Samenvatting van de hoofdstukken voor het tentamen Theorie Sociale Wetenschappen aan de hand van alle relevante begrippen. Samenvatting aan de hand van de hoorcolleges.
Introductie Maatschappijwetenschappen Deeltentamen B Begrippenlijst H6 t/m H10 en H13
Samenvatting Introduction to Sociological Theory, ISBN: 9781119410911 Introductie maatschappijwetenschappen
Mindmaps Introductie maatschappijwetenschappen (hf. 6 t/m 11 en 13)
Tout pour ce livre (20)
École, étude et sujet
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Rechtsgeleerdheid: Juridische Bestuurskunde
Theorie Sociale Wetenschappen (RGBBE00205)
Tous les documents sur ce sujet (2)
Vendeur
S'abonner
EvelineVisser
Avis reçus
Aperçu du contenu
Inhoud
Week 1......................................................................................................3
Auguste Comte.........................................................................................3
Harriët Martineau......................................................................................3
Week 2......................................................................................................3
Marx..........................................................................................................3
Immanuel Wallerstein...............................................................................6
Andre Gunder Frank..................................................................................6
Fernando Cardoso.....................................................................................7
Week 3......................................................................................................7
Durkheim..................................................................................................7
Merton.....................................................................................................10
Parsons...................................................................................................12
Week 4....................................................................................................14
Weber......................................................................................................14
Bourdieu..................................................................................................17
Dahrendorf..............................................................................................19
C. Wright Mills.........................................................................................20
Week 5....................................................................................................20
George Homans......................................................................................20
Peter Blau................................................................................................21
Emerson & Cook.....................................................................................21
Granovetter.............................................................................................22
Coleman..................................................................................................22
Goffman..................................................................................................24
Week 6....................................................................................................26
Feminist theory.......................................................................................27
Charlotte Perkins Gilman – mannelijke wereldbeeld...............................27
Dorothy Smith & Patricia Hill Collins – Standpunt theorie.......................27
Patricia Hill Collins...................................................................................28
William Du Bios (1868-1963)..................................................................28
Emotiewerk Arlie Hochschild (1940-heden)............................................29
, Steven Seidman – Sex and Queer theorie...............................................29
Moderne toepassing (21e eeuw).................................................................30
Michel Foucault (1926-1984) Disciplinering............................................30
Surveillance............................................................................................30
De moderne biecht.................................................................................31
S.N. Eisenstadt – alternatieve moderniteiten..........................................31
Anthony Giddens – Disembeddedness....................................................32
Ulrich Beck – Risk Society (1992)............................................................32
,Week 1
Drie hoofdvragen:
1. Hoe is de verdeling van inkomen, kennis, status, vermogen etc. in
een samenleving en hoe is dat te verklaren?
Probleem van ongelijkheid, Karl Marx
2. Wat is de mate van samenhang in een samenleving en hoe is de
mate van samenhang te verklaren?
Probleem van cohesie, Durkheim
3. In hoeverre doen zich in een samenleving processen van
rationalisering voor en hoe zijn die te verklaren?
Probleem van rationalisering, Weber.
Auguste Comte
Positivisme
Sociologie als de positivistische wetenschap van de samenleving. Extern perspectief,
observeren. Op zoek naar wetten van menselijk gedrag. Kwalitatief onderzoek.
Harriët Martineau
Sociologie als wetenschappelijke studie van de moraal. Intern perspectief, verstehen
(begrijpen). Begrip, waarden, gesprek aan gaan. Kwalitatieve school van onderzoek.
Concepten:
Kennis:
Ontologie: aannames over hoe de wereld er uit ziet
Epistemologie: hoe bestudeer je de wereld?
Sociale structuur: vast patroon in sociaal handelen. Agency: sociale actie. De capaciteit
van mensen om het eigen leven te beïnvloeden.
Marx
Ongelijkheidsprobleem (communisme)
Sociale stratificatie: Er zijn twee klassen; zij die het hebben en zij die het niet hebben.
Door kapitalisme is onze arbeid vervreemd geraakt. De bezittende klasse wordt door deze
structuur steeds rijker, omdat ze de meerwaarde opstrijken. De werkende klasse wordt
steeds armer en gaat protesteren. Hierdoor komt de werkende klasse aan de macht en
zal er communisme ontstaan zonder privaat eigendom.
Historisch materialisme (Marx)
, Historisch wil zeggen dat er een beweging is: een bepaalde loop van de geschiedenis.
Materialisme wil zeggen dat de economie, de bewerking van de grond en de grondstoffen
de basis van de samenleving vormt (de allesbepalende onderbouw). Meer specifiek denkt
Marx dat de geschiedenis verloopt via horten en stoten, via thesis-antithesis-en-
synthesis. Deze wat cilindrische ontwikkelingsgang wordt ook wel aangeduid als
dialectiek.
These: formele productieverhoudingen leiden ertoe dat bezitters steeds meer winst
opstrijken.
Antithese: armen worden relatief armer (verelendung)
Synthese: ongelijkheid leidt tot protest, protest leidt tot omwenteling. Communisme als
nieuw regime.
Historisch materialisme:
- Economic base: kapitalisme. De rest is hierop gebouwd. (onderbouw)
- Superstructure: niet-economische instituties die ideeën promoten die het
kapitalisme in stand houden. (bovenbouw)
Volgens Marx heeft ook religie het uiteindelijke gevolg dat mensen afzien van protest en
berusten in hun lot. Hierdoor wordt de volgens Marx noodzakelijke revolutie uitgesteld: de
bekende uitspraak van Marx is: “religie is - in zijn tijd – het opium van het volk”. Want het
verhindert het tot stand komen van revolutionair verzet en het bevordert het streven om
er samen in harmonie uit te komen. Bovendien zorgt de religie ervoor dat de gelovigen
hun heil niet verwachten in het hier en nu, maar wachten op een hemels leven na de
dood. Ook dit is een stabiliserende factor en maakt als zodanig onderdeel uit van wat
Marx de bovenbouw noemt. In combinatie met het historisch materialisme wordt in het
Nederlands wel gesproken over: basis-bovenbouw-theorie.
Onderbouw is de economische basis. De economische basis (onderbouw) bepaalt de
bovenbouw. De bovenbouw is de ideologie, cultuur en politieke structuren.
Klassenverhoudingen
Marx legt aandacht op verhoudingen tussen sociale groepen. Empirische waarneming dat
leden van de ene groep meer rechten en mogelijkheden hebben dan de andere sociale
groep. Tegenwoordig gebruiken we het woord: stratificatie om te wijzen op de
verschillen in kansen tussen sociale groepen.
Marx hield zich bezig met de klassentheorie. Sociale klassen zijn groepen waarvan de
maatschappelijke positie wordt bepaald door hun relatie tot de productiemiddelen. Twee
hoofdklassen.
Daarnaast hield Marx zich bezig met de conflictsociologie. Conflicten zijn inherent aan
samenlevingen, er bestaan verschillende soorten maatschappelijke conflicten. Er zijn
twee klassen volgens Marx. Het klassenconflict bestond uit de Bourgeoisie (burgerij)
versus proletariaat (proles- Latijn voor kinderen): de eerste partij betaalt de andere partij
minder dan de waarde die ze via hun arbeid produceren en waarop ze dus recht hebben,
en de meerwaarde steken ze in hun eigen zak.
Daarnaast vestigde Marx de aandacht op arbeidsomstandigheden en vervreemde
arbeid. Dit is een meer sociaalpsychologisch, subjectief aspect van arbeid. Men werkt
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur EvelineVisser. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,62. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.