Bestuurskunde
Handboek en slides zijn de kern, maar slides zijn een handleiding voor het boek, toont wat er
belangrijk is!
H3 en 5 zijn heel belangrijk, H 6-8 zijn eerder encyclopedisch
H1: Inleiding
1.1 De sferen in de samenleving
Schema moet je goed begrijpen!!!
Gemeenschap: behoren tot een gemeenschap
Markt: nemen deel aan de markt
- Soms kan je de markt verlaten (vb. stoppen met vlees eten), maar niet altijd
- Vb. commerciële kinderopvangsystemen
- Vb. UGent (rijksuniversiteit)
- Vb. farmaceutische markt maakt veel geld (zie Pia) moet dit niet gereguleerd worden door
de overheid?
Staat: iedereen behoort tot een staat
- Democratie: dwang >< voice
o Dwang is een exclusief kenmerk van de staat: de enige die onze vrijheid kan inperken
o Daartegenover hebben wij een stem dmv betogingen, verkiezingen, … om de macht
van de staat in te perken
- Vb. kinderopvang georganiseerd door de stad
Civil society: burgers die zich organiseren om invloed uit te oefenen op de andere sferen
- Door burgers zelf opgericht (privaat) om in feite publieke taken vervullen
- Maatschappelijke middenveld
- Activisten
- Vb. kinderopvang vzw’s gesubsidieerd door de overheid
- Vb. KULeuven (opgericht uit een nood aan een katholieke instellingen), maar wel erkent door
de staat dus diploma is hetzelfde waard
- Vb. ziekenfondsen, vakbonden, … overheid stelt de werking in vraag
- Vb. Broeders van Liefde, gesubsidieerd door de overheid en kan daarom blijven staan
ondanks druk van Rome
Continu in verandering: dynamiek tussen de sferen kan veranderen omdat er een
voortdurende wisselwerking is
o Vb. Trump publieke weersvoorspellingen: van staat (publiek) naar markt (privaat)
o Vb. exportmarkt beïnvloedt het gemeenschapsleven (en dat beïnvloedt dan weer de
markt voor kinderopvang bvb)
o Vb. vrouwen worden verenigd om zich te organiseren, in de hoop ze ook sterker te
maken in hun gemeenschap (sterker staan tov hun misbruikende man)
o Vb. verkleining van het maatschappelijk middenveld door bvb tekort aan opvolging
en vergroting van de markt
Relaties tussen sferen
- Burger – staat: burgerrollen (H11)
- Burger – markt: consument, werknemer, activist, ondernemer, ...
1
, - Burger – civil society: stem geven, mensen versterken, belangen verdedigen, ... (H12)
- Civil society – markt: ‘naming and shaming’, duurzaamheid, commercialisering, ...
- Staat – markt: omgevingsklimaat, regels en regulering, samenwerking, privatisering,
liberalisering, globalisering, belastingen, sociale zekerheid, ... (H9)
- Staat – civil society: uitbesteding, dienstverlener, kritische stem, belangenbehartiger,
netwerken, ... (H12)
‘Governance’ en niet alleen ‘government’: niet alleen de staat, maar vooral de relaties tussen de
sferen zijn bepalend
- Het sturen van de samenleving is altijd het geheel van “het schema”
- De ‘civil society’ speelt een heel belangrijke rol (geeft kritiek en werkt samen met de markt,
de staat en de overheid, ...)
H2: De bestuurskunde als discipline
2.1 Wat is de publieke sector: definitie en termen
Publieke sector: openbaar bestuur en maatschappelijke organisaties met een publiek doel
- Openbaar bestuur: overheid en semi-overheid (vb. Frontex, VDAB, NMBS)
o Overheid: politici met hun ambtenaren
Hiërarchisch verband (de klassieke overheid)
Toegepast op een stadsbestuur: college, schepen, burgemeester
o Semi-overheid: verzelfstandigde overheidsdiensten met een eigen
rechtspersoonlijkheid
Op afstand van politici en van de klassieke administratie met een eigen
responsabilisering op elk bestuursniveau
Agentschappen, diensten, …
Grootste deel van de ambtenaren zit hierin
Wel opgericht door de overheid, maar wordt op afstand geplaatst om
autonomie te creëren (vb. UGent (en niet KULeuven))
Vb. VRT, Haven van Gent
- Maatschappelijke organisaties: particuliere organisaties met een publieke taak
o Organisaties opgericht door private personen
Vakorganisaties, mutualiteiten, culturele organisaties, welzijnsorganisaties,
onderwijs, gezondheidszorg, sociale huisvesting, ...
o Politiek - ideologische discussies en strijd
Geleidelijk verweven met overheid vanwege invloedrijkheid
Vaak vanuit verzuilde en corporatistische tradities
Erkend, gesubsidieerd, inspectie (zie eindtermen in het onderwijs)
o Politieke verantwoordelijkheid: slechts indirect
o Vertrouwen in deze sectoren ligt erg
hoog, hoge internationale scores
(gezondheidszorg, onderwijs)
Bestuurskunde = sociale wetenschap
o Plaatst de bestuurskunde in het
decor van maatschappelijke
veranderingen en politieke keuzes
2
, Hoe evolueert onze samenleving en hoe werkt dat door op de overheid (en
omgekeerd)?
o Geeft aan dat het veld dynamisch en constant in evolutie is
Tijd- en ruimtegebonden
2.2 Wat is bestuurskunde: definitie en ontleding
Volledige definitie (locus en focus): bestuurskunde bestudeert
- Het openbaar bestuur (publieke sector) als het geheel van organisaties en activiteiten
(beleid en management) die gericht zijn op de besturing van de maatschappij
- Binnen de maatschappelijke, politieke en juridische omgeving (tijd en ruimte)
- Met het oog op kennisintegratie (vier niveaus)
- Gericht op verbetering van de kwaliteit (rechtmatig; doelmatig; democratisch; integer) van
het openbaar bestuur (publieke sector)
Onze definitie
- Studieobject (locus):
o Het openbaar bestuur (publieke sector) is het geheel van organisaties en activiteiten
die gericht zijn op de besturing van de maatschappij
Organisaties (overheidsniveaus, bestuursvormen, samenspel tussen
organisaties)
Activiteiten: lopen in elkaar over en hebben elkaar nodig
Beleid (extern, op samenleving gericht)
Management (intern, op beheer en op organisatie gericht)
- Beleidswetenschap en publiek management: slechts zijdelings in deze cursus
Evolutie in de definitie
- Van smal naar breed
- Van intern naar extern
- Van focus op administratie, ambtenaren en politici, tot brede visie op sturing in de
samenleving, brede samenspel van krachten dat vormgeeft aan sturing (inclusief private
organisaties) governance-arrangementen
Systeembenadering van Easton
- Open systeem: verbonden met de omgevingskenmerken die voortdurend inwerken op
organisatie en activiteiten in/van de publieke sector
o Politiek-institutionele aspecten
o Rechtsstaat: de juridische omgeving
o Brede maatschappelijke omgeving (sociaal,
economisch, klimaat, demografisch, geografisch, ...)
- Input – throughput – output – feedback
- Black box van Easton = organisatie en processen in en van het
openbaar bestuur (publieke sector)
- Toepassingen
o Asielkwestie
Politiek-institutioneel: bevoegdheid van
Europa versus lidstaten, bevoegdheid van lokale besturen (O.C.M.W. ’s)
Juridisch
Verdrag m.b.t. statuut van Vluchtelingen (1951, Geneve)
Schengenverdragen (1997, controle buitengrenzen)
3
, Dublin verordening (verantwoordelijkheid voor behandeling van
asielaanvragen)
Maatschappelijk: stijgende vraag, verminderde steun, illegaliteit, ...
o UGent
Politieke-institutioneel: staatshervorming, Vlaamse bevoegdheid, politieke
partijen in het beheer, ...
Juridische: decreet voor UGent, ...
Maatschappelijke omgevingsfactoren
Kunnen toepassen op voorbeelden!!!
Bestuurskunde en politicologie
- Organisatie en werking van publieke sector is voorwerp en resultaat van politieke keuzes en
dus van macht en ideologie (H3, 4 en 5)
o Politici bekleden in of t.a.v. publieke sector cruciale sleutelposities en spelen
cruciale rollen (‘primaat van de politiek’)
- Vooral in de studie van beleid raken beide wetenschappen elkaar
- Bestuurskunde bestudeert organisatie en activiteiten van het openbaar bestuur als een
autonome factor
- Bestuurskunde bestudeert politici en ambtenaren in interactie (H 10)
Kennisintegratie van 4 soorten bestuurskundige kennis
- Beschrijven
- Verklaren
- Beoordelen (kwaliteitsmaatstaven)
- Aanbevelen tot verbetering (bestuursKUNDE)
Toepassingen
o Waarom is de ene gemeente succesvoller in de toepassing van e-gov dan een andere
gemeente?
Beschrijven: hoe ver staan gemeenten met toepassingen? Zijn er verschillen?
Verklaren: door welke factoren kan dat verschil worden verklaard? (schaal,
capaciteit, cultuur, kwaliteit van managers,...)
Beoordelen: hoe ver zouden verschillende gemeenten moeten staan, wat is
een goed gov beleid?)
Aanbevelen: hoe kunnen gemeenten verbeteren?
o Wat is het effect van meer autonomie op prestaties van ambtenaren?
Beschrijven: hoe autonoom zijn ambtenaren nu, hoe evolueert die
autonomie, welke prestaties leveren ze?
Verklaren: door welke factoren is het te verklaren dat meer autonome
ambtenaren beter presteren?
Beoordelen: hoe ver zouden besturen moeten gaan in het geven van
autonomie?
Aanbevelen: wat kunnen we publieke organisaties aanbevelen, hoe kunnen
ze ambtenaren autonomer maken?
Good Governance (VN)
o Democratisch en responsief
o Rechtmatig
o Doeltreffend en efficiënt
o Integer
Kwaliteit van de het bestuur kan vanuit 3 niveaus bekeken worden
4
, - Macroniveau institutioneel: het openbaar bestuur op adequate wijze georganiseerd en
staat die ook effectief in voor het vervullen van de functies die daaraan worden
toevertrouwd?
- Mesoniveau beleidsprocessen: wordt het algemeen belang gediend?
- Microniveau bedrijfsvoering: op welke manier kan dit beleid goed uitgevoerd worden?
Toepassing: asielproblematiek
o Macro: is de institutionele vormgeving van het asielbeleid zodanig dat een krachtig
en legitiem beleid kan gevoerd worden?
o Meso: doet de overheid de goede dingen of maw is er sprake van een democratisch
en rationele besluitvorming?
o Micro: doet de overheid de dingen goed of maw wordt het asielbeleid gerealiseerd
volgens de principes van een goede bedrijfsvoering?
Multidisciplinariteit: kennisintegratie vanuit recht, geschiedenis; politicologie, economie, sociologie
en psychologie
H3: Publiek en privaat
3.1 Publieke en private sfeer
Geen neutrale discussie
- De fysieke, ruimtelijke betekenis: waar er een collectieve verantwoordelijkheid is om het
domein te onderhouden
o Vb. dit auditorium versus de Korenmarkt
- De psychologische betekenis: ieder een eigen belevingswereld
- Schakering van mengvormen tussen publiek en privaat
o Publieke domeinen met private eigenschappen
o Vb. Facebook, het zwembad, google earth beelden van je tuin
- Impact op elkaar: wat in een privaat domein gebeurt kan publieke gevolgen hebben
o Obesitas: is eten en gezondheidszorg publiek?
- Verschuiven naar plaats en tijd
- Informatisering doet onderscheid vervagen
o Garantie van nationale veiligheid ten koste van privacy
3.2 Publieke en private goederen
Dominante liberale model: marktsturing is de regel, overheidsoptreden de uitzondering
- Overheidsoptreden is nodig omdat de markt faalt
o Marktwerking is voor bepaalde goederen niet mogelijk
Zoals goederen waarvan niemand kan worden uitgesloten
o Marktwerking houdt geen rekening met externaliteiten van bepaalde goederen
- Externaliteiten
o Marktwerking verloopt vaak imperfect omdat mensen, organisaties en bedrijven in
hun beslissingen alleen kijken naar kosten en baten voor zichzelf maar niet voor de
ruimere samenleving overheidsoptreden nodig
o Tegengaan van negatieve externaliteiten
Impact van bedrijven op het milieu
Schadelijke gevolgen van roken
5
, Auto’s en luchtvervuiling (zie citaat Curieuzeneuzen)
o Stimuleren van positieve externaliteiten
Onderwijs heeft sociale en economische externe effecten
Soorten goederen
- Particuliere goederen
- Tolgoederen
- Gemeenschappelijke gebruiksgoederen
- Publieke goederen
Toepassing: onderwijs als ‘publiek goed’?
- Onderwijs is een ‘quasi-public good’: het is geen publiek goed in de strikte economische
betekenis volgens het schema van Ostrom wel een tolgoed
- Onderwijs heeft grote positieve gevolgen voor individu en samenleving
o Rechtvaardigen dat individu ook een deel van de kosten draagt
o Hier begint de discussie over soorten onderwijs (lager tot hoger onderwijs,
bijscholing, postmasters, ...) en dat is een politiek debat
Markt of overheid?
- Het klassieke liberale onderscheid schiet nu zeker tekort
- Er is meer dan markt of overheid: burgers kunnen ook wat
o Ostrom: het beheer van The Commons (zie website Nobelprijs)
o Zie Commons rapport over Gent (Bauwens ‘Commons Transitie Rapport’)
- De markt is geen natuurtoestand, dus staat was nodig om markten te maken
o Ook nu nog: zonder staat is er geen goed functionerende markt
Publiek en privaat versterken elkaar dus = vliegwieleffect (virtuous circle)
- Belangrijk om niet in stereotypen te vervallen
- Nu: markt tussen theorie en praktijk (zie bvb bankencrisis: dat heeft nauwelijks nog iets met
marktprincipes te maken)
Het gevaarlijke begrip ‘winst’
- Lijkt eenduidig en eenvoudig
- Multi-interpreteerbare begrip ‘winst’ in de profitsector
o Wat meer ‘opbrengt’ is ook in een bedrijf niet zo causaal aan te duiden
Vb. investering in vorming of in een personeelsdienst
o De problematiek van externe kosten
Vb. Bedrijven kunnen in principe beslissen om geen allochtonen aan te
nemen maar de samenleving draagt de kost hiervan
o Investeren of verdelen?
3.3 Publieke en private organisaties
Zie discussie op Europees niveau: wat telt mee voor de Belgische begroting?
Inrichtingsprincipes voor publieke en private organisaties
- Tweedeling markt - overheid als dimensie
o Meerdimensionale modellen
6
, Perry en Rainey: indeling naar eigenaar, financiering en aansturing
Bozeman: politieke controle of aansturing is de essentie van het verschil
Van Montfort: meer verfijnde dimensies nodig (zie schema)
- Rechtsvorm als dimensie
o Schijnbaar een duidelijk onderscheid
Publiekrechtelijke rechtsvorm (organisatie, inrichting en werking ligt vast in
wetgeving)
Privaatrechtelijke rechtsvorm (gebruikt door particulieren: VZW, BVBA, NV,
coöperatieve, ...)
o Maar eigenlijk een belangrijke grijze zones waar rechtsvormen zich vermengen
Vele soorten combinaties
VRT is een NV van publiek recht
Veel VZW’s vervullen publieke taken (vb. ziekenhuizen)
Hybride organisaties: niet publieke vs. private sector, maar steeds meer ertussen
o Social profit: non-profit met publiek doel
o Verzelfstandigde overheidsbedrijven: private inbreng (vb. Proximus)
o Private bedrijven met overheidsparticipatie
o Vormen van publiek-private samenwerking met een eigen rechtspersoonlijkheid
o Publieke organisatie met een privaatrechtelijk statuut (vb. VRT is een Naamloze
Vennootschap of NV ‘van publiek recht’)
Gevolgen van de publiek rol
- Gevolgen voor de relatie tussen omgeving en organisaties
o Publieke diensten zijn dwingend, monopolistisch en onvermijdbaar
Overheid kiest zijn klanten niet
Klanten kunnen niet kiezen (ook onwillige klanten)
o Speciale positie van overheid leidt tot uitgebreide formele en wettelijke
beperkingen/bepalingen en toezicht
Nood aan transparantie, eerlijkheid, rechtvaardigheid, ...
Het administratief recht als uitzonderingsrecht (intern en extern): alles wat je
doet in de publieke sector wordt uitvergroot
o Intensieve politieke invloed: publieke managers werken in een politieke context
(partijen, belangengroepen, media)
- Impact op de structuren en processen binnen de publieke organisaties
o Publieke organisaties hebben veelvuldige, vage en conflicterende doelstellingen
‘Wicked issues’: verschillende beoordeling van doelen, van de weg
ernaartoe, van de resultaten en van de evaluatie
o Overheidsmanager werkt met politici en heeft dus ook een politieke rol
Verzoenen van intern management met politieke interventies en
verwachtingen
o Publieke organisaties hebben te maken met ‘red tape’ (overdreven regelgeving)
‘One person’s red tape is another’s treasured saveguard’: wat overbodige
bureaucratische regelgeving lijkt voor sommige burgers, kan juist een
belangrijke bescherming zijn voor anderen
7
, BELANGRIJK !!!
Vormen van dienstverlening: keuzes met gevolgen
Dienstverlening via het overheidsapparaat
- Scenario 1: gecentraliseerd, klassieke bureaucratie
o Alles in eigen beheer en door eigen klassieke overheidsdiensten
o Vb. de dienst bevolking waarbij je een paspoort kan halen
- Scenario 2: interne delegatie
o Beperkte operationele bevoegdheid voor taken van dagelijks bestuur binnen de
klassieke bureaucratie
- Scenario 3: interne verzelfstandiging (IVA)
o Agentschap zonder rechtspersoonlijkheid krijgt een zekere vorm van autonomie om
een specifieke taak te vervullen, nog steeds binnen de klassieke bureaucratie
o Vb. mobiliteitsbedrijf van de stad Gent dat instaat voor het voorbereiden en
uitvoeren van het lokale mobiliteitsbeleid
- Scenario 4: externe verzelfstandiging (EVA)
o Eigen rechtspersoonlijkheid en eigen raad van bestuur, op afstand van politici
o Behoort dus NIET tot de klassieke administratie (>< scenario 1,2 en 3)
Geen ambtenaar meer van de klassieke administratie, maar een manager die
over vanalles zelf mag beslissen
o Vb. autonome gemeentebedrijven zoals voor stadsontwikkeling, parkeerdiensten,
infrastructuurbeheer of huisvesting
Dienstverlening door niet-overheidsorganisaties
- Scenario 5: concessie
o Tijdelijke uitbesteding van taken of diensten aan een private organisatie (H12)
- Scenario 6: netwerking
o Non-profitorganisaties erkennen en betoelagen voor publieke dienstverlening (H12)
- Scenario 7: vormen van juridische publiek-private samenwerking (PPS)
- Scenario 8: privatisering
o Dienstverlening niet langer door de overheid uitgevoerd of aangestuurd; vormen van
marktregulering door de overheid (H9)
Toepassing: vormen van dienstverlening in de stad Gent
o De stad Gent met haar eigen administratieve diensten en departementen 1
o Het interne agentschap mobiliteit 3
o Het Autonome Stadsontwikkelingsbedrijf Gent (SoGent) 4
o Stedelijk agentschap INGent (integratie) 4
o Sodexho NV baat het Forensisch Psychiatrisch Centrum in Gent uit 5
o Stad Gent subsidieert vzw’s in de kinderopvang 6
o Gezocht: concessiehouder voor de wielerpiste Eddy Merckx 5
o Moet de stad Gent de huurmarkt meer en beter reguleren? 8
Afwegingen om de juiste dienstverleningsvorm te kiezen
- Aard van de kerntaak
o Niet elke taak is even gemakkelijk uit te besteden of te privatiseren wanneer de
overheid hier een grote verantwoordelijkheid in heeft
- Politieke criteria
8