DEEL IV DADER
HOOFDSTUK 1 STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID
1. INDIVIDUELE VERANTWOORDELIJKHEID
Art. 16 Nieuw Strafwetboek – Beginsel van de individuele
verantwoordelijkheid
VERANTWOORDELIJKHEID EN TOEREKENING – Straf kan alleen worden
opgelegd aan wie verantwoordelijk is voor een misdrijf.
Dit houdt in dat misdrijven aan een persoon kunnen worden toegerekend,
zowel in materiële (dader of deelnemer) als morele zin (schuld of
verwijtbaarheid).
Alleen personen kunnen dus verantwoordelijk zijn, schuldig worden
bevonden, en worden gestraft.
INDIVIDUELE STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID – In het
strafrecht geldt het beginsel van individuele verantwoordelijkheid: iemand
is alleen aansprakelijk voor zijn eigen daden (Art. 16 Nieuw Sw.).
Collectieve straffen zijn niet toegestaan; iedereen wordt enkel voor zijn
eigen acties gestraft. Dit verschilt van burgerlijke aansprakelijkheid, waar
men soms aansprakelijk kan zijn voor andermans daden (zoals ouders voor
kinderen) of waar gezamenlijke aansprakelijkheid mogelijk is.
Bij overlijden gaan burgerrechtelijke verplichtingen over op erfgenamen,
maar strafrechtelijke verplichtingen niet.
2. DADERSCHAP
Art. 17 Nieuw Strafwetboek – Definitie van daderschap
DADER – de wetgever definieerd dader als:
1. Natuurlijke of rechtspersoon: Daders kunnen alleen personen zijn,
geen dieren of zaken. Dit geldt ook voor rechtspersonen (zoals bedrijven),
niet enkel mensen.
2. Alle bestanddelen van het misdrijf: Een dader heeft alle onderdelen
van een misdrijf vervuld (materieel, moreel en wederrechtelijk) die bij die
misdrijfomschrijving horen.
3. Strafbare poging: Volgens Art. 9 Nieuw Sw. kan ook een poging
(waarbij nog niet alle misdrijfelementen vervuld zijn) leiden tot
strafbaarheid, zoals bij een crimineel aanbod.
DADERSCHAP – De wet erkent drie vormen van daderschap:
,1. Onmiddellijk daderschap: De dader pleegt zelf het misdrijf en voldoet
aan alle onderdelen ervan, zoals bij een winkeldief die zonder hulp iets
steelt.
2. Middellijk daderschap: De dader gebruikt een ander als "instrument"
om het misdrijf te plegen. De tussenpersoon is niet strafbaar, maar de
dader blijft volledig verantwoordelijk. Voorbeeld: het gebruik van een
minderjarige om een misdrijf te plegen.
3. Co-daderschap: Twee of meer personen plegen samen een misdrijf. Er
zijn twee types:
- Elk vervult alle bestanddelen: Beide daders voldoen volledig aan de
misdrijfelementen, zoals twee mensen die samen diefstal plegen.
- Gezamenlijk alle bestanddelen: De daders vervullen samen alle
misdrijfelementen, zoals bij een moord waarbij beide daders verwondingen
toebrengen die samen dodelijk zijn.
DADERSCHAP EN DEELNEMING – Bij middellijk daderschap is één
persoon strafbaar: de middellijke dader.
De 'onmiddellijke' uitvoerder kan niet gestraft worden.
Bij co-daderschap zijn alle betrokkenen samen dader; ieder vervult een
deel van het misdrijf.
Deelnemers dragen enkel betekenisvol bij zonder zelf een
misdrijfelement te vervullen.
3. VERANTWOORDELIJKHEID VAN RECHTSPERSONEN
Art. 18 Nieuw Strafwetboek – Verantwoordelijkheid van rechtspersonen
3.1 STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN NIET-
NATUURLIJKE PERSONEN
MISDRIJF EN STRAF LANG ENKEL VOOR NATUURLIJKE PERSONEN – Lang
werd gedacht dat alleen mensen (natuurlijke personen) misdrijven konden
plegen en gestraft konden worden, omdat rechtspersonen (organisaties
met rechten en verplichtingen) geen misdrijven konden plegen.
Dit veranderde geleidelijk, en in 1999 bepaalde de Belgische wetgever dat
ook rechtspersonen strafrechtelijk verantwoordelijk zijn. Sindsdien kunnen
rechtspersonen niet alleen misdrijven plegen maar ook gestraft worden.
WAAROM OOK VERANTWOORDELIJKHEID VAN RECHTSPERSONEN? – Voor
strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen bestond, moest
, de rechter eerst een natuurlijke persoon aanwijzen die het misdrijf
vertegenwoordigde.
Dit was moeilijk, vooral bij complexe organisaties en collegiale
beslissingen. Het gebrek aan strafrechtelijke verantwoordelijkheid voor
rechtspersonen bemoeilijkte de vervolging van bedrijfsmisdrijven, zoals
milieuovertredingen, en leidde tot druk voor een betere regeling.
3.2 STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VOOR ALLE
RECHTSPERSONEN EN MEER
ALLE RECHTSPERSONEN – Artikel 18 Nieuw Strafwetboek bepaalt dat alle
rechtspersonen, zowel privé (zoals bv's en vzw's) als publiek (zoals de
staat, gemeenten en overheidsbedrijven), strafrechtelijk verantwoordelijk
zijn.
OOK ALLE PUBLIEKRECHTELIJKE RECHTSPERSONEN – Tot 2018 waren
bepaalde overheidsinstanties, zoals de federale staat en gemeenten, niet
strafrechtelijk verantwoordelijk.
In 2018 verviel deze uitzondering, waardoor alle overheidsinstanties
strafrechtelijk verantwoordelijk werden. Voor deze specifieke entiteiten
geldt nu enkel de straf van een veroordeling bij schuldigverklaring, geen
andere straffen (volgens art. 40 Nieuw Strafwetboek).
OOK SOMMIGE NIET-RECHTSPERSONEN – Bepaalde niet-rechtspersonen,
zoals maatschappen en vennootschappen in oprichting, zijn strafrechtelijk
verantwoordelijk. Feitelijke verenigingen, zoals politieke partijen en
vakbonden, zijn dit niet en kunnen dus niet strafrechtelijk vervolgd
worden. Hierdoor kon bijvoorbeeld het Vlaams Blok in de jaren 2000 zelf
niet worden bestraft voor racisme, maar konden wel gelieerde
rechtspersonen worden vervolgd (nu geregeld in art. 252 Nieuw
Strafwetboek).
3.3 EEN EIGEN STRAFRECTHELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VOOR
DE RECHTSPERSONEN
RECHTSPERSONEN ZELF DADER – Rechtspersonen kunnen nu zelf
verantwoordelijk worden gesteld voor misdrijven en gestraft worden,
zonder dat een natuurlijke persoon hiervoor nodig is.
Ze hebben een eigen strafrechtelijke verantwoordelijkheid, wat betekent
dat misdrijven direct aan de rechtspersoon kunnen worden toegerekend,
zelfs als een natuurlijke persoon de daden heeft uitgevoerd.
NATUURLIJKE PERSONEN OOK DADER EN DEELNEMER – Rechtspersonen
kunnen misdrijven plegen en bestraft worden, en dit sluit niet uit dat ook
een natuurlijke persoon verantwoordelijk kan zijn voor hetzelfde misdrijf.