën interne membraansystemen voor (nooit organellen)
1.2.3 Cytoplasmatische matrix
Bevat 70% water, inclusies en ribosomen
Is goed geordend (zonder cytoskelet) bevat specifieke proteïnen op specifieke plaatsen
1.2.3.1 Korrels, inclusies of granules
Bevatten reservemateriaal
Soms omringd door een membraan
Granules met organisch materiaal
Granules met reservemateriaal bv. Glycogeen of PHB
Granules met anorganisch materiaal
Fosfaatvoorraad: volutinekorrels
Zwavelvoorraad: S-granules
Opmerking: gasvacuole: om positie in water te bepalen
1.2.3.2 Ribosomen
Opgebouwd uit proteïnen en rRNA
Bevatten grote subeenheid en kleine subeenheid
Zorgen voor de eiwitsynthese (vertaling en translatie)
Bacteriën: 70 S 30 S en 50 S
eukaryoten: 80 S 40 S en 60 S
Lokalisatie: in cytoplasma: synthese eiwitten bestemd voor cytoplasma
in plasmamembranen: synthese eiwitten voor transport naar buiten
1.2.4 Nucleoïd
= genoom van bacteriën en archaebacteriën bestaat uit 1 ccc chromosoom (circulair, covalent
gesloten) Compact opgevouwen (supercoiled). Duidelijk zichtbaar elektronenmicroscoop nucleoid.
Niet omgeven membraan
Plasmiden = circulair, dubbelstrengig, extrachromosomaal DNA
kleiner in afmetingen dan chromosoom
onafhankelijk chromosoom wat betreft replicatie
2
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Lieze2. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.