FIXATIE POWERPOINT
LEERDOELEN
De student kan definiëren wanneer men van fixatie spreekt en kan enkele voorbeelden
van fixatiemiddelen opsommen.
De student kan de beweegredenen om over te gaan tot fixatie benoemen.
De student kan persoonsgebonden en niet-persoonsgebonden redenen voor fixatie en de
gevolgen hiervan opsommen.
De student kan verwoorden dat hij kennis heeft over de beleving van fixatie bij de
patiënt, de familie en de hulpverleners.
De student kan de noodzaak van interdisciplinaire samenwerking verwoorden.
De student kan de basisprincipes van fixatiearme zorgverlening benoem en uitleggen.
De student kan veilig en verantwoord fixeren.
De student kan de specifieke aandachtspunten bij de materialen opsommen.
FIXATIE
2 soorten fixatie:
- Chemische fixatie= worden farmaca toegediend en wordt de bewegingsvrijheid
van een patiënt door sedatie beperkt. De meest gebruikte farmaca zijn
benzodiazepines en antipsychotica.
- Fysieke fixatie = wordt omschreven als elke handelingsmethode –menselijk of
mechanisch toegepast-, materiaal of uitrusting aan of in de buurt van het lichaam
van de persoon, zodat deze die middelen niet eenvoudig kan verwijderen en zijn
bewegingsvrijheid of normale toegang tot zijn lichaam beperkt.
Voorbeelden:
- bed tegen de muur plaatsen
- kamerdeur op slot doen
- persoon afzonderen in een aparte ruimte
- remmen op de rolstoel
- voorzettafel
risicofactoren
Een combinatie van factoren kan leiden tot fysieke fixatie. Een grondige bevraging door
jou als zorgverlener is noodzakelijk.
Persoonsgebonden factoren:
Beperkte mobiliteit, verhoogd valrisico, verminderd cognitief functioneren, hoge
lichamelijke afhankelijkheid en gedragsproblemen, incontinentie, polyfarmacie
1
, Contextgebonden factoren: De vraag van familie naar fixatie, afwezigheid
mantelzorger, gebrek aan toezicht, kenmerken van de woning, laag welbevinden of
overbelasting van de mantelzorger
Zorgverleners en hun organisatie: Beperkte aanwezigheid van continue professionele
hulp, attitude en kennis van de zorgverlener (vb: misvatting omtrent fysieke fixatie, zich
onvoldoende bewust zijn van het probleem, routinegedrag…), eigenschappen/cultuur van
de organisatie (vb: geen duidelijk beleid, geen multidisciplinaire betrokkenheid, geen
patiëntgerichte zorgcultuur), inschatting van de risicofactoren door verpleegkundigen.
Fixatie en vrijheidsbeperkende maatregelen
Fysieke fixatie is elke handeling en elk gebruik van materiaal die de bewegingsvrijheid
van een patiënt beperken. Alleen als de veiligheid in gedrang komt en de behandeling op
geen enkele andere manier kan gegarandeerd worden, is het een aanvaardbare 'minst
slechte' oplossing.
Gevolgen
- Voor de patiënt
o Fysieke gevolgen: kneuzing, decubitus, ademhalingsproblemen,
vermindering van spierkracht, risico op overlijden…
o Psychosociale gevolgen: vernedering, verlies zelfrespect, angst, risico op
sociale isolatie, agressie
- Voor de mantelzorger
o Negatieve gevoelens zoals ontkenning, kwaadheid en ontluistering,
emotionele spanning, voelen zich vaak oncomfortabel, schuldig en
hopeloos
- Voor de zorgverlener
o Negatieve gevoelens zoals schuldgevoel, frustratie, ongemak, morele
conflicten
Ethisch en juridisch kader
Ethisch: Het al dan niet toepassen van fysieke fixatie is een moeilijke ethische beslissing
waarbij waarden, normen en de redenen voor gebruik van fixatie worden afgewogen.
De waardigheid respecteren
- Behandel iedere patiënt als een persoon. Vrijheid is een belangrijk kenmerk van
het persoon-zijn. De menselijke waardigheid blijft altijd centraal ongeacht een
ziekte, handicap of de nakende dood.
De autonomie respecteren
- Informeer de wilsbekwame persoon en de familie maximaal over de
keuzemogelijkheden. Betrek de persoon zo veel mogelijk in het
besluitvormingsproces.
Het integrale welzijn bevorderen
- Besteed aandacht aan zowel de lichamelijke als de psychosociale integriteit.
De zelfredzaamheid bevorderen
2