INFORMATIEMANAGEMENT 2017-2018
1. BELEIDSINFORMATIESYSTEMEN IN DE 21 E EEUW
1.1 INLEIDING EN MOTIVATIE
Definitie van het voorwerp van deze curus: “wat zijn beleidinformatiesystemen?” deze vraag
valt uiteen in wat informatie is, wat systemen zin en wat informatiesystemen zijn.
De Wet van Moore
= Elke 18 maanden verdubbelt de snelheid van jouw computer
Technologie trends van de laatste jaren:
• Technologie in een bril (ER, VR…)
• Virtual reality headset
• 3D printer (vooral voor de farmaceutische sector)
• Bitcoin (weten vandaag de dag nog niet goed wat ze er moeten mee aanvangen) zie
artikel ppt (kunnen uitleggen = 1 punt extra op examen) -> is volledig digitaal, wordt
steeds populairder
• Overload aan data (de meeste bedrijven willen nog meer data opkopen
• Zelfrijdende auto’s
• Robots die werk overnemen (robotics = robots + software) -> als de robotten ons
werk overnemen moeten de robots dan belastingen betalen?
• Teamviewer (delen van jouw computerscherm over heel de wereld)
Er zijn wel veel risico’s verbonden aan al deze nieuwe technologie. Hoe kunnen we ons
beschermen tegen deze nieuwe uitdagingen?
• Bedrijven zien veel opportuniteiten in technologie
• Veel investeringen in it zijn succesvol (29%)
• De helft van alle it-projecten zijn of buiten budget of buiten tijd of… (52%)
• 19% heeft gefaald, en hoe komt dit nu?
Waterval methodologie:
= Iedereen mocht schrijven wat men als verbetering wou, dat zorgde ervoor dat men vooral
in de ‘challenge’ fase bleef hangen.
1
,Agile methodologie
= Probeert zo snel mogelijk resultaten weer te geven.
Bij IT zijn het de ‘users’ of gebruikers die de basis van de sector vormen. 29% van de iT-
projecten zijn succesvol een groot deel zitten buiten de tijd, geld of requirements. Er is zelfs
een lijst van it-projecten die gefaald zijn. Hoe kunnen we er toch voor zorgen dat het geld
dat men steekt in it-projecten toch winstgevend is? Want elk jaar zijn er steeds meer en
meer projecten waar er veel geld in gestoken wordt die toch falen.
1.1.1 OVER DE IMPACT VAN INFORMATIETECHNOLOGIE
Zeker in de dienstensector zijn de meeste bedrijven sterk afhankelijk geworden van hun
informatiesystemen voor het ondersteunen van de operationele werking van het bedrijf en
voor het aanleveren van de juiste informatie die nodig is voor het nemen van beslissingen op
tactisch en strategisch niveau. Dit loopt niet altijd even makkelijk.
Er zijn problemen tussen business en informatietechnologie -> De bedrijfsmensen hebben
bepaalde verwachtingen en eisen ten aanzien van informatiesystemen die hen moeten
ondersteunen bij de uitvoering van hun taken en gooien deze eisen als het ware over de
muur naar de mensen van de IT-afdeling. De informatici hebben de neiging om zich op de
technische aspecten van software ontwikkeling te concentreren en te kiezen voor de best
mogelijke oplossing. Maar de technologische beste keuze is niet altijd de beste keuze vnauit
bedrijfsorganisatorisch perspectief. Men moet dus rekening houden met de keuze gemaakt
in fucntie van de bedrijfsstrategie.
“Business-ICT alignment” = de mate van overeenstemming tussen bedrijfsstrategie en
informaticastrategie, krijgt de steeds meer aandacht. Het verkeerde gebruik van en
informatiesysteem kan resulteren in signigicante kosten, performantieverlies en negatief
effect op de prestaties van de onderneming.
Het uittekenen van de informatie-strategie en het nemen van investeringsbeslissingen met
betrekking tot informatietechnologie kan beter niet uitsluitend door informatici gebeuren.
Ontwikkelen ICT-strategie gebeurt in samenspraak met de bedrijfsmensen. Het beoordelen
van bedrijswaarde van de prjecten van IT vereist technische kennis, men kan toch de
technische details vermijden door zich te concentreren op de architectuur van het info.
Systeem.
In 1995: Standisch group publiceerde een rapport met cijfers over het slagen en falen vna
informaticaprojecten. Dit onderzoek was baanbrekend. Er is wel al veel kritiek op gekomen.
Interssanter is om te kijken naar de redenen voor succes/faling. Dit zijn de top redenen voor
succes, gevaar lopen en volledig falen van een project;
• Succes:
▪ User involvement
▪ Executive management support
▪ Clear statement of requirements
• Gevaar lopen:
▪ Lack of user input
▪ Incomplete requirements & specifications
▪ Changing requirements & specifications
2
,• Faling:
▪ Incomplete requirements
▪ Lack of user involvement
▪ Lack of resources
Goede communicatie en samenwerking tussen bedrijfsmensen en informatici zijn
nog steeds en een goede afstemming van projecten op de bedrijfsstrategie veel meer
bepalend voor het succes van investering in infor. Systemen dan de technologie zelf.
Het is dus belangrijk dat de kenniswerkers in de verschillende bedrijfsdomeinen de
fundamentele structuur begrijpen van de systemen waar ze mee werken. En dat de
bedrijfsleiders die de opdrachtgevers van informaticaprojecten zijn begrijpen wat de impact
van informatiesystemen op de organisatie is.
INFORMATIETECHNOLOGIE HEEFT DE WERELD VERANDERD
Informatietechnologie heeft de wereld veranderd. Deze verandering heeft ook een grote
impact op de manier waarop bedrijven en individuen in concurrentie staan met elkaar.
In zijn boek de „The world is flat“, beschrijft Thomas Friedman hoe de basis van de
concurrentie over eeuwen en recente jaren is veranderd. Hoewel het boek vanuit een
economisch perspectief wordt geschreven, beschrijft het perfect het effect van
informatietechnologie op het macroniveau. Thomas Friedman argumenteert dat de wereld
door 3 globaliseringsfasen is gegaan.
• Globaliseringsfase 1.0: omvang van de wereld is gekrompen van groot tot
middelgroot.
o Begonnen toen Columbus de nieuwe wereld ontdekte en werd gedreven door
de vraag hoe een land zichzelf kon positioneren in de globale wereld.
o Krachten om een positie te verwerven in de globale wereld: spierkracht,
paardenkracht, windkracht, stoomkracht.
o Concurrentie op niveau van landen
• Globaliseringsfase 2.0: begon rond 1800 wereld is gekrompen van middelgroot tot
klein.
o De concurrentie/ samenwerking speelde op niveau van multinationale
ondernemingen
o Globale integratie aangedreven door dalende vervoerskosten, dalende
communicatiekosten.
o Hoe kon een bedrijf een plaats vervoeren in de wereldeconomie
3
, • Globaliseringsfase 3.0: rond 2000, de wereld is verder gekrompen tot uiterst klein, in
deze fase zitten we nu.
o Het speelveld is afgevlakt en concurrentie en samenwerking gebeuren op het
niveau van het individu.
o Thomas Friedmann: “Vlakke wereldplatform” is ontstaan door 10 afvlakkende
krachten. -> 3 technologische krachten.
o Volgens Friedman begon globalisering 3.0 met enkele flatteners nl;
▪ Flattener #1: de val van de Berlijnse muur 1989. Vanaf dan was de
wereld eengemaakt en kon het vrijemarktkapitalisme zich verder
ontwikkelen. Windows operating system brak door.
▪ Flattener #2: opkomst van internet met gratis beschikbaar Netscape.
Netscape maakte het mogelijk dat gelijk wie in staat was het internet
te gebruiken. De basis van de webbrowser was een vrij beschikbare en
standaardmanier om info te coderen. Deze set van regels worden http
(hypertext transfer protocol) genoemd. Dit resulteerde allemaal in een
explosieve vraag naar digitalisering van informatie en producten.
▪ Flattener #3: opkomst van Workflow en van XML. Windows-pc gaf
iedereen de mogelijkheid om met digitale content te werken. Toch
waren er nog een aantal problemen. Uitwisselingsproblemen werden
opgelost door gemeenschappelijke uitwisselingsformaten zoals EDI
(electronic data interchange). Met de opkomst van XML werd het veel
gemakkelijker om informatie en documenten uit te wisselen.
Flatteners 2 en 3 zijn inherent verbonden met informatietechnologie.
De volgende 6 flatteners gaan niet over technologische ontwikkelingen, maar zij
bestaan niettemin enkel dankzij het internet;
▪ Flattener #4: De mogelijkheid om te uploaden. Aanvankelijk was het
internet hoofdzakelijk een download medium. Internetgebruikers
begonnen dus mogelijkheden te ontwikkelen om inhoud op internet
te uploaden. Dit begon met het gemeenschappelijk ontwikkelen van
software (= open source software bv; Linux) en het gemeenschappelijk
ontwikkelen van informatieve content (bv; Wikipedia).
▪ Flattener #5: “outsourcing”, ontstaan door de combinatie van
wereldwijd beschikbare telecommunicatienetwerken, de pc, het
internet en de eenvoud waarmee informatie kan uitgewisseld worden.
Outsourcing betekent dat een of andere specifieke functie die uw
bedrijf binnenshuis deed, nu wordt uitgevoerd door een andere partij
en waarbij het resultaat van de uitbestede taken vrijwel naadloos (of
toch zeer gemakkelijk) wosolowrden geherintegreerd in het normale
werkproces. Typisch vb; uitbesteden van catering en het
schoonmaken. Dit is een voorbeeld van een activiteit die niet
gedigitaliseerd kan worden.
▪ Flattener #6: “Offshoring”, betekent dat de gehele productie wordt
gedelocaliseerd. Het zal niet leiden tot grote vervoerskosten wanneer
een product gedigitaliseerd kan worden omdat een gedigitaliseerd
product wereldwijd aan extreem lage kosten over het internet kan
worden verscheept.
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur handelswetenschappenfluisteraar. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €0,00. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.