GEZONDHEID EN PREVENTIE
Hoofdstuk 1
In het woord kinesitherapie herkennen we 2 woorden: kinesis en therapeia.
Kinesis = beweging
Therapeia = verzorging, behandeling van het lichaam
Kinesitherapie betekent letterlijk: therapie (behandelen) door te bewegen
De geneeskunde heeft een grote ontwikkeling doorgemaakt. Door o.a. de pil als voorbehoedsmiddel
zijn het aantal geboorten sterk vermindert (preventieve geboortebeperking). De kinderen die
geboren werden konden anderzijds dankzij de geneeskunde overleven (enorme verbetering van de
hygiëne).
De taak van de kinesitherapeut bestaat erin het locomotorisch systeem of m.a.w. het
bewegingssysteem van de mens te behandelen. Het locomotorisch systeem, dat door de
kinesitherapeut wordt behandeld, moet in de brede zin van het woord beschouwd worden om
zodoende alle specialisaties te kunnen omvatten. Denk aan ademhalingskinesitherapie,
relaxatietherapie,…
Bio = orgaanniveau (incl. spieren)
De psyché = persoonsniveau
Sociaal = de mens en zijn omgeving, maatschappelijk en cultureel
Primaire Preventie:
- Milieuhygiëne, onderhouden van:
Fysische en psychische milieu
Veiligheidsmaatregelen ( brandweer, politie)
Voorzieningen van collectieve hygiëne (voedsel – en drinkwatercontrole)
- Gezondheidsvoorlichting en opvoeding:
aanleren van een gezond bewegingspatroon
gezond voedingspatroon
basisprincipes van hygiëne
- Vaccinatieprogramma’s
- Genetisch onderzoek
Genetic counseling
- Kinesitherapie
Atrofie voorkomen bij immobilisatie
= heeft als doel om ziekte te voorkomen door het wegnemen van de oorzaak. De doelgroep is de
gezonde bevolking.
Secundaire preventie:
= tracht een ziekte/aandoening vroegtijdig op te sporen en te behandelen, zodat deze niet
overschrijdt.
- Bv. EHBO, Rode Kruis, de dienst 100, antigifcentrum, postnatale raadpleging, algemene
check-up, preventief kankeronderzoek, arbeidsgeneeskundig onderzoek, medisch
schoolonderzoek
,Tertiaire preventie:
= heeft tot doel het voorkomen van complicaties en gevolgen bij al bestaande ziekten. De
kinesitherapie behoort voornamelijk tot de curatieve geneeskunde. In sommige gevallen kan het
letsel niet hersteld worden, maar kan mits kinesitherapie erger worden voorkomen en de
functionaliteit optimaal behouden blijven.
Als kinesitherapeut is een goede vakkennis en enkele persoonlijkheidseigenschappen vereist.
Hoofdstuk 2
Dit hoofdstuk tracht klaarheid te brengen in de etymologie in de structuur van de medische termen.
Vrijwel alle woorden zijn opgebouwd volgens eenzelfde patroon. De woorden bestaan uit een
basiselement, de stam, die dit deel van het organisme aanduidt waarvan sprake is; aan deze stam
wordt een prefix (voorvoegsel), een suffix (achtervoegsel) of beide gevoegd. Een prefix kan een
ontkenning, een graad, een aantal, een plaats e.a. aanduiden. Een suffix kan een symptoom, een
aandoening, een ingreep e.a. weergeven. Op die wijze kan men een enorm aantal combinaties
maken, waardoor de medicus zich op een bondige en precieze wijze kan uitdrukken. Stam, prefix en
suffix worden afzonderlijk besproken.
In vele gevallen wordt tussen stam en suffix een -o- gevoegd als bindingselement en omwille
van de welluidendheid.
Wanneer het suffix begint met –r-, wordt een tweede –r- toegevoegd, eveneens voor de
welluidendheid.
(Staan niet in lijst maar wel in voorbeelden…):
o Dys- = stoornis, pijnlijk
o Poly- = veel
o Mega- = groot
o Polio- = grijze deel van het ruggenmerg
o Myo- (Gr. Mys) = spier
o -acotomie = openleggen
o -constrictie = vernauwen
o -dilatatie = uitzetten
o -o-grafie = optekenen van het verloop van dingen
o -cyt = cel
o -scopie = bezichtigen van iets inwendig
o -ose = degeneratietoestand
o -pauze = stopzetten
o -atrofie = afname
o -anesthesie = verdoving
o -arthritis = ontsteking
o -praxie = manipulatiebehandeling
o -urgie = werk in geneeskunde waar met de handen gewerkt wordt
, Stam
Card- , cardi-
= hart
Vas-
= vat
Vascul-
= bloedvaatje
Angi-
= bloedvat
Arteri-
= slagader
Ven-
= ader
Hem-,hemat-
= bloed
Aden-
= klier
Lymf-
= lymfe
Splen-
= milt
Trache-
= luchtpijp
Bronch-
= luchtpijpvertakking
Pneum-, pneumon-
= long
Pulmon-
= betrekking tot de long
Pleur-
= longvlies
-pnoe
= ademen
Labi-
= lip
Oesofag-
= slokdarm
Gast-
= maag
Enter-
= darm
Duoden-
= 12- vingerige darm
Ile-
= kronkeldarm
Appendic-