LEER- EN
MOTIVATIEPSYCHOLOGIE
MOTIVATIETHEORIEËN
Doelstellingen:
Motivatietheorieën: In staat zijn …
de inzichten van en termen uit verschillende motivatietheorieën te kennen en in eigen woorden te
omschrijven.
verschillende motivatietheorieën met elkaar te vergelijken
begrippen en principes uit motivatietheorieën te herkennen in de dagdagelijkse en onderwijskundige
realiteit.
DEEL 1: SITUERING EN BEGRIPSBESCHRIJVING VAN LEERBEREIDHEID
Nadenken over interventies die leerbereidheid van leerlingen ten goede komen vanuit goed onderbouwd
kader (kader dient aan te geven wat we precies verstaan onder leerbereidheid)
1. LEERBEREIDHEID IN EEN NOTENDOP
Leerbereidheid = bereidheid om te leren
Leerbereidheid bekijken vanuit 3 invalshoeken:
Leermotivatie van leerlingen
o Onderscheid maken tussen intrinsieke en extrinsieke drijfveren voor leergedrag
o Gebruik maken van zelfdeterminatietheorie verfijnen nar autonome en gecontroleerde
vormen van motivatie
o Doelen die leerlingen bij het leren vooropstellen (doeloriëntaties = mentale voorspellingen die
leerlingen hebben over zaken die ze wensen te bereiken)
Interesse van leerlingen voor specifieke leergebieden en leertaken
o Verdiepen in inhoud van leertaken en wisselwerking van leerlingkenmerken met inhoud van
leertaken
Verwachtingen van leerlingen over hun eigen kunnen en het hieruit resulterende zelfbeeld
o = Doelmatigheidsbeleving
Doelmatigheidsbeleving leerbereidheid vanuit invalshoek van leerling die
handelt o.b.v. inschatting in eigen leervaardigheden
Leerbereidheid
Het ‘waarom’ van het leergedrag van leerlingen (niet ‘hoe’)
Focus op veranderlijke kenmerken + door onderwijs in beweging kunnen worden gebracht
4 modellen van motivatie
1
,2. ONDERDELEN VAN LEERBEREIDHEID VERDER VERDIEPT
2.1 De leermotivatie van leerlingen
Leerbereidheid wordt geassocieerd met motivatie
Motivatie
Zorgt ervoor dat iemand wordt aangezet tot actie
Geen karaktereigenschap of persoonlijk kenmerk dat iemand wel of niet heeft
o Uitspraken over gemotiveerd zijn richten op concrete acties i.p.v. op leerlinggedrag in
algemeen
Bv.: Ruben is niet gemotiveerd om die taak op te lossen. beter als bv.: Riet is
niet gemotiveerd
Kwantiteit (= in welke mate gemotiveerd bv.: ster/zwak) en kwaliteit (= welke soort motivatie) is
belangrijk om te stellen
2.1.1 Wat is motivatie? Het onderscheid tussen intrinsieke en extrinsieke motivatie als vertrekpunt
Intrinsieke leermotivatie
o Gemotiveerd vanuit eigen belangstelling van leerling, interne prikkel
o Motivatie om taak aan te vatten omwille van taak zelf
o Leerlingen willen hun eigen interesses waarmaken en ervaren leren als activiteit
met een grote autonomie
o Intrinsieke leermotivatie leidt eronder als leerlingen gevoel hebben dat al hun
leeractiviteiten hun zonder meer opgelegd worden
Extrinsieke leermotivatie
o Leren omdat er door iets buiten de taak zelf wordt toe aangezet
Bv.: goed resultaat op toets, verplichting van ouders ervaren, behalen
van diploma, beloning krijgen die losstaat van leren zelf
o Leren is dus een middel om iets gewenst te bekomen of ongewenst te vermijden
o Motivatie om een taak aan te vatten omdat daardoor een bepaald doel bereikt
kan worden
o Doel kan zowel uit materiële of sociale beloningen zijn
Bv.: genegenheid, aanzien of status, compliment of trots, verhoogd
zelfwaardegevoel
Intrinsieke en extrinsieke motivatie sluiten elkaar niet uit, kunnen ook samen gaan
o Combinatie van beide
2
, Bv.: een leerling kan een leeractiviteit leuk vinden en een goede
beoordeling nastreven
o Beide dynamische leerlingkenmerken
Zij kenmerken het gedrag van leerlingen op een bepaald moment, in
een bepaalde context en met betrekking tot een welbepaalde
leeractiviteit
o Wederzijdse beïnvloeding
Bv.: wanneer een leerling die initieel intrinsieke gemotiveerd was door
herhaalde extrinsieke beloning minder intrinsieke gemotiveerd blijkt
Bv.: wanneer een leerling na het wegvallen van een extrinsieke beloning
in het geheeld niet meer gemotiveerd blijkt
Verwachting dat volstaat om goed leerresultaat te bekomen kan ertoe
leiden dat leerling zich minder verdiept in het leerproces beloningen
te sterk richten op eindresultaat kan nadelige gevolgen hebben voor
leerproces
2.1.2 De zelfdeterminatietheorie: reden om te leren als invalshoek
Zelfdeterminatietheorie:
Zowel kwantiteit (sterkte) als kwaliteit (aard) van motivatie van belang
Onderscheid tussen intrinsieke en extrinsieke motivatie verbreden en verdiepen
Stelling dat meer motivatie tot meer leerbereidheid en betere prestaties leidt is GEEN
vaststaand gegeven meer
Aantal aangeboren psychologische basisbehoeften liggen aan grondslag menselijk gedrag
o Aantal veronderstellingen waarop theorie geënt is
o Wanneer we in later fase acties willen opzetten om leerbereidheid van leerlingen
te ondersteunen, kunnen we uit psychologische basisbehoeften een aantal
richtinggevende praktijkprincipes afleiden
Positief mensbeeld
o Mensen evolueren naar een meer geïntegreerd functioneren, zowel op
individueel als sociaal niveau
o Enkel als mensen in een gestimuleerde omgeving zitten
Belangrijke namen: Deci Ryan en Vansteenkiste
Andere theorieën binnen A&G stellen een ander mensbeeld voor:
Regulatory Focus Theory (Higgins)
o Stelt dat werknemers erop uit zijn om onplezierige situaties te vermijden en
plezierige situaties te maximaliseren
Theory X (McGregor) en Agency Theory (Shapiro)
o Werknemers zijn lui en dienen sterk geredigeerd en gevcontroleerd te worden
Dit zijn eerder kwantitatieve benaderingen
a. Het ABC van de motivatie: autonomie, verbondenheid en competentie
In ZDT uitgegaan van 3 psychologische basisbehoeften: autonomie, verbondenheid en
competentie samen ABC van motivatie
Ze zijn aangeboren
Ze zijn universeel (niet enkel gebruiken bij motivatie)
o Van toepassing op denken en handelen van mensen in beroepssfeer (bv.:
waarom ben ik als leerkracht al dan niet geneigd een vernieuwing te
ondersteunen) als in privésfeer (bv.: waarom voel ik me vandaag goed in
mijn vel, waarom vind ik mijn hobby zo leuk)
3
, Worden in verband gebracht met positieve effecten zoals groei, plezier, welzijn, etc.
Sluit sterk aan bij de intrinsieke motivatie van de zelfdeterminatietheorie
o Deci: “Intrinsieke motivatie is de menselijke behoefte om competent en
zelfbepalend te handelen in relatie met de omgeving.”
Autonomie (A):
Behoefte om vrijheid te ervaren bij het kiezen van en beslissen over het eigen
handelen
Gekenmerkt door afwezigheid van het ervaren van druk en van het gevoel om dat
men moet gehoorzamen
Mogelijkheid om eigen gedrag te bepalen (zelfdeterminerend te werk te gaan)
Bv.: leerlingen krijgen vrijheid bij de keuze van eigen leeractiviteiten en bij afstemming
van leeractiviteiten op eigen behoeften
Autonomie ≠ dat men los wil staan van anderen (cf. verbondenheid)
Verbondenheid (B):
Behoefte om ergens bij te horen, om positieve relaties met anderen te onderhouden,
om zich als individu gerespecteerd te weten
Behoefte om zichzelf geliefd, verzorgd, gesteund te voelen
Bv.: leerlingen die interactie met leerkracht en klasgenoten ervaart en het ervaren van
samenhorigheid + ook om behoefte zorg te ervaren van en zorg bieden aan anderen
Binnen A&G is het belangrijk dat werknemers zich echt verboden voelen met elkaar
Competentie (C):
Behoefte om zich bekwaam te voelen in het eigen (sociale) handelen
Bv.: leerlingen ervaren zich succesvol in aangaan van uitdagingen binnen
leercontexten
b. Verschillende types motivatie binnen de zelfdeterminatietheorie
5 types die combinaties zijn van verschillende antwoorden op 3 vragen:
1. Is de hoeveelheid leermotivatie bij de leerling laag dan wel hoog?
a. Vraag naar kwantiteit van motivatie
b. 1 van types motivatie = gebrek aan motivatie (= amotivatie)
c. Bij andere 4 types wel bepaalde mate van motivatie
2. Is er sprake van intrinsieke of extrinsieke motivatie?
a. Vraag of reden om leren al dan niet buiten leertaak is gesitueerd
b. Leertaak kan doel op zich zijn (intrinsiek) als middel om ander doel te
bereiken (extrinsiek)
3. In welke mate is de reden om te leren door de leerling geïnternaliseerd?
a. Intrinsieke motivatie
i. Verinnerlijking
b. Extrinsieke motivatie
i. Extern gereguleerde motivatie
ii. Geïntrojecteerde regulatie
c. Geïdentificeerde regulatie
Redenen om te leren, niet, gedeeltelijk of volledig eigen maakt
Leergedrag van leerlingen zich doorgaans door meerdere types van motivatie laat
kenmerken dominante motivatietype
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur janellevh. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,48. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.