EXAMENVRAGEN PSYCHO1.Warrington & Shallice onderzochten 1 patient met een semantisch stoornis, met welk concept zou deze persoon het moeilijk hebben.
A.een kat
B.Palmboom
C.Auto
Iemand zei dat een kat en palmboom levend zijn en dus al wegvallen.
Een gitaar is een uitzondering bij de objecten o...
1. Warrington & Shallice onderzochten 1 patient met een
semantisch stoornis, met welk concept zou deze persoon het
moeilijk hebben.
A. een kat
B. Palmboom
C. Auto
Iemand zei dat een kat en palmboom levend zijn en dus al wegvallen.
Een gitaar is een uitzondering bij de objecten omdat het een instrument is, dus
daarom de auto? volgens mij klopt die uitleg in het oranje, staat normaal
gezien op ppt. De rest is levend maar de gitaar maakt geluid en das een
uitzondering als ik mij niet vergis. Auto is enige in functionele zin de andere in
perceptuele zin
Dit antwoord is correct, staat overigens wel uitgelegd in het handboek.
waar? pagina 36-37
D. Gitaar
Hoe weet je hier dat het gaat over de persoon waarbij de kennis
over levende dingen is uitgeschakeld? Ah oke bedankt!
Er staat 1 patiënt dus waarschijnlijk is een deel van de vraag
weggevallen, anders zouden ze de 4 patiënten bedoelen
2. De weber fractie van geluid is 0.15 en die van licht is 0.01. Wat betekent dit?
a. lichtintensiteit is gevoeliger dan geluidsintensiteit en er is net een
verschil tussen 30W en 30,3 watt (hoe komt men aan verschil in watt?)
(30.3-30)/30 = 0.01?
30x1,01=30,3
b. lichtintensiteit is gevoeliger dan geluidsintensiteit en er net
een verschil tussen 30Watt en 31Watt
c. geluidsintensiteit is gevoeliger dan lichtintensiteit en er net
een verchil tussen 30Watt 30,3 Watt
d. geluidsintensiteit is gevoeliger dan lichtintensiteit en er is net
een verschil tussen 30watt en 31 watt
3. Wie heeft een Nobelprijs voor zijn psychologisch onderzoek gewonnen?
A. Skinner (geen nobel)
B. Kahneman → nobelprijs voor economie maar gebaseerd op zijn
psychologisch werk
C. Pavlov (nobelprijs voor fysiologie, niet voor pavlovreactie
maar voor onderzoek naar spijsvertering)
D. Loftus (geen nobelprijs)
, 4. Stel dat je voor dit examen 10 vragen juist beantwoordt. Voor 10
vragen twijfel je tussen 2 alternatieven waartussen het juiste
antwoord zich bevindt. Voor 10 andere vragen gok je tussen 2
alternatieven waartussen het juiste antwoord zich niet bevindt. De
overige 10 vragen gok je tussen 3 alternatieven waartussen het
juiste antwoord zich bevindt. Welke score op gok je te behalen op
40?
10+(⅓ *10) + (1/9 * 10) - (10*(⅓)) = 11.11
Gemakkelijke taken gaan beter als er mensen toekijken,
schoenen aandoen gaat sneller als er toekijkend publiek is, pak
aan doen, moeilijke taak, gaat sneller als je alleen bent. De cijfers
zijn hier uitgedrukt in seconden, hoe lager, hoe sneller en hoe
beter.
A. 1-(1-0,35)^2 denk ik Klopt, correct, waar staat deze formule ergens in
het boek? staat in hoofdstuk 6 p185 oke dankje!
ahja ik zie het het is A schedel inhoud en
slim = 0 en rijke ouders -> dus je kan chique
restaurant
=> ma bij A is er toch een correlatie gewoon een negatieve? dus ik zou net
denken dat het B is?... Als u correlatie 0 is dan is er geen correlatie dus is u
correlatie toch het laagste neen?
. A is negatief gecorreleerd denk ik (hoe rijker je ouders zijn hoe minder je naar
de alma gaat?) en een negatieve correlatie is dus sws het laagst
A: Voor objecten op een afstand groter dan 5 m neemt de binoculaire dispariteit af tot nul,
daardoor neemt de resolutie van de dieptewaarneming af met grotere afstand (gevonden
op wiki: https://nl.wikipedia.org/wiki/Diepteperceptie
i Ik denk dat het antwoord A is. (handboek pagina 38) Klopt, denk ook niet
dat correlatie boven 1 of onder -1 kan gaan. top merci! op pagina 39 zag ik
iets van 2 -9% maar het is inderdaad A, da zijn procenten maar geen
correlatieniveau’s.
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Onlystudents. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,38. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.