Musculoskeletale kinesitherapie 4
Behandeling van het onderste kwadrant
__________________________________________________
Behandeling van de heup
1. Manuele technieken
1.1. Tractie van het art. coxae
1.1.1. Primaire tractie
Primaire tractie van het art. coxae zonder tractiegordel
o Uitgangshouding patiënt: in ruglig op de behandeltafel met de heup in 45 – 60° flexie, lichte
abductie en lichte exorotatie (= LPP)
o Uitgangshouding therapeut: in stand thv de te behandelen heup
o Tractiegordel wordt geplaatst net caudaal van de SIAS
o Uitvoering:
▪ De therapeut plaatst beide handen zo dicht mogelijk tegen het gewricht op de femur
▪ De mobilisatie gebeurt in de eerste plaats met de ulnaire zijde (= dichtst tegen het
gewricht), de hele hand omvat het bovenbeen
▪ De therapeut voert een tractie uit naar caudaal, lateraal en ventraal
o Opmerkingen:
▪ Deze techniek zorgt voornamelijk voor pijndemping (= bij hoogreactieve patiënten)
▪ Wanneer de patiënt geen 45° heupflexie kan, voer je deze tractie niet uit
Primaire tractie van het art. coxae met tractiegordel
o Uitgangshouding patiënt: in ruglig op de behandeltafel met de heup in ± 85° flexie
o Uitgangshouding therapeut: in stand aan de te behandelen heup
o Tractiegordel patiënt: net caudaal van de SIAS
o Tractiegordel therapeut: thv de tubera ischiadica van de therapeut (niet lumbaal) en zo craniaal
mogelijk in de lies van de patiënt
o Uitvoering:
▪ De therapeut leunt naar achter in de tractiegordel om een tractie in te brengen
▪ De tractie gebeurt naar caudaal, lateraal en ventraal
o Opmerkingen:
▪ Deze techniek is voornamelijk mobiliserend, specifiek naar flexie, endorotatie en
exorotatie
• Eerst tractie uitvoeren, daarna angulatie inbrengen
• Daarna angulatie lossen, daarna de tractie
▪ Wanneer de tractiegordel snijdt, kan je er een handdoek tussen leggen
1
,1.1.2. Secundaire tractie
Secundaire tractie van het art. coxae zonder tractiegordel
o Uitgangshouding patiënt: in ruglig op de behandeltafel met de benen gestrekt (sokken uit)
o Uitgangshouding therapeut: in stand aan het uiteinde van de behandeltafel
o Tractiegordel wordt net caudaal van de SIAS geplaatst
o Uitvoering:
▪ De therapeut omvat met beide handen het distale onderbeen, proximaal van beide
malleoli (sokken uit)
▪ De therapeut voert de tractie uit in de lengterichting van het been
o Opmerkingen:
▪ Deze techniek wordt voornamelijk mobiliserend uitgevoerd bij abductie- en
adductiebeperkingen en flexiebeperking tot 45°
▪ Opletten met knieproblemen !!!!!!! ⇨ eerst aan de patiënt vragen
• Vragen naar voorgeschiedenis (niet doen bij zware knieletsels of artrose)
• Vragen ook tijdens de tractie naar kniepijn
Secundaire tractie van het art. coxae met tractiegordel
o Uitgangshouding patiënt: in ruglig op de behandeltafel met de benen gestrekt (sokken uit)
o Uitgangshouding therapeut: in stand aan het uiteinde van de behandeltafel
o Tractiegordel patiënt: net caudaal van de SIAS
o Tractiegordel therapeut: thv de tubera ischiadica (niet lumbaal)
o Uitvoering:
▪ De therapeut maakt met zijn tractiegordel een lus van voor, steekt zijn handen en de
voet van de patiënt hierdoor
▪ De therapeut omvat met beide handen het distale onderbeen (boven de malleoli)
▪ De therapeut voert een tractie uit in de lengterichting van het been
o Opmerkingen:
▪ Deze techniek wordt voornamelijk mobiliserend uitgevoerd bij abductie- en
adductiebeperkingen en flexiebeperking tot 45°
▪ Opletten met knieproblemen !!!!!!! ⇨ eerst aan de patiënt vragen
• Vragen naar voorgeschiedenis (niet doen bij zware knieletsels of artrose)
• Vragen ook tijdens de tractie naar kniepijn
1.1.3. Tractie vanuit extensie
Tractie vanuit extensie zonder tractiegordel
o Uitgangshouding patiënt: in buiklig op de behandeltafel met de benen gestrekt en sokken uit
o Uitgangshouding therapeut: in stand aan het uiteinde van de behandeltafel
o Tractiegordel wordt geplaatst net onder de tubera ischiadica van de patiënt (goed aantrekken
want schuift hier gemakkelijk weg)
o Uitvoering:
▪ De therapeut omvat het distale onderbeen met beide handen, net proximaal van de
malleoli
▪ De therapeut brengt eerst een “basistractie” in, anders gaat de knie in flexie vallen
▪ De tractie gebeurt in de lengterichting van het been
▪ Hierna kan er naar extensie gemobiliseerd worden
o Opmerkingen:
▪ Opletten met knieproblemen !!!!!!! ⇨ eerst aan de patiënt vragen
• Vragen naar voorgeschiedenis (niet doen bij zware knieletsels of artrose)
• Vragen ook tijdens de tractie naar kniepijn
2
,Tractie vanuit extensie met tractiegordel
o Uitgangshouding patiënt: in buiklig op de behandeltafel met de benen maximaal in 30° extensie
in de heup en sokken uit
o Uitgangshouding therapeut: in stand aan het uiteinde van de behandeltafel
o Tractiegordel patiënt: net caudaal van de tubera ischiadica
o Tractiegordel therapeut: thv de tubera ischiadica (niet lumbaal)
o Uitvoering:
▪ De therapeut maakt met zijn tractiegordel een lus van voor, steekt zijn handen en de
voet van de patiënt hierdoor
▪ De therapeut omvat met beide handen het distale onderbeen (boven de malleoli)
▪ De therapeut brengt eerst een “basistractie” in, anders gaat de knie in flexie vallen
▪ De tractie gebeurt in de lengterichting van het been
▪ Hierna kan er naar extensie gemobiliseerd worden
o Opmerkingen:
▪ Opletten met knieproblemen !!!!!!! ⇨ eerst aan de patiënt vragen
• Vragen naar voorgeschiedenis (niet doen bij zware knieletsels of artrose)
• Vragen ook tijdens de tractie naar kniepijn
1.2. Spierverlengingstechnieken
1.2.1. M. rectus femoris
Stretching van de M. rectus femoris
o Uitgangshouding patiënt: houding van Menell
o Uitgangshouding therapeut: in stand aan het uiteinde van de tafel
o Uitvoering:
▪ De patiënt houdt zijn niet te behandelen been in heup- en knieflexie
▪ De therapeut fixeert met de ene hand de crista iliaca aan de te behandelen zijde en drukt
met de andere hand het distale bovenbeen verder naar extensie
▪ Met zijn been brengt de therapeut het onderbeen van de patiënt verder naar knieflexie
1.2.2. M. hamstrings
Stretching van de M. hamstrings
o Uitgangshouding patiënt: in ruglig op de rand van de tafel
o Uitgangshouding therapeut: in stand thv de te behandelen zijde
o Uitvoering:
▪ De patiënt plaatst zijn hiel op de schouder van de therapeut in een positie waarin hij nog
net geen rekpijn voelt, het been is in lichte knieflexie
▪ De therapeut omvat met beide handen de knie van de patiënt
▪ De therapeut strekt nu de knie verder en brengt de heup verder naar flexie
1.2.3. Mm. adductores
Stretching van de Mm. adductores
o Uitgangshouding patiënt: in ruglig met het niet te behandelen been over de rand van de tafel (=
stabilisatie van het bekken)
o Uitgangshouding therapeut: in stand aan het te behandelen been
o Uitvoering:
▪ De therapeut voert een stretch uit door het been verder naar abductie te brengen
3
, 1.2.4. M. iliopsoas
Stretching van de M. iliopsoas
o Uitgangshouding patiënt: houding van Menell
o Uitgangshouding therapeut: in stand aan het uiteinde van de tafel
o Uitvoering:
▪ De patiënt houdt zijn niet te behandelen been in heup- en knieflexie
▪ De therapeut fixeert met de ene hand de crista iliaca aan de te behandelen zijde en drukt
met de andere hand het distale bovenbeen verder naar extensie
1.2.5. M. piriformis
Stretching van de M. piriformis
o Uitgangshouding patiënt: in ruglig
o Uitgangshouding therapeut: in stand aan de contralaterale zijde
o Uitvoering:
▪ De therapeut omvat het been zodat het onderbeen van de patiënt op zijn homolaterale
onderarm gesteund ligt
▪ De therapeut stretcht de M. piriformis door naar heupflexie, -adductie en exorotatie te
bewegen
1.2.6. M. tensor fascia latae
Stretching van de M. tensor fascia latae
o Uitgangshouding patiënt: houding van Menell
o Uitgangshouding therapeut: in stand aan de heterolaterale zijde
o Uitvoering:
▪ De therapeut fixeert het bekken door met zijn dij druk uit te oefenen tegen het bekken
van de patiënt en door de crista iliaca te fixeren met zijn homolaterale hand
▪ De therapeut stretcht de M. tensor fascia latae door de heup naar adductie en extensie
te brengen
2. Oefentherapie
2.1. Flow-in
Circulatiebevorderende oefening voor de heup
o /a/ flexie, extensie, abductie, cirkels maken… op de tip van de tenen op een patchke
o Pathologie: na heupprothese of bij hoogreactieve patiënten
o Fase van weefselherstel: proliferatiefase
Oefening met als doel de uithouding van de hamstrings trainen
o Bridge + afwisselend benen strekken
o Lunge naar achter + been naar voor trekken met standbeen
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ninaverheyden. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.