Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
samenvatting algemene psychologie €6,49   Ajouter au panier

Resume

samenvatting algemene psychologie

 9 vues  0 fois vendu

een uitgebreide samenvatting (veel pagina's) van het vak algemene psychologie in het eerste jaar psychologie aan de UGent

Aperçu 10 sur 147  pages

  • 31 octobre 2024
  • 147
  • 2023/2024
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (7)
avatar-seller
vlietinckeva
algemene psychologie
H1: wat is psychologie 8
1.1 een definitie van psychologie 8
1.2 ontwikkelingen die de psychologie moeilijk gemaakt hebben 8
1.2.1 rede, intuïtie, geloof 8
1.2.2 de wetenschappelijke revolutie 8
1.2.3 het onstaan van 2 culturen 8
1.2.4 toepassingen van wetenschappelijke methode op het menselijk functioneren 9
1.3 het ontstaan van de psychologie 9
1.3.1 ontwikkelingen binnen de filosofie 9
1. overtuigingen van Descartes 9
2. empirisme 9
1.3.2 psychologie als nieuwe wetenschap 10
structuralisme 10
tegenbeweging: gestaltpsychologie 10
behaviorisme 10
tegenbeweging = psychoanalyse 11
hermeneutische benadering 11
1.4 onderzoeksmethoden in de psychologie 12
1.4.1 het belang van een literatuurstudie 12
1.4.2 3 categorieën in onderzoek 12
beschrijvend onderzoek 12
correlationeel onderzoek 14
experimenteel onderzoek 14
1.4.3 is de wetenschap altijd juist? 15
1.4.4 ethiek 15
de hersenen 15
1.5 belang van biologische factoren op het menselijk gedrag 16
1.5.1 een goede werking van het centrale zenuwstelsel 16
1.5.2 erfelijkheid 16
1.5.3 invloeden vanuit de menselijke evolutie 16
1.6 de onmisbaarheid van cognities 17
1.6.1 redenen waarom behaviorisme niet is blijven bestaan 17
1.7 de mens maakt deel uit van een groep 17
1.8 biopsychosociale model 17
interacties 17
1.9 de plaats van de psychologie in de samenleving 18
1.9.1 psychologisering van de maatschappij 18
1.9.2 het beeld van de psycholoog 18
H3: gewaarwording 19
3.1 gewaarwording vs waarneming 19
3.1.1 hoeveel zintuigen zijn er? 19
3.2 het gezichtsvermogen 20

, 3.2.1 de fysica van het licht 20
3.2.2 het oog en de gezichtsbanen 21
3.2.3 helderheid en perceptie 23
3.2.4 kleurperceptie 24
3.3 het gehoor 25
3.3.1 fysica van het geluid 25
3.3.2 het oor 25
3.3.3 toonsterkte, toonhoogte en klankkleur 26
3.3.4 auditieve lokalisatie 26
3.3.5 gehoorverlies en behandeling 26
3.4 de reukzin 26
3.4.1 geuren detecteren en identificeren 27
3.4.2 feromonen 28
3.5 de smaakzin 28
3.5.1 smaakzin 28
3.5.2 basissmaken en receptoren 28
3.5.3 umami en vet 29
3.5.4 belang van geur 29
3.6 de zintuigen van de huid 30
3.6.1 druk en temperatuur 30
3.6.2 pijn 31
3.7 interoceptie 32
3.8 kinesthesie en evenwichtsgevoel 32
3.0 psychofysica 32
3.9 interacties tussen zintuigen 33
H4: de waarneming 34
4.1 van zintuiglijke gewaarwording naar waarneming 34
4.1.1 gewaarwording → waarneming 34
4.1.2 illusies 35
4.2 van de retina naar de hersenen: bottom-up processen 36
4.3 de perceptie verbeteren door informatieopname te sturen: top-down processen 38
4.3.1 evidentie van top-down processen 38
4.5 waarneming diepte en beweging 40
4.5.1 waarneming diepte 40
4.5.2 waarneming beweging 41
4.6 waarneming en actie 42
4.6.1 waarneming en actie 42
4.6.2 spiegelneuronen 42
4.6.3 impliciete activering van responsen 42
4.6.4 grijpbeweging 43
4.7 hoe belangrijk is leren bij de waarneming? 43
4.7.1 blinden 43
4.7.2 visuele vervorming 44
4.7.3 pasgeborenen 44

, 4.7.4 perceptueel leren volwassenen 45
6. conditionering en leren 46
6.1 klassieke conditionering 46
6.1.1 Pavlov 46
6.1.2 kenmerken klassieke conditionering 47
6.1.3 problemen behavioristische interpretatie 48
6.1.4 cognitieve interpretatie 49
6.1.5 klassieke conditionering bij mensen 49
6.2 operante conditionering 50
6.2.1 operante vs klassieke 50
6.2.2 Thorndike en Skinner 50
6.2.3 bekrachtiging 51
6.2.4 straf 52
6.2.5 effectiviteit straf 53
6.2.6 vermijdingsleren 54
6.2.7 verwerving en extinctie 54
6.2.8 belang van de context 55
6.2.9 wat wordt geleerd bij operante conditionering 56
6.2.0 latent leren 57
6.3 observerend leren 58
6.3.1 angst 58
6.3.2 agressie 58
6.3.3 culturele verschillen 59
6.3.4 conditionering zonder bewustzijn 59
6.3.5 neuronaal leren 59
7. onthouden en vergeten 60
7.1 achtergrond 60
7.1.1 de reminiscientiebult 60
7.1.2 de bevindingen van Ebbinghaus 60
7.1.3 vergeetcurve 60
7.1.4 het geheugen 61
7.2 het geheugenmodel van atkinson en shiffrin 62
7.2.1 Atkinson en Shiffrin 62
7.3 verdere ontwikkelingen in de geheugentheorieën ??? 64
7.3.1 verdere ontwikkelingen 64
7.3.2 grootte WG 66
7.4 informatie verwerven 67
7.4.1 informatie verwerven 67
7.4.2 hercoderen 67
7.4.3 verwerkingsniveaus 68
7.4.4 geheugensteuntjes 68
7.4.5 opslag vs ophalen: jeugdherinneringen 68
7.5 informatie opslaan en bewaren 68
7.5.1 organisatie LTG 69

, 7.6 informatie oproepen 71
7.6.1 oproepaanwijzingen 71
7.6.2 interferentie bij het oproepen 72
7.6.3 krachten van toetsen en examens 73
7.7 herinnering en reconstructie 73
7.7.1 reconstructie 73
7.7.2 organisatieschema’s 73
7.3.3 ooggetuigenverklaringen 73
7.3.4 verdrongen herinneringen 74
7.8 amnesie en het impliciet geheugen 75
8. taal 75
8.1 spreken 76
8.1.1 van brabbelen naar zinnen 76
8.1.2 van preverbale boodschap naar spraakklanken 78
8.1.3 kenmerken van normale spraak 79
8.1.4 afasie 80
8.2 luisteren en lezen 81
8.2.1 luisteren 81
8.2.2 lezen 81
8.2.3 dyslexie 82
8.3 andere taalvormen 83
8.3.1 gebaren en taal 83
8.3.2 meertaligheid 83
8.3.3 kunnen dieren taal leren gebruiken? 84
9. denken 84
9.1 problemen oplossen 85
9.1.1 problemen oplossen 85
9.1.2 algoritmen 85
9.1.3 heuristieken 86
9.1.4 analogieën 87
9.1.5 instelling 87
9.1.6 inzicht 88
9.1.7 mentale modellen 88
9.2 redeneren 89
9.2.1 redeneren 89
9.2.2 deductief redeneren 89
9.2.3 inductief redeneren 90
9.3 beslissingen nemen 91
9.3.1 beslissingen nemen 91
9.3.2 beïnvloeden signaal-perceptie 93
9.3.3 beïnvloeden antwoord-criterium 94
9.3.4 emotionele vertekeningen 94
9.4 in hoeverre wordt denken beïnvloed door taal 95
9.4.1 invloed van taal 95

, 9.4.2 taal en kleurperceptie 95
9.4.3 linguïstische relativiteit 95
9.4.4 taal, tijd en ruimte 96
9.4.5 taal en sociale cognitie 96
10. motivatie en emotie 97
10.1 wat is emotie 97
10.1.1 wanneer gebeurt de beoordeling van situaties 98
10.1.2 lichamelijke component van emoties 99
10.1.3 gezichtsuitdrukkingen bij emoties 99
10.1.4 geslachtsverschillen emoties 101
10.1.5 neurale representatie emoties 102
10.1.6 bewuste, subjectieve ervaring 103
10.2 emotie en cognitie 104
10.2.1 invloed van emotie op cognitie 104
10.2.2 invloed van cognitie op emotie 104
10.2.3 voorspellen van emoties 105
10.3 wat is motivatie 106
10.3.1 motivatie en behoeften 106
10.3.2 motivatie en doelen 107
10.3.3 conflicterende motieven 108
10.4 honger 108
10.4.1 biologische signalen 109
10.4.2 honger: cognitieve en sociaal-culturele invloeden 109
10.5 seks 109
10.5.1 hormonen en seksueel gedrag 110
10.5.2 invloed hormonen op niet-seksueel gedrag 110
10.5.3 sociaal-culturele factoren 110
10.5.4 homoseksualiteit en biseksualiteit 111
10.6 prestatiemotivatie 112
10.6.1 de wet van Yerkes en Dodson 113
13. psychopathologie 114
13.1 wat zijn mentale stoornissen 114
13.1.1 mentale stoornissen 114
13.1.2 drie criteria 114
13.1.3 determinanten van mentale stoornissen 115
hoe komt een mentale stoornis tot stand? 115
13.1.4 mentale stoornissen classificeren: de DSM 117
13.2 stoornissen in de kinderleeftijd 118
13.2.1 autismespectrumstoornis 119
wat is de oorzaak? → hypothesen over oorzaak 120
13.3. aan een middel gebonden stoornissen 121
13.3.1 stoornis in alcoholgebruik 121
13.3.2 andere middelen 121
13.4 psychotische stoornissen 122

, 13.4.1 schizofrenie 122
wanen 122
hallucinaties 122
13.5 stemmingsstoornissen 124
13.5.1 majeure depressiestoornis 124
13.6 angststoornissen 126
13.6.1 specifieke fobieën 126
13.6.2 sociale angst 126
13.6.3 veralgemeende angststoornis 126
13.6.4 paniekstoornis 126
13.6.5 OCD 127
13.7 preoccupatie met somatische stoornissen 127
13.7.1 conversiestoornis 127
13.8 dissociatieve stoornissen 128
13.9 symptoomgroepen in plaats van stoornissen 128
13.9.1 DSM-typologie 128
13.9.2 HiTOP taxonomie 129
13.9.3 netwerken van symptomen 129
13.10 de prevalentie van mentale stoornissen 130
13.10.1 aanvangsleeftijd 130
14. therapieën 130
14.1 de behandeling van mentale stoornissen 131
14.1.1 ontstaan gespecialiseerde diensten 131
14.1.2 collocatie 131
14.1.3 types therapeuten 132
14.2 biologische therapieën 132
14.2.1 biologische therapieën 132
14.2.2 geneesmiddelentherapie 133
14.2.3 ECT 133
14.2.4 TMS 134
14.2.5 overige biologische benaderingen 134
14.3 psychologische therapieën 134
14.3.1 psychologische therapieën 134
14.3.2 ethische kwestie bij psychotherapie 135
14.3.3 zelfmoord voorspellen? 135
14.4 psychoanalytische therapieën 136
14.4.1 psychoanalytische therapieën 136
14.4.2 psychoanalytische technieken 136
14.4.3 psychoanalytische processen 136
14.4.4 psychoanalyse in de jaren 40 136
14.4.5 psychoanalyse na Freud 136
14.5 humanistische therapieën 137
14.5.1 humanistische therapieën 137
14.5.2 cliëntgerichte therapieën 137

, 14.5.3 focus gerichte therapieën 138
14.6 gedragstherapieën 138
14.6.1 gedragstherapieën 138
14.6.2 technieken gebaseerd op klassieke conditionering 139
14.7 cognitieve gedragstherapieën 139
14.7.1 cognitieve gedragstherapie 139
14.7.2 rationeel-emotieve therapie 139
14.7.2 cognitieve theorie van Beck 140
14.7.3 andere cognitieve technieken 140
14.7.4 protocollen 140
14.8 relatie- en gezinstherapie en groepstherapie 141
14.8.1 relatie en gezinstherapie 141
14.9 de doeltreffendheid van therapie 142
14.9.1 het placebo-effect 142
14.9.2 effectgrootte 142
14.9.3 effecten op korte termijn 143
14.9.4 niet-specifieke effecten 145
14.9.5 effecten op lange termijn 145
14.9.6 effecten psychotherapie 146

,H1: wat is psychologie

1.1 een definitie van psychologie
psychologie = een wetenschap waarbij het gedrag bestudeerd wordt en waarbij de gedrags
evidentie gebruikt wordt om de interne processen te begrijpen die aan dat gedrag ten
grondslag liggen

verschil tussen alfa = geesteswetenschappen en beta = exacte wetenschappen
→ observeerbaarheid: exacte wetenschappen is makkelijker te meten


1.2 ontwikkelingen die de psychologie moeilijk gemaakt hebben

1.2.1 rede, intuïtie, geloof
- sofa science = geen observatie, geen wetenschappelijke studie
wel axioma’s = wetmatigheden
- 21ste eeuw: neurowetenschappen


1.2.2 de wetenschappelijke revolutie

16e/17e eeuw: kennis gebaseerd op systematische observatie
→ wetenschappelijke revolutie
→ copernicaanse revolutie


1.2.3 het onstaan van 2 culturen
kerk geregeerde landen = minder exacte wetenschappen

- klassieke humanistische cultuur (alfa)
- <-> natuurwetenschappelijke cultuur (beta) = minder gevorderd

,1.2.4 toepassingen van wetenschappelijke methode op het menselijk
functioneren

= EERSTE psychologische experimenten
- observatie beweging hemellichamen -> persoonlijke fouten
- snelheid neurale transmissie
- Weber: psychofysica
- Young: trichromatische theorie kleurperceptie RGB (rood, groen, blauw)

Quetelet: °normaalverdeling van individuele verschillen
Plateau: kleurperceptie, psychofysica
Donders: °mentale chronometrie = subtractiemethode = fysiologische tijd van mentale
processen meten

hoe lang duren mentale processen? (test ka ki ko ku)
→ stimulusdiscriminatie = tijd die je nodig hebt om enkel te antwoorden op het gevraagde
→ responsselectie = de tijd die je nodig hebt om de juiste respons te kiezen
Darwin: wetenschappelijke observatiemethode

→ evolutietheorie toepasbaar op mensen



1.3 het ontstaan van de psychologie

1.3.1 ontwikkelingen binnen de filosofie

1. overtuigingen van Descartes
- platonische dualisme
geest <-> lichaam

- rationalisme
= mens heeft aangeboren kennis die we moeten ontdekken door na te denken

- mechanische visie
universum = machine
lichaam op wetenschappelijke wijze bestuderen, geest NIET

2. empirisme
= alles is aangeleerd aka de inhoud van de geest is NIET aangeboren
kennis komt voort uit zintuiglijke ervaringen
nature <-> nurture

John Lock: “tabula rasa”
associationisme = als 2 dingen tegelijk ervaren worden, dan hebben ze veel kans om
mentaal met elkaar geassocieerd te worden

, 1.3.2 psychologie als nieuwe wetenschap

eerste labo: Wundt
- fysiologische psychologie: Helmholtz

introspectie = het kijken naar het eigen bewustzijn van binnenuit
- Innere Wahrnehmung = sofa science
- experimentelle selbstbeobachtung = proef herhaaldelijk afleggen en reageren met
eenvoudige en kwantificeerbare antwoorden

volgens Wundt was de experimentelle selbstbeobachtung de enige toelaatbare vorm van
introspectie

structuralisme
= een stroming in de psychologie die op basis van introspectie de structuur van het
bewustzijn probeerde te ontdekken

Titchener: lanceerde de term structuralisme; alles is op te delen in bepaalde deeltjes:
samennemen = bewuste ervaring
⇒ elke bewuste ervaring = associatie van sensaties, gevoelens en beelden



tegenbeweging: gestaltpsychologie
bewuste ervaringingen en ervaringen = gestalten = gehele patronen (geen reeks
onafhankelijke sensaties)

maar onze hersenen maken fouten bij het waarnemen, onze theoretische impact is beperkt,
ze kunnen maar 1 interpretatie tegelijk maken
- bottom up: perceptie gebaseerd op externe stimuli, je gaat van een basaal concept
naar een hoger concept
- top down: het concept vorm de interpretatie van de waarneming, waarneming is niet
altijd wat in de wereld gezien wordt
visuele illusies: waarnemingen bestaan NIET uit afzonderlijke elementen
→ het hogere concept vormt de basale stimuli om in perceptie, je maakt gebruik van de
kennis die je al hebt

opkomst VS als grootmacht in de 20ste eeuw
- functionalisme: toegepaste psychologie
- James: mentale processen = “stream of consciousness"

behaviorisme
enkel wat we kunnen meten = onderzoek
GEEN introspectie want te subjectief
methode = logisch positivisme

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur vlietinckeva. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

67096 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,49
  • (0)
  Ajouter