Arbeidsreglementering
1 De Sociale Verordeningen (EEG) en het AETR-verdrag ..................................................... 3
1.1 Wetgevend kader........................................................................................................... 3
1.2 De sociale verordening (EG) N° 561/2006 ........................................................................ 3
1.2.1 Toepassingsgebied ................................................................................................................... 3
1.2.2 Uitzonderingen ........................................................................................................................ 3
1.2.3 De bepalingen betreffende de rij- en rusttijden. ..................................................................... 4
1.2.3.1 De beperking van de rijtijd ...................................................................................................................................... 4
1.2.3.2 De onderbrekingen (van de rijtijd) .......................................................................................................................... 4
1.2.3.3 Werktijd van een chauffeur, andere dan rijtijd met voertuigen .............................................................................. 4
1.2.3.4 De rusttijd ................................................................................................................................................................ 5
1.2.3.4.1 De dagelijkse rusttijd..................................................................................................................................................................... 5
1.2.3.4.1.1 Bij 1 chauffeur aan boord .........................................................................................................................................................................................5
1.2.3.4.1.2 Bij meervoudige bemanning aan boord ....................................................................................................................................................................5
1.2.3.4.1.3 Toegelaten onderbreking van de dagelijkse rusttijd .................................................................................................................................................5
1.2.3.4.2 De wekelijkse rusttijd .................................................................................................................................................................... 5
1.2.3.5 Strikte ontheffingsmogelijkheid voor sommige bepalingen .................................................................................... 6
1.2.3.6 Samenvatting ........................................................................................................................................................... 6
2 De sociale verordening (EEG) 165/2014 .......................................................................... 7
2.1 Toepassingsgebied ......................................................................................................... 7
2.2 Types van de tachograafapparaat ................................................................................... 7
2.2.1 De digitale tachograaf .............................................................................................................. 7
2.2.1.1 Types van chipkaarten. ............................................................................................................................................ 7
2.2.2 De analoge tachograafapparatuur ........................................................................................... 8
2.3 De installatie.................................................................................................................. 8
2.4 Defect van de tachograafapparatuur .............................................................................. 8
2.5 Controle van de rij- en rusttijden van de chauffeur tijdens de rit ..................................... 8
2.5.1 Bij een digitale tachograaf ....................................................................................................... 8
2.5.2 Bij een analoge tachograaf ...................................................................................................... 8
3 Verplichtingen van de onderneming ............................................................................... 9
3.1 Algemene verplichtingen ................................................................................................ 9
3.2 Verplichtingen ten aanzien van de tachograaf ................................................................. 9
3.2.1 Verplichtingen ten aanzien van de digitale tachograaf ........................................................... 9
3.2.2 Verplichtingen ten aanzien van de analoge tachograaf .......................................................... 9
4 De collectieve arbeidsverhoudingen ............................................................................. 10
4.1 De arbeiders tewerkgesteld in ondernemingen voor wegvervoer .................................. 10
4.1.1 Beperkingen van de arbeidsduur ........................................................................................... 10
4.2 Bezoldigingen .............................................................................................................. 11
4.2.1 A.R.A.B.-vergoeding ............................................................................................................... 11
4.2.2 Fonds voor bestaanszekerheid .............................................................................................. 11
5 Toepasselijke artikelen Sociale verordening n° 561/2006 .............................................. 12
, 1 De Sociale Verordeningen (EEG) en het AETR-verdrag
1.1 Wetgevend kader
De Europese Economische gemeenschap heeft de “sociale verordeningen” voor de vervoerssector
uitgevaardigd met het oog op het bereiken van:
Een verbetering van de verkeersveiligheid.
Een verbetering van de arbeidsomstandigheden in de wegvervoerssector.
Een harmonisatie van de concurrentievoorwaarden tussen de verschillende wijzen van vervoer
over land.
Een verbetering van de controle en de handhaving door de lidstaten.
1.2 De sociale verordening (EG) N° 561/2006
De verordening (EG) n° 561/2006 bepaalt de bepalingen inzake de rij- en rusttijden,
zoals onder andere:
De duur van de dagelijkse rijtijd en de mogelijkheid tot verlenging.
De maximale duur van de rijtijd per week.
De maximale duur van de rijtijd per 2 opeenvolgende weken.
De maximale duur van de ononderbroken rijperiode.
De toepassingsmodaliteiten voor de onderbreking van de rijtijd.
De duur van de dagelijkse rusttijd en de mogelijkheden tot inkorting en de opsplitsing.
De duur van de wekelijkse rusttijd en de mogelijkheden tot inkorting.
1.2.1 Toepassingsgebied
Het is zowel voor het vervoer voor eigen rekening als voor het vervoer voor rekening van derden.
1.2.2 Uitzonderingen
Uitzonderingen:
Zowel voor binnenlands en internationaal vervoer.
• Voertuigen voor wegvervoer van goederen waarvan het toegestane maximumgewicht dat
van de aanhangwagens of opleggers inbegrepen, niet meer dan 3,5 ton bedraagt.
• Voertuigen waarvan de toegestane maximumsnelheid niet meer dan 40 km per uur
bedraagt.
• Voertuigen speciaal uitgerust voor reparaties en wegslepen binnen een straal van 100km
rond hun standplaats.
Uitsluitend voor binnenlands vervoer.
• Voertuigen voor goederenvervoer van, of zonder bestuurder gehuurd door landbouw-,
tuinbouw-, bosbouw-, veeteelt of visserijbedrijven die in het kader van hun eigen
bedrijvigheid worden gebruikt voor ritten binnen een straal van 100km rond de
vestigingsplaats van het bedrijf.
• Land- en bosbouwtrekkers die worden gebruikt voor land- of bosbouwwerkzaamheden,
binnen een straal van 100km rond de vestigingsplaats van het bedrijf dat deze voertuigen
bezit, huurt of least.
• Voertuigen die uitsluitend gebruikt worden op wegen binnen hub-faciliteiten, zoals havens,
intermodale overslagcentra en spoorwegterminals.
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Zoenemegheer. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €15,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.