Deze samenvatting geeft een beeld van de pathofysiologie van shock en orgaanfalen, vooral gericht op biochemische en fysiologische processen zoals zuurstofradicalen, apoptose, en necrose. Het document verklaart de rol van cytokinen in ontstekingsprocessen, de effecten van ischemie-reperfusie op we...
Fysiopathologie
1. Zuurstofradicalen
Welke zuurstofradicalen
- Zuurstofradicaal = onvoldoende gereduceerde vorm van zuurstof. Ze geven of accepteren
elektronen om meer stabiel te worden.
- Ziekte, drugs, toxines —> toename vrije radicalen —> membraan lipide peroxidatie —> cell/
weefsel schade —> meer vrije radicalen
- Zuurstof + elektron = superoxide anion
- Superoxide anion + elektron = waterstofperoxide
- Waterstofperoxide + elektron = hydroxylradicaal
- Hydroxylradicaal + elektron = water
- Om aantal zuurstof radicalen te meten moet je kijken naar het nitrotryosine. Zuurstof radicalen
gaan namelijk met NO binden. Hierdoor ontstaat peroxynitriet. Dit kan dan weer binden met
tyrosine en zo krijg je nitrotyrosine.
Wat ze beschadigen
- Nucleinezuren: enkelstrenginge breuken en verouderingsprocess loopt niet meer goed.
- Eiwitten: enzymen wordt ontregeld door fragmentatie.
- Vetten: Cel membraan wordt minder vloeibaar en daardoor is er dus een verlies van selectieve
permeabiliteit. De cel wordt lek en gaat stuk.
Antioxidantia
- Maken we zelf aan:
- Superoxide dismutase: zet het superoxide anion om naar O2 (2O2- —> O2
- Catalase: zet waterstofoxide om naar waterstof en zuurstof (H2O2 —> 2H2O + O2)
- Glutathion peroxidase: zet waterstof peroxide om naar waterstof en gluthation disul de
(H2O2 —> 2 H2O + GSSG)
- Moeten we innemen:
- Vitamine A
- Vitamine C
- Ascorbaat (= vitamine C) is water oplosbaar. Wanneer het radicalen neutraliseert wordt het
zelf ook een radicaal maar deze is niet schadelijk voor het lichaam.
- Vitamine C kan zorgen dat de geoxideerde vitamine E te regeneren, waardoor vitamine E
weer werkzaam is
- Vitamine E
- We kunnen OH- niet elimineren, maar door lage superoxide anionen en waterstofperoxide
hoeveelheden te hebben houden we OH- ook laag.
Xanthine Oxidase/Dehydrogenase:
- Ischemie: ATP —> AMP —> Adenosine —> Inosine —> Hypoxanthine
- Er is namelijk te veel ATP dat niet gebruikt wordt.
- Hypoxanthine wordt omgezet naar xanthine
- Geen ischemie dan xanthine —Xanthine dehydrogenase—> NADH + urinezuur
- Wel ischemie dan wordt xanthine dehydrogenase omgezet naar xantine oxidase je krijgt dan:
xanthine —Xanthine oxidase—> superoxide anion + urinezuur
- Er wordt dus een radicaal geproduceerd
- Tijdens ischemie zal hypoxanthine stapelen, dat is omdat xanthine oxidase zuurstof nodig heeft
om te werken om hypoxantine om te zetten naar urinezuur.
- Bij reperfusie van het weefsel ontstaat beschadiging want er zijn enorm veel zuurstofradicalen
ontstaan door de O2 en de hoge concentratie hypoxanthine die allemaal snel worden omgezet
naar urinezuur waardoor H2O2 en O2- worden geproduceerd
2. Necrose-apoptose
Verschil tussen necrose en apoptose
1
fi
, Apoptose Necrose
Geprogrammeerde cell dood. Pathologische vrm van celldood
Discreet fenomeen onder normale door extreme fysiologische
fysiologische omstandigheden condities
Target DNA of het memebraan
Beinvloed individuele cellen Grote groepen die bij elkaar
liggen
In ammatie Nee Ja
Membraan integeriteit Blubbering van het membraan, De con guratie van de kern blijft
maar integriteit blijft constant, maar integriteit van
membraan neemt af
Afbreken van kern De kern wordt afgebroken in De kern wordt niet afgebroken
discrete fragmenten
Celorganellen de celorganellen gaan krimpen De celorganellen gaan zwellen
Werkt via Calcium dependente Activatie van fosfolipasen die vrij
transglutaminases spelen een rol komen uit lysosomen.
in apoptose door eiwitten te
modi cieren via crosslinking
Caspasen zijn enzymen
gevonden in de mitochondria.
Worden geactiveerd door
cytochroom C en breken eiwitten
af.
?? Structureel intacte nuclei Vlokdichtheden in de matrix van
de mitocondria
De inhoud van de cel gebeurt Perifere aggregatie in goede Samenklontering in slecht
door… dichte en compacte massa’s, gede nieerde massa (met
vorming van apoptotishce onregelmatige randen). Stroomt
lichaampjes de kunnen worden gewoon uit de cel.
verteerd door fagocyten Gelyseerde cellen worden
uiteindelijk verwerkt door
macrofagen.
Zorgt voor acidose
zorgt voor afname in ATP
Trigger Intrinsiek en extrinsiek Alleen extrinsiek
Heeft ATP nodig Ja Nee
Wanneer zie je - Normale cell turnover
- Tissue homeostase
- Embryogenese
- Inductie en onderhoud van
immuuntolerantie
- Ontwikkeling van zenuwstelsel
- Endocrien dependente weefsel
atro e
Bij acuut orgaanfalen zal het orgaan zwaarder zijn bij autopsie dan gemiddeld doordat je cellen
gezwollen zijn door de necrose.
2
fl fifi fi
, Bij chronisch orgaanfalen zal het orgaan lichter zijn bij autopsie dan gemiddeld doordat alle cellen
weer verschrompeld en stuk zijn.
3. In ammatie
LPS/superantigen
- LPS = lipoplysacharide. Bevind zich op de celwand van een gram negatieve bacterie. Het is de
krachtigste activator voor in ammatie
- Tast veel cascades tegelijk aan: coagulatie, prostaglanines, leukotrienen, complement
systeem et.c
- Superantigen, zit op gram positieve bacterien (bepaalde stafylococcen en streptococcen). Deze
zorgen dat er een super sterke binding is van antigeen presenterende cel en de T-cell receptor.
Je krijgt een evenkrachtige reactie als met het endotoxine LPS maar op een andere manier.
Superantigenen zorgen voor toxic shock
2 golven cytokines
- infectie van de host —> systemische in ammatoire reactie —> pro-in ammatoire/anti-
in ammatoire activiteit —> versnelde in ammatoire cascade —> SEPSIS
- LPS —> TNF (tumor necrotiserende factor) —> IL-1 —> IL6/IL8 —> NO, PAF en andere —>
zorgen simultaan voor
- Locale in ammatie
- Sepsis
- Erge sepsis
- Geactiveerde cascades wanneer er sepsis optreed zijn:
- PMN: degranulaat stelt super oxides en proteolytische enzymen vrij
- Macrofagen: cytokines
- Complement
- Coagulatie: plaatjes aggregratie en tissue factor
- Eicosanoids: prostaglandines en leukotrienes
- iNO: als er te veel geinduceerd NO wordt aangemaakt krijg je massieve vasodilatatie wat
zorgt voor lage bloeddruk
Positieve acute fase reagentia
- Acute fase respons = niet speci eke respons op weefselschade (verwonding, in ammatie of
infectie etc) waardoor er karakteristieke veranderingen in concentraties van bepaalde eiwitten
ontstaan.
- De meeste worden aangemaakt door de lever.
- Als de lever ziek is kan het zijn dat ze slecht worden aangemaakt
- Niet alle soorten maken dezelfde acute fase eiwitten
- Ze worden gestimuleerd door cytokines voornamelijk IL6.
- Glucocorticoiden zorgen stimulatie van cytokines in de aanmaak van acute fase eiwitten,
insuline remt de cytokines.
- Positieve acute fase eiwitten (er zijn er veel meer maar deze worden in de kliniek gemeten en
moet je kennen)
- C- reactive protein:
- Geeft de graad van in ammatie. CRP zorgt voor opsonisatie van bacterien. Logisch dat
met infectie de CRP concentratie stijgt. CRP wordt ook geproduceerd wanneer er geen
bacteriele infectie is
- Fibrinogeen:
- Glycoproteine. Drie peptideketens: alfa beta en gamma. Belangrijke rol in de stolling.
Fibrinogeen wordt door trombine omgezet naar brine. Fibrine wordt gedegradeerd door
plasmine. Afbraakproduceten van brinogeen zijn verhoogd in het bloed bij trombose/long
embool/ di use intravasale stolling (DIC)
- Ferrine
- Zorgt voor binding van ijzer. Gaat de ijzer opname van de microbe tegen.
- Negatieve acute fase eiwitten
- Albumine
- Transferine
3
fl fl fl ff fl fl fi fi fl fi fl fl
, Prostaglandines
- komen vrij wanneer er endotheliale schade is en zorgen voor een
- Stijging van de permeabiliteit
- Stijging de aantrekking van plaatjes en witte bloedcellen
- Maldistributie van ow in de arteriolen, cappilairen en precapillaire venules.
- Er kan vasodilatoire shock onstaat door de geinduceerde NO, Kalium kanalen en
cathecolamines
Werking NO
- Wordt veel geproduceerd wanneer endotheel beschadigd is
- Vasodilatatie/ hypotensie.
- Verminderde cardiale contractilitiet
- Verhoogde capillaire permeabiliteit
- Reactie met zuurstof radicalen zorgt voor een productei van peroxinitriet dat veel krachtiger is
dan waterstofperoxide
- E ecten op de gastro-intestinale systeem
- c-NOS
- Zorgt voor een behoud van bloed ow, een verhoogde mucus secretie. Dat polymorfe
nucleaire cellen niet plakken en mest cel stabilisatie
- i-NOS
- Verlies van cellulaire levensvatbaarheid en stijging van de permeabiliteit
- NO remt NF-kB, wat anti-ontstekingse ecten (verminderd adhesiemolecuul expressie,
verminderde cytokineproductie, verminderde iNOS expressie) tot gevolg heeft.
- Werkt ook antibacterieel.
HIT = bacteriele translocatie
- mensen die beter lijken te worden, zijn ineens veel slechter geworden
- Kritieke ziekte —> splanchnische hypoperfusie —> ischemie van darm mucosa —> darm mucosa
barriere disfunctie —> toegenomen mucosale permeabiliteit —> bacterie uit de darm gaan in de
systemische circulatie —> uitscheiding van chemo en cytokines —> SIRS, ARDS, MODS
- Meestal gaan de chemokines en cytokines via de lymfe (gut-lymph theory)
4. Ischemie perfusie
De nitie
- Ischemie = verminderde doorbloeding van organen en weefsels
- De lage zuurstofstatus komt meestal door obstructie van de arteriele bloedtoevoer of door
inadequate bloed ow wat leidt tot hypoxie
- Je hebt niet alleen verlaagde zuurstof maar ook een accumulatie van de metabole
metabolieten van het anearobe metabolisme (Lactaat!)
- Reperfusie = herstel van bloedstroom naar weefsels in het lichaam wanneer de bloedstroom
eerst verminderd of zelfs aanwezig was.
- Overduidelijk een goed ding maar ook ischemie - reperfusie injury = functionele, metabole of
structurele veranderingen, inclusief necrose in ischemisch weefsel als een gevolg van de
reperfusie van dat weefsel. Het letsel van de ischemie wordt groter wanneer de bloed ow
terug hersteld is.
- Gevolgen van reperfusie:
- Terugdraaien van het ischemische letsel
- Irreversiebele of versnelde celschade
- Erger maken of uitbreiden van het letsel (vb. Dode cellen die niet waren aangetast of dode
cellen die normaal gesproken beter zouden worden)
- Vasculaire cel schade
- Reperfusie injury: ischemie —> ATP daalt en cel begint af te breken als gevolg van metabole
en ionische onregelmatigheden —>
- Korte periode van ischemie —> mild tot matige schade en is nog reversibel met reperfusie
- Lange periode van ischemie —> ernstige schade die erger wordt met reperfusie want
daardoor ontstaat necrose
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur veerlevanhetkaar. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,16. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.