40 meerkeuzevragen met bestraffing voor een foutief antwoord = -0.33 (prof noemt dit geen
correctie voor raden!). Zie PPT! Berekeningen omtrent resultaten met giscorrectie kennen.
Inleidende verhaaltjes zeker goed lezen!
Primacy-effect: de eerste indruk dat je krijgt van iemand kan uw mening over die persoon
beïnvloeden
Recency-effect: de laatste argumenten blijven beter hangen dan de eerste
INLEIDEND (ZIE ZEKER OOK ALTIJD INLEIDENDE VERHAALTJES)
Psychologie komt veel voor in ons dagelijkse leven. MAAR hier gaan we het hebben over psychologie
als de wetenschappelijke discipline, dit wordt vaak onder- EN overschat.
Leugendetector: weinig objectief bewijs voor de effectiviteit van de leugendetectors
Veel dingen die wij meemaken, of informatie die wij opvangen, komen niet in ons geheugen
terecht OF worden vervormd door ons geheugen
Niet alleen mensen kunnen zich herkennen in hun spiegelbeeld, ook dieren herkennen
zichzelf (Skinner met huisduif)
Intelligentie = resultaat van erfelijk & omgevingsinvloeden en kan veranderen doorheen het
leven
De meest frequente mentale stoornis = depressie en komt voor bij 30% van de bevolking
Hetzelfde gezicht herhaaldelijk zien zorgt ervoor dat we die persoon aangenamer vinden
HOOFDSTUK 1: WAT IS PSYCHOLOGIE & WAT IS HET NIET?
WHAT’S IN A NAME?
Psychologie = de wetenschappelijke studie van de mentale processen en het gedrag
(Roediger)
Pyschologie = de empirische studie van het gedrag en de mentale processen (Zimbardo)
Andere wetenschappen bestuderen ook het gedrag maar zij gebruiken verschillende
onderzoeksmethodes: economie, criminologie, sociologie,…
Psychologie betwist ongefundeerde uitspraken van pseudowetenschappelijke aard: psychologie als
wetenschappelijke discipline vereist kritisch denken & heeft een breed domein. Het is een
pseudowetenschap: elke poging om fenomenen uit de natuurlijke wereld te verklaren die niet
gebaseerd is op empirische observatie of op de wetenschappelijke methode BV: astrologie,
grafologie, toekomstvoorspelling MAAR toch hechten veel mensen in de VS veel geloof aan
telepathie, helderziendheid,…
Recente studie van Daryl Bem over het voorspellen van de toekomst:
1
, 1. Proefpersoon kan kiezen tussen 2 bedekte afbeeldingen: een ervan is een pornografische
afbeelding (“beloning”)
2. Proefpersoon kiest linker of rechter antwoordknop
3. Computer bepaalt random via het toevalsproces het correcte antwoord (50%)
4. Na 90 jaar is er nog geen enkele wetenschappelijke evidentie voor extra sensory perception
HET FREUD PROBLEEM, DE PSYCHOANALYSE
Minder dan 10% van de leden van de American Psychological Association (APA) bevestigt de ideeën
van Freud (de ideeën van Jung worden nog minder bevestigd).
De theorie van Freud is niet wetenschappelijk onderbouwd, hij sprak met individuele patiënten en
veralgemeende zijn theorie over de hele populatie
Het Freudprobleem = weinig psychologen bevestigen de ideeën van Freud
3 METHODOLOGISCHE EISEN VOOR WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK
1. Systematisch empirisme: onderzoeksbenadering vertrekt van sensorische ervaring en
observatie als onderzoeksgegevens
a. We aanvaarden geen gezagsargumenten zoals ‘ik ben belangrijk dus wat ik zeg klopt’
b. Er moet empirisch verzameld bewijs zijn, het systematisch waarnemen van de
werkelijkheid
c. BV: Benjamin Rush: zijn behandeling voor de gele koorts werkt niet? Ziekte is
ongeneesbaar
d. Gebrek hieraan wetenschappelijke dwalingen
2. Publiek verifieerbare kennis: repliceerbaarheid: anderen moeten observaties kunnen
overdoen na het toepassen van dezelfde procedure en tot dezelfde resultaten komen
a. Dezelfde procedure moet tot dezelfde resultaten leiden
b. Peer review = proces waarin de kwaliteit van het onderzoek wordt beoordeeld door
collega’s
3. De theorieën/uitspraken/ hypothesen moeten toetsbaar zijn
a. Falsifieerbaarheid: fouten moeten aantoonbaar zijn, het moet mogelijk zijn om een
foutieve uitspraak aan te tonen
i. Probleem met psychoanalyse: ‘Nixons oedipale drang naar falen’
1. Het wetenschappelijke gehalte van de psychoanalyse is laag
b. Wat wel/ niet onderzoekbaar is, hangt af van de tijd
EEN BEKNOPT HISTORISCH OVERZICHT
2
, De wortels van de psychologie liggen in de filosofie & neurologie, hierdoor heeft de
psychologische kennis een tweevoudig karakter:
o Geesteswetenschappelijke onderzoeksmethoden: verklaringen staan centraal
o Positief-wetenschappelijke onderzoeksmethoden: predictie staat centraal
Binnen de filosofische traditie: psychologie = de studie van de geest/psyche. Er zijn 2
stromingen:
o Rationalisme (descartiaanse visie): lichaam & geest gescheiden
o Empirische & associationisme: kennis kan enkel verkregen worden door
onbevooroordeelde zintuigelijke kennis
Sommigen bestuderen het bewustzijn (1 ste experimentele psychologen) anderen het
onbewuste
Na WOII: het behaviorisme: verbanden tussen stimuli & reacties achterhalen
De cognitieve psychologie = de studie van de manier waarop wij info verwerken
5–STAPSPROCES VAN DE WETENSCHAPPELIJKE METHODE
1. Hypothese ontwikkelen: een uitspraak die het resultaat van een wetenschappelijke studie
voorspelt
a. Operationele definities formuleren: exacte procedures om experimentele condities
en metingen van resultaten vast te leggen
b. Een hypothese wordt afgeleid van een theorie (die een relatie gebruikt om de relatie
tussen verschillende concepten & data/gegevens te verklaren & voorspellen)
c. Spreken de data & hypothese elkaar tegen? Een nieuw theorie moet ontwikkeld
worden waardoor we zo steeds dichter bij de werkelijkheid komen
d. Wanneer de data & hypothese elkaar niet tegenspreken, en dus de relatie bevestigd
is, spreken we van een wetenschappelijke wet
2. Gecontroleerde test
a. Onafhankelijke variabele: de variabele die door de onderzoeker gemanipuleerd
wordt
b. Randomisatie: enkel gebruik maken van toeval voor het vastleggen van de
aanbiedingsvolgorde van de stimuli of toewijzen van proefpersonen aan condities
3. Objectieve gegevens verzamelen: systematisch empirisme
a. Gegevens (data): informatie verzameld door de onderzoeker voor het testen van de
hypothese
b. Afhankelijke variabele: het gemeten resultaat van een studie; de responsen van
deelnemers in een studie
4. Analyseren van de resultaten
a. Gebaseerd op statistische analyse van de resultaten: aanhouden of verwerpen van
de hypothese
5. Publiceren, bekritiseren en repliceren van de resultaten
a. Peer review speelt een belangrijke rol tijdens de publicatie
TYPES VAN PSYCHOLOGISCH ONDERZOEK (DESCRIPTIEF&EXPERIMENTEEL)
3
, 1. NATURALISTISCHE OBSERVATIE
Participanten worden geobserveerd in hun natuurlijke omgeving
o Vaak eerste stap in de richting van meer gecontroleerd onderzoek
BV: een onderzoeker ziet dat haar kinderen zich gewelddadiger gedragen na het spelen van
videogames en wil dat onderzoeken
Nadeel: passen mensen (of dieren) hun gedrag aan wanneer ze geobserveerd worden?
o De observatie is dus niet altijd objectief
2. GEVALSTUDIE (CASE STUDY)
Uitvoerige studie van 1 persoon of 1 geval (of beperkt aantal personen)
BV: Freuds psychoanalyse
o Discussie over de evidentie die uit gevalstudies gehaald kan worden
Dit soort onderzoek is nooit voldoende om wetenschappelijk te werken, maar de informatie
kan toch nuttig zijn
o Vaak maar 1/een paar proefpersonen dus onmogelijk om te generaliseren
3. INTERVIEW
Directe bevraging
Vooraf training onderzoeker: neutraliteit leren bewaren
o Suggestieve vragen kunnen de antwoorden beïnvloeden
Alle interviews moeten dezelfde vragen krijgen op dezelfde manier (standaardisering)
o BV: bij 1500 jongeren duidelijk verband tussen kijken naar geweld en agressief
gedrag
Maar hoe verloopt causaliteit: we weten niet wat de richting is van de beïnvloeding
4. SURVEY
Verzamelen van opinies van een steekproef
Doel: een beeld krijgen van de opinies in een grotere populatie
Op basis van deze steekproef zal de onderzoeker besluiten trekken voor de gehele populatie
Representatieve steekproef!
o BV verkiezingspoll in jaren ’40, maar enkel bevraging via telefoon enkel rijke
mensen hadden een telefoon
Antwoorden respondenten waarheidsgetrouw?
Gevaar: W.E.I.R.D. participants : Western, Educated, Industrialized, Rich, Democratic
5. PSYCHOLOGISCHE TESTS = HET MEEST EIGEN AAN DE PSYCHOLOGIE
Cognitieve tests (denkvermogen): schoolvorderingen (leerstofbeheersing, examens,…) en
intelligentietests
Persoonlijkheids- en attitudetests
o Vragenlijsten
o Projectieve technieken: dubbelzinnige stimuli worden getoond en aan participanten
wordt gevraagd wat ze erin zien
Hun antwoord zegt iets over hun persoonlijkheid
Enkele voorbeelden van de projectieve tests: (van ‘normaal’ naar zeer controversieel, geen evidentie)
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lisadebeule. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,16. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.