Samenvatting thema 3
Drie hoofdstukken:
1. Psychometrische theorieën rond intelligentie
- Wat is nu de theorie van intelligentie?
2. Huidige intelligentietesten in Vlaanderen
- Welke intelligentietesten bestaan er in Vlaanderen op dit moment?
- Hoe moeten we intelligentietesten...
THEMA 3: DIAGNOSTIEK VAN INTELLIGENTIE EN PERSOONLIJKHEID
OVERZICHT
Drie hoofdstukken:
1. Psychometrische theorieën rond intelligentie
Ø Wat is nu de theorie van intelligentie?
2. Huidige intelligentietesten in Vlaanderen
Ø Welke intelligentietesten bestaan er in Vlaanderen op dit moment?
Ø Hoe moeten we intelligentietesten selecteren?
3. Huidige persoonlijkheidstesten in Vlaanderen
Ø Welke persoonlijkheidstesten bestaan er in Vlaanderen op dit moment?
Ø Hoe moeten we persoonlijkheidstesten selecteren?
H1: PSYCHOMETRISCHE THEORIEËN ROND INTELLIGENTIE
OVERZICHT
1. Wat zijn psychometrische modellen?
2. De theorie van algemene intelligentie “g”
3. Het CHC – model
3.1. CHC – model in theorie
3.2. Brede cognitieve vaardigheden
3.3. CHC – model in praktijk
4. Het g-VPR model
5. Samenvatting en evaluatie van de psychometrische theorieën
1) WAT ZIJN PSYCHOMETRISCHE MODELLEN?
• Kernvraag: “Wat is interne structuur van intelligentie?”
o Op welke manieren hangt intelligentie samen?
o Zijn er meerdere/verschillende intelligentiefactoren?
• Concreet: als we alle mogelijke cognitieve vaardigheden nemen
o Vallen deze dan samen in 1 dimensie? à unidimensionele benadering
§ = als er 1 gemeenschappelijke factor is om verschillende intelligenties in onder te
brengen.
§ Als je goed bent in het ene, ben je ook automatisch goed in het ander.
o Of zijn er meerdere vormen van intelligentie, die relatief onafhankelijk zijn van elkaar?
à multidimensionele benadering
§ Er zijn meerdere onafhankelijke factoren.
§ Je bent heel goed in het ene, maar heel slecht in het andere.
• Implicaties:
o Als je goed bent in iets, ben je goed in alles?
o Of kunnen verschillende mensen uitblinken op verschillende vlakken?
• Werkwijze psychometrische benadering
o Vertrekpunt: geobserveerde testscores
§ Op een bepaald testtype
o Correlaties / covarianties tussen testscores
§ Zo gaan we het kunnen terugbrengen tot één factor.
o Psychometrisch model om beperkt aantal latente variabelen te identificeren: interne structuur
van een test
o Typische methodiek: factoranalyse
1
PD – SESSIE 5
,2) DE THEORIE VAN ALGEMENE INTELLIGENTIE “g”
g = general ability
• Spearman:
o 2 – factorentheorie
1. Alle vaardigheden/testscores zijn positief gecorreleerd
à ligt één fundamentele gemeenschappelijk factor a/d basis van alle prestaties op
cognitieve tests
= “g – factor” (“the positive manifold”)
§ Ongeacht welke schooltaak je doet, die zal altijd positief correleren met
andere taken waarvoor we beroep doen op onze cognitie.
§ Er is een bepaalde mentale energie die bepaald hoe we het doen in het
dagelijkse leven bij verschillende taken.
2. Daarnaast wordt de prestatie op elke test ook nog bepaald door een onderliggende
vaardigheid specifiek voor enkel die test
= “s- factor”
§ Deze zegt niets over de intelligentie, maar meer iets over de taak/de test.
• Opgelet: dit is een factor – analytisch model met één gemeenschappelijke factor en een specifieke
factor (errorvariantie) per test
Rechthoekjes = geobserveerde testscores
Errorvarianties (s-factor = kunnen we niet
verklaren, maar hebben ook een invloed op de
individuele testscores)
G-factor (de factoren die we kunnen verklaren
en die een invloed uitoefenen op alle testscores)
2
PD – SESSIE 5
, • Evidentie voor g: positive manifold uitermate belangrijke bevinding
o We vinden een hoge evidentie voor de g-factor.
o We zien heel vaak dat de taken die ze doen, positief gecorreleerd zijn.
• Wat is de aard van g? (volgens Spearman)
o Algemeen mentaal vermogen (cognitieve sterkte) bepaalt hoe je je gedraagt in heel wat
contexten waar cognitie van belang is.
o Gespecialiseerde, maar gecorreleerde mentale vermogens (correlatie omwille van genen of
omgeving)
§ Genen:
- Er is niet één gen dat verantwoordelijk is voor een bepaalde score op een
bepaalde taak. Er zijn misschien meerdere genen verantwoordelijk hiervoor.
- Dit verklaart waarom mensen op dezelfde taken toch heel verschillend reageren.
§ Omgeving
- Stimulus vanuit omgeving: meer boekjes, meer geld voor betere ondersteuning, …
o Mutualisme
§ Er zijn aparte factoren, maar als je het ene traint, zal je ook het andere beter kunnen.
§ Bvb: Je wordt verbaal sterker, maar dit zal ook bijdragen aan het oplossen van
rekenkundige oefeningen, aangezien je dan regeltjes kan opmaken op een verbale
manier en deze zo kan onthouden.
• Hoe kunnen we g beter begrijpen?
o Welke van de taken zijn sterk g geladen?
o Welke intelligentietesten hangen samen met een hogere g-factor?
• Welke testen laden hoog op g?
o Inductief redeneren
§ 2 condities met elkaar vergelijken
§ Controlegroep + testgroep: verbaliseren van strategieën
§ Het verbaal redeneren hielp hen redeneren bij een bepaalde taak.
o Complexe visualisatie
§ De kinderen leren tellen a.d.h.v. een telraam.
§ De kinderen die leerderen tellen a.d.h.v. een telraam waren significant beter in het
oplosen van de matrix.
o Kwantitatief redeneren
§ Redeneren met getallen
o Verbale vaardigheid
è Het is niet zo dat de testen die hoog geladen zijn op g, dat dit ook complexe redeneer
vaardigheden zijn. Het toont aan dat die g-factor zeer breed is of dat er meerdere factoren zijn.
• Hypothese van gecorreleerde trekken (mutualisme):
o Training in één type taak zal er ook voor zorgen dat je beter wordt in een ander type taak.
§ Bvb: Verbale training bieden aan kinderen had ook positief effect op matrix redeneren.
à Dit komt omdat ze ook hierbij op een verbale manier gingen redeneren.
§ Bvb: Gebruik van telraam positief effect op matrix redeneren
à Leerden patronen te zien in het telraam en leerden zo ook beter matrix redeneren.
3
PD – SESSIE 5
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur dorienferson. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.