KIJKEN NAAR DE MENS
0. Inleiding
Opzet
Basisstramien
= matrix waarbij verschillende invalshoeken worden besproken voor verschillende tijdsvakken
Het boek bevat ook ‘mens, maatschappij en methode’
• Mens: het inhoudelijke werk van vooral de grote figuren uit het verleden van de psychologie
• Maatschappij: de sociaal-economische context en de manier waarop wordt gekeken naar het individu in de samenleving
• Methode: de wetenschappelijke methodologie en hoe die zich in het bijzonder ontvouwde voor de studie van het psychologische
Verschillende invalshoeken
Sociaal-economische context
• “it’s the economy, stupid”: economie is de motor van alle andere maatschappelijke veranderingen
• Daarom geen economisch determinisme (= veranderingen in economische factoren of relaties vormen de basis voor
evoluties op maatschappelijk en politiek vlak)
Maatschappelijke context
• Hoe de mens zichzelf ziet (en zich tot deze representatie verhoudt)
• Individualisering neemt toe
• Deze wijzigingen = ‘generatieverschillen’
• Moeilijk na te gaan hoe sterk deze veranderende zelfbeelden effectief aanhang vonden in de populatie (afleiden uit
schilderijen, foto’s van vroeger)
Wetenschappelijke ontwikkelingen
• Wetenschap ≠ gegeven, = verworvenheid
• Wetenschappelijke verovering van de werkelijkheid → vanaf renaissance!
• Ontwikkeling van wetenschappelijke methode(n)
• Speciale plaats voor statistiek (door belang in huidige psychologie)
• Ook historische lijnen m.b.t. zenuwstelsel vanuit de fysiologie (=onderdeel van de biologie dat de werking en de functies
van het lichaam bestudeert)
• Psychologie: moeder = filosofie en vader = fysiologie
• Motorische en sensoriële processen → lichamelijke processen
,Studie van het psychologische
• vanaf 19de eeuw empirisch, ervoor het werk van filosofen
• Nadruk in geschiedenis van psychologie op filosofische denkbeelden (bewustzijn) en op filosofische discussie over manier
waarop zintuiglijke info bijdraagt tot kennis is mogelijk een gevolg van de focus die oudere standaardwerken over de
geschiedenis van psychologie legden op voorlopers van de academische psychologie in Duitsland en de VS, waar de functieleer
(basisfuncties hersenen: aandacht, geheugen, taal, motoriek, motivatie, bewustzijn) een belangrijk onderzoeksdomein was.
• Bewustzijn, individuele verschillen, emotie en motivatie, psychische problemen
• 4 aparte onderwerpen:
o Studie van het psychologische (hoe wordt door eeuwen heen naar psychologische fenomenen gekeken?)
o Psychologie als aparte discipline (wanneer psychologie los van filosofie en fysiologie?)
o Institutionalisering (wanneer erkend in onderwijs en onderzoek?)
o Praktijkgerichte psychologie en professionele status psycholoog (maatschappelijke erkenning?)
Tijdsperiode en tijdsvakken
Tijdsperiode
• Academische discipline vanaf de 19de eeuw
• Europeanen: Wilhelm Wundt = stichter (1879: Psychologisches Institut’ in Leipzig) → experimentele psychologie
• Amerikanen: William James = founding father (doceerde psychologie)
• Ver van voor stichting van psychologie, ook niet zo ver als:
o Ontstaan schrift en rekenen
o 4 stroomculturen (Nijl, Tigris en Eufraat, Indus, Gele Rivier)
o Griekse denkers
Tijdsvakken
• Boek volgt Nederlandse, chronologische opdeling
• Overlap tussen tijdsvakken niet altijd strikt: vloeiend verloop
Beperkingen
Vertekeningen
• Eurocentrisme = beklemtonen Europese/westerse ideeën, zonder rekening te houden met invloeden andere culturen
o Enkel kijken naar West-Europa en Noord-Amerika
o WEIRD (western, educated, industrialized, rich and democratic)
o Deze selection bias bedreigt de ecologische validiteit
o Rapporteren over elite, en niet gewone man/vrouw
• Gestroomlijnd beeld
o Enkel belangrijkste ontwikkelingen, nuances verloren = simplificatie
o Vertelling met alleen hoofdpersonages = grotefigurengeschiedenis/greatmanview
• Witte mannen
Waarover dit boek NIET gaat
• Geen politieke geschiedenis (tendensen over landsgrenzen heen)
• Niet alle mogelijke invalshoeken in het kijken naar de mens
o andere domeinen: juridische, kunst, literatuur,…
o specifieke groepen: kinderen, vrouw, psychisch lijden
o Menselijk lichaam (mind-body)
• Geen historisch onderzoek
• Geen filosofisch werk, geen grondslagenonderzoek
,1. Geschiedschrijving
Motivering om terug te blikken op het verleden
Traditionele benadering
Hermann Ebbinghaus (exp. studie van het geheugen): schrijft in 1908 een Overzicht van de psychologie
• Psychologie heeft een lang verleden maar slechts een korte geschiedenis
o Korte geschiedenis: Wilhelm Wundt in 1879 eerste labo voor psychologie in Leipzig
o Lang verleden: Aristoteles 4de eeuw v.C. legt fundamenten voor de psychologie
• Doel: psychologie die zichzelf moest bewijzen als wetenschap
• Psychologen worden met het lange verleden zo intellectuele erfgenamen van auteurs uit het verleden
o = psychologen ‘avant la lettre’
o De vragen zijn hetzelfde, de methode is verschillend
Hedendaagse benadering
Waarom is het nog steeds nodig om het verleden van de psychologie te bestuderen? (inhoudelijke en reflectieve component)
Inhoud
• Geschiedenis van de psychologie gaat over de studie van het verleden van deze wetenschap = kennis van het verleden
• Inzicht in verleden helpt met het begrijpen van de huidige situatie
o Tegengestelde visies rond bv. conceptleren of visuele perceptie kunnen beschouwd worden als variaties op een
thema, namelijk als een verdere uitwerking van de tegenstelling tussen rationalisme en empirisme (17 de eeuw)
o Uiteenvallen van APA in 1988 tot APS (eenheid – wetenschappelijke en niet-wetenschappelijke psychologie???)
o Belangrijk voor de afbakening tussen wetenschappelijke disciplines (historisch gegroeid)
• Helpt het ook om over de toekomst van de psychologie na te denken?
Reflectie
Helpen om de huidige wetenschap kritisch te bevragen → ook vormend doel naast het kennisdoel
• Aanleiding voor en oproep tot reflectie over het statuut van psychologie zelf
• Stap terugzetten en kijken naar de mens → met nieuwe ogen naar huidige werkelijkheid kijken
Situering van de psychologie in tijd en ruimte
We zijn afhankelijk van onze cultuur als we de psychologie bedrijven
Een cultuur verwijst naar waarden, normen en gewoonten → gesitueerd in bepaalde tijd en ruimte
• Zeitgeist (tijdsgeest) – historische context
o Studie van individuele verschillen pas nadat westen erkenning gaf aan mens als individu
o Descartes (17de eeuw): Cartesiaans mensbeeld = ‘je pense, donc je suis’
o Huidige vraagstukken over functioneren van de mens ook gesitueerd in het westerse culturele erfgoed
• Ortgeist (plaatsgeest) – culturele context
o Boeddhistische anatta (ontkennen van ‘ik’)
o Meer aandacht voor culturele bepaaldheid van de psychologie en crossculturele verschillen
o Psychopathologie: hoe vanuit VS opgedrongen naar andere culturen?
o Emoties als ‘MINE’ vs. ‘OURS’
▪ ‘Mental’, ‘Inside the person’, ‘Essentialist’: emoties hebben telkens zelfde eigenschappen (westers)
▪ ‘Outside the person’, ‘Relational’, ‘Situated’: verschillende vormen emoties afh. van situatie (niet-westers)
,De psychologie als discipline
• Wetenschap evolueert
o Kennis binnen discipline ontwikkelt zich en precisering en nuancering van de antwoorden
o Aard van de vragen
o Keuzes in wat wel en wat niet onderzocht wordt (bv. hypnose)
• Keuzes in wat te beschouwen als gefundeerde wetenschappelijke methoden
o Experimenten, natuur- (wiskundige denkwijzen) vs. geesteswetenschappen
• Vatten van de werkelijkheid is niet eenvoudig
o Nadenken over de noodzakelijkheidsvoorwaarden van wetenschappelijk denken
o Verschillen in wetenschapsdomeinen?
o Hoe is wetenschap ontwikkeld?
o Hoe heeft dit zich (deels) vertaald in de psychologie?
Waarover gaat de geschiedenis van de psychologie?
Er is slechts een psychologische werkelijkheid wanneer men een psychologische bril opzet
Het ‘wat’ van de geschiedenis van de psychologie verandert dus door de tijd heen
Drie visies op ‘de ontdekking van het bewustzijn’
• Psychologie als ‘psyche’ (bewustzijn) en ‘logos’ (studie)
• Bewustzijn werd door oude Grieken ontdekt (Bruno Snell, 1953) → 3 manieren om die ontdekking te omschrijven
Realistische visie (deze interpretatie wordt over het algemeen niet gevolgd)
• Studie van het bewustzijn wordt deel van de natuurwetenschappen
• Bewustzijn is een vast en omlijnd object dat al bestond voor het werd bestudeerd
Instrumentalistische visie
• Bewustzijn als instrument of gereedschap van het denken
• Niet de ware aard, wel welke voordelen het beidt om de innerlijke mentale ruimte met de term ‘bewustzijn’ te noemen
• Studie van bewustzijn = studie van het functioneren van het bewustzijn (bv. werkgeheugen)
• Visie compatibel met opvatting dat er verschillende niveaus zijn in het beschrijven van de werkelijkheid
Constructivistische visie
• “[I]n spite of our statement that the Greeks discovered the intellect, we also assert that the discovery was necessary for the intellect to come into existence”
• Grieken hebben het bewustzijn geconstrueerd: pas toen ze erover gingen nadenken, ontstond het concept ‘bewustzijn’
• Gaat over hoe de mens of wetenschapper zich dat bewustzijn voorstelt
o Studie is gebonden aan welbepaalde cultuur-historische context
o Anders dan die constructie, is er geen object voor deze studie/geen realiteit
De constructie van een psychologische werkelijkheid
Linguïstisch determinisme
• ‘… we have no way of knowing what psychological phenomena are, no way of giving them meaning, except in terms of that language’
• De psychologie is bij de studie van psychologische fenomenen aangewezen op een psychologische taal
• Er bestaat geen onafhankelijke psychologische werkelijkheid
• Bestudeert inderdaad fenomenen die zich tonen in gedrag, maar kunnen alleen worden gevat in kader (psychologische taal)
• Linguïstisch determinisme: taal bepaalt ons denken en heeft dus invloed op hoe we de werkelijkheid percipiëren
, Geen natuurlijke categorieën
• Psychologische begrippen verwijzen niet naar natuurlijke categorieën (bv. emoties)
• Psychologische kadering verschilt tussen culturen
• Ook bewustzijn niet: psychische ruimte kan anders verkaveld worden, zowel in loop van geschiedenis als tussen culturen
• Hangt af van welk kader we hanteren in Naming the mind en hoe we onze ervaring van een innerlijke ruimte verkavelen
• Dualisme van Descartes: bewustzijn krijgt een centrale rol in het menselijk functioneren
• Hume ~boeddhistische visie: bewustzijn = continue stroom van gedachten, zonder een sturend ik
• Behaviorisme: niet het bewustzijn, maar het gedrag en leerprocessen zijn cruciaal voor de psychologie
• Cognitieve psychologie: innerlijke psychische ruimte als vaststaand interieur met verschillende verbonden kamers
Implicaties voor de geschiedenis van de psychologie
• Geschiedenis van de psychologie = geschiedenis van de constructie van de psychologische realiteit
o For the historian of Psychology who is also a psychologist, the discipline’s history is therefore in itself a psychological
phenomenon. More specifically, we are looking at Psychology’s role in the dynamic psychological process by which
human nature constantly recreates, re-forms, and regenerates itself, primarily in western cultures.” (Richards, 2002)
o Psychologische fenomenen vroeger soortgelijk, maar werden toen niet zo gestructureerd in psychologische taal
en hadden daardoor dus ook geen psychologische realiteit
• Psychologische termen kunnen een andere betekenis krijgen in de loop van de geschiedenis
o Many of the fundamental categories of twentieth-century psychology are, to all intents and purposes, twentieth-century inventions.
Such concepts as ‘intelligence’, ‘behaviour’, and ‘learning’ were given such radically changed meanings by modern psychology that
there simply are no earlier equivalents. Danzinger, 1997, p. 36. geciteerd in Brysbaert & Rastle, 2013 , p. 517).
o Als taal verandert, dan verandert ook de psychologische werkelijkheid
Strekkingen in geschiedenis
Internalisme versus externalisme
Internalisme
• Bij beschrijven van geschiedenis van bepaald wetenschapsdomein, beperken tot beschrijving van de ontwikkelingen in de
loop van de tijd op het vlak van het onderzoek, de theorieën en de ontdekkingen binnen een welomschreven domein
• Evoluties binnen discipline lopen volgens zuiver interne logica, nl. door het strikt volgen van wetenschappelijke methode
Externalisme
• Ook aandacht voor politieke, sociale, maatschappelijke context
• politiek klimaat of economische mogelijkheden hebben ook invloed op wetenschappelijk denken (invloed van buitenaf)
• Army Alpha (1917, Robert Yerkes)
o Noodzaak om Amerikaanse rekruten toe te wijzen aan verschillende functies in het leger
o Nog voor men goed begrip had over wat intelligentie precies inhoudt
o Voor mensen die niet konden lezen/schrijven = Army Beta, maar niet representatief (bias)
Evaluatie
• Invloed context: tijd-ruimtelijke situering van psychologie (externalisme)
• Maar ook niet puur extern gereguleerd
• Dus zowel externe als interne factoren