Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
volledige samenvatting economie (12/20) €7,16   Ajouter au panier

Resume

volledige samenvatting economie (12/20)

 3 vues  0 fois vendu

volledige samenvatting met eventuele uitleg van oefencolleges

Aperçu 4 sur 156  pages

  • 29 octobre 2024
  • 156
  • 2022/2023
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (18)
avatar-seller
lisadebeule
DEEL 1: MARKTECONOMIE IN EEN NOTENDOP

HOOFDSTUK 1: WAT IS ECONOMIE?

 Het materiële voorwerp: onderwerpen, vragen en fenomenen/feiten waar economen zich
mee bezighouden (wat)
o De fenomenen kunnen verschillen van andere wetenschappen
 Het formele voorwerp: de specifieke invalshoek die door de economie wordt ingenomen om
een fenomeen te bestuderen (hoe)
o De fenomenen kunnen hetzelfde blijven bij andere wetenschappen, maar we kijken
er op andere manieren naar

1. ONDERWERP EN INVALSHOEK

Enkele definities:

 ‘Economics is the study of economies.’ & ‘Economics is what economics do’
o Economie als de wetenschap
 ‘The science which studies human behavior as a relationship between ends and scarce means
which have alternative uses.’
o De wetenschap die het menselijk gedrag bestudeert als spanning tussen doeleinden
en de schaarse middelen
 ‘Economics is the study of how human beings coordinate their wants and desires, given the
decision-making mechanisms, social customs, and political realities of the society.’
o Economie = een menswetenschap, het bestudeert menselijk gedrag.
 Niet het onderwerp, maar de invalshoek bepaalt de essentie van economie
 Veel onderwerpen kan je benaderen vanuit een economische invalshoek

Een paar onderwerpen: het al dan niet legaliseren van de drugs / vragers naar drugs beboeten, vraag
& aanbod, kosten & baten, bepaalde quota, de zwarte markt,…

Ook het bereiken van welvaart & welzijn staat centraal.

2. EEN EENVOUDIGE ECONOMISCHE KRINGLOOP (PRODUCTIE & CONSUMPTIE)


2.1 CONSUMPTIE
Welvaart van een maatschappij hangt af van de behoeftebevrediging (consumptie) van de leden van
die samenleving (consumenten). Consumenten maken bepaalde keuzes en zetten zo beperkte
middelen in om hun doelen/behoeften te bereiken

Sparen = niet-consumeren  Sparen = uitgestelde consumptie: je spaart om het later uit te geven.




1

,Een aantal consumptiegoederen: (hetgeen wat wij consumeren)

 De meeste consumptiegoederen verdwijnen door ze te gebruiken (niet herbruikbaar):
o Maaltijden, benzine,…
 Duurzame consumptiegoederen verslijten wel, maar worden niet onbruikbaar:
o Smartphone, kleding, woonhuizen, auto’s,…
o Kopen, meerdere keren gebruiken (verslijten maar niet na 1 keer ‘op’)
o Een stukje sparen: deze voorwerpen maken deel uit van ons vermogen + spreiding
van de kosten doorheen de jaren


2.2 PRODUCTIE, TOEGEVOEGDE WAARDE EN INKOMEN
Productie omvat alle activiteiten waardoor goederen en diensten tot stand gebracht worden, en op
de gepaste tijd en plaats ter beschikking worden gesteld (aan de consumenten).

Wie produceert = de producent

 Het productieproces zet inputs om in outputs
o Inputs:
 Lopende inputs zoals grondstoffen & hulpstoffen: deze verdwijnen volledig in
het productieproces
 Productiefactoren zoals arbeid & fysiek (infrastructuur,…) en menselijk
(vaardigheid en vakkennis) kapitaal
o Outputs = het eindproduct/verkoopbare goed
 Geschikt voor behoeftebevrediging van de consumenten of bruikbaar in
andere productieprocessen
o BV: een broodjeszaak




Kapitaalgoederen = door de mens geproduceerde duurzame productiemiddelen: maar een klein deel
gaat verloren tijdens het productieproces = depreciatie of afschrijving.

De aankoop van een nieuw duurzaam kapitaalgoed = een investering (kapitaalgoederen =
investeringsgoederen): kapitaalgoederen vervangen = vervangingsinvestering EN productiecapaciteit
uitbreiden = netto-investering.

 Investeringen = depreciatie  kapitaalstock blijft op peil
 Investeringen > depreciatie  productiecapaciteit breidt uit = netto-investering
 De netto-investeringen + vervangingsinvesteringen = bruto-investeringen
 Grondstoffen: elementen die we ook tegenkomen in de output

2

,  Hulpstoffen: stoffen die we niet tegenkomen in de output, maar wel noodzakelijk zijn om tot
die output te komen
 Arbeid: de mensen en tijd die nodig zijn om tot de output te komen
 Kapitaal: vrachtwagens, computers,…
o Het bezit dat je nodig hebt om tot de output te komen

Doel van de productie:

 Waarde output > totale waarde van de lopende inputs:
o Tussen de inputs en de output gebeurt er iets (productieproces), waardoor de
waarde van de output stijgt.
o Verschil = bruto toegevoegde waarde
 = de waarde die arbeid en kapitaal (productiefactoren) aan de lopende
inputs hebben toegevoegd (niet de winst)
 Als we ook depreciatie aftrekken: netto toegevoegde waarde (wel de winst)
o Wat kan uitgekeerd worden als vergoeding aan de productiefactoren
 Mensen die arbeid & kapitaal leverden, vergoeden
o Inkomen = toegevoegde waarde

 De output is zeer vaak een lopende input voor andere productieprocessen. De outputs die andere
bedrijven gebruiken als grond-/hulpstof = intermediaire goederen.

Veel goederen worden voor zowel consumptie als voor productie gebruikt.

Productie = uitbreidbaar tot de volledige economie:

 Productie door bedrijven, ook door overheid
 Creatie van toegevoegde waardes, de som ervan (nationaal) = bbp = bruto binnenlands
product (in €)


2.3 ECONOMISCHE AGENTEN = BESLISSINGSNEMERS
Economische agenten: personen en instellingen die beslissingen nemen betreffende activiteiten als
productie, consumptie, maar ook aan- en verkoop van goederen en diensten, sparen, het toestaan of
opnemen van leningen,...

Er zijn 3 soorten beslissingsnemers: gezinnen (wonen, werken, kopen, op reis gaan,…),
ondernemingen & de overheid (belastingen, subsidies,…)

Deze kunnen zowel produceren als consumeren. Vooral gezinnen consumeren en de ondernemingen
& overheden (centraal, regionaal & lokaal) produceren.

De overheid doet aan productie van publieke goederen (goederen & diensten die niet (veel) worden
aangeboden op de private markt) en dekt haar kosten via de belastingen.




3

, 2.4 EEN KRINGLOOP




Er zijn verbanden tussen gezinnen en ondernemingen: de consumptiegoederen die geproduceerd
worden door de ondernemingen, worden gekocht door de gezinnen EN de productiefactoren die
ondernemingen gebruiken, worden aangeboden door de gezinnen. Deze samenhang = de
economische kringloop

Gezinnen verschaffen hun arbeid aan de ondernemingen en verwerven zo een inkomen + ze kopen
consumptiegoederen en diensten van de ondernemingen

 Gezinnen zijn aanbieders op de factormarkten (productiefactoren)
 Gezinnen zijn vragers op de outputmarkten

3. WELVAART EN ECONOMISCHE GROEI

Hier bespreken we een historische schets van de veranderingen in onze welvaart. We gebruiken het
brute binnenlands product (bbp) als maatstaf.


3.1 VAN ARM NAAR WELVAREND (ZIE TABEL P37)
 Het ‘bbp per capita’ is een van de meest gebruikte welvaartsindicatoren = ‘inkomen per
hoofd’
o Geeft op de ‘beste’ manier onze welvaart meer
o Bbp delen door inwoners van het land
o Hoe groot is het stuk dat per inwoner beschikbaar is?
 Zowel bbp als de totale wereldbevolking zijn explosief gegroeid (zie tabel dia 19)
o We kunnen bedragen doorheen de tijd & ruimte want het is uitgedrukt in: 1990-ppp-
dollars
 Vaar jaar 1 tot jaar 2015
o Totale wereldbevolking: factor 32,5
o Bbp: factor 563,9




4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lisadebeule. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,16. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

71184 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,16
  • (0)
  Ajouter