Begrippenlijst JAL
Human Ze redeneren niet perfect. Ze werden niet
door de economie bedacht. Vb we
interpreteren vaak verkeerd
Econs Ze zijn perfect. Dit term is ontwikkeld in de
economie. Deze econs bestaan elke als
natuur.
Nudging We kunnen gemanipuleerd worden wat soms
geen slecht ding.
Systeem 1-denken Snel intuïtief, automatische piloot. Bij
systeem 1 denken gaat men vaak verbanden
creëren die geen vat op elkaar hebben.
Systeem 2-denken Traag, rationeel, enkel bewust te activeren.
Overgang van systeem 2 naar 1 denken. Door vaak iets te oefenen, zal dit makkelijk
worden. Maar doordat je iets makkelijk vindt,
zal je vergeten waarom je in het begin
moeilijk vond.= CURSE OF KNOWLEDGE
Curse of knowledge Soms verlies je de moeilijkheid van de
leerstof voor iemand die geen vertrouwen
heeft op die leerstof
Vier centrale verbanden Voorwaardelijke verbanden, via-verbanden,
causale verbanden en als-het-ware
verbanden.
Voorwaardelijke verbanden Bepaalde zin of uitspraak (‘propositie’) vormt
voorwaarde voor andere propositie
Via-verbanden (‘metonymie’) een ding of entiteit gebruiken (vehikelentiteit)
om mentale toegang te krijgen tot andere
entiteit (doelentiteit) dat er in onze ervaring
nauw mee verbonden is
Apofenie Neiging om verbanden te leggen tussen
dingen die niet gerelateerd zijn
Causale verbanden Neiging om samenhangende gebeurtenissen
in een relatie van oorzaak en gevolg tot
elkaar te plaatsen
Correlatie aangeven in welke mate variabelen verband
met elkaar houden
Causale verbanden (2) (1) zwakke correlatie tussen feit 1 en feit 2
(2) onbepaalde richting van causaal verband
, ‘paraplu’ en ‘regenen’
(3) alternatieve verklaringen
zoals gemeenschappelijke oorzaak, bv.
‘keizersnede’ en ‘autisme’
(4) overhaaste extrapolatie
‘neerslag is goed’ (maar niet altijd!)
(5) vage beschrijving van de oorzaak
(6) geen oog voor kwantitatieve gegevens
(‘base rates’)
Als-het-ware verbanden (metaforen) een concreet brondomein gebruiken om
entiteit uit doeldomein beter te begrijpen
Redenering een aaneenschakeling van beweringen,
waarbij één bewering (‘de conclusie’) wordt
afgeleid uit één of meerdere andere
beweringen (‘de premisse(n)’).
Voorwaardelijke uitspraak uitspraak die bestaat uit twee delen. Het ene
deel geeft een voorwaarde aan; het tweede
deel geeft een gevolg aan dat afhangt van
de voorwaarde in het eerste deel.
Antecedens Komt als eerste in de redenering
Consequens Komt als tweede in de redenering
Premisse stelling die in een redenering gebruikt wordt
om conclusie te rechtvaardigen
Propositie abstract object dat ofwel waar is, ofwel
onwaar is (maar niet beide)
Bewering bevestiging van de waarheid of onwaarheid
van een propositie
Redenering ≠ argumentatie Redeneringen zijn geldig of ongeldig;
argumentaties zijn deugdelijk of ondeugdelijk
Een geldige redenering vormt (idealiter) de
basis voor een deugdelijk argument
, (‘conditioneel verband’)
Juridische norm vaak herformuleerbaar als conditioneel
verband tussen twee proposities – rechtsfeit
en rechtsgevolg
Inclusieve disjunctie ‘p v q’: inclusieve disjunctie; p en q mogelijk
allebei waar
Exclusieve disjunctie ‘p ⊻ q’:p en q onmogelijk allebei waar
Replicatie; noodz vw Slechts als p dan q’ wordt geformaliseerd als
‘p ⃪ q’
Conversen Zinnen waarbij de materiële implicatie wordt
omgekeerd
Deductief geldig Waarheid premissen → waarheid conclusie
Onmogelijk dat premissen waar zijn maar dat
de conclusie tegelijk onwaar is
Negatie van de conclusie is onwaar als
premissen waar zijn
Waarheid conclusie hangt af van waarheid
premissen
Inconsistentie onmogelijkheid dat proposities tegelijk waar
zijn
Puzzeldenkfout neiging om coherente verhalen als ware
verhalen te beschouwen
Contradictorische uitspraken het één of het ander
onmogelijk dat p en q allebei
tegelijk waar zijn
onmogelijk dat p en q allebei
tegelijk onwaar zijn
als p waar is, moet q onwaar zijn (en
omgekeerd)
Vb: ‘A woont in Antwerpen’ en ‘A woont niet
in Antwerpen’: één van de twee
Contraire uitspraken derde weg mogelijk – max 1 waar
onmogelijk dat p en q allebei tegelijk waar
zijn
Wél mogelijk dat p en q allebei tegelijk
onwaar zijn
Vb: ‘A studeert rechten’ en ‘A is rechter’: max
1 waar, mogelijk geen (bv. A studeert
geneeskunde)
Subcontraire uitspraken: derde weg ‘omgekeerde’ van contraire uitspraken
, mogelijk – min 1 waar mogelijk dat p en q allebei tegelijk waar zijn
Wél onmogelijk dat p en q allebei tegelijk
onwaar zijn
Vb: ‘Sommige naties zijn democratieën’ en
‘Sommige naties zijn geen democratieën’:
min 1 waar, mogelijk allebei
Syllogisme Vorm van deductief redeneren
Inductief redeneren Niet vertrekken vanuit algemene regel, maar
vanuit concreet geval (‘omgekeerde van
deductief’)
Logica = vorm (= wijze waarop proposities met
elkaar worden verbonden). Logica stelt
waarheid van premissen niet in vraag
Feitelijke juistheid? Irrelevant voor logica
Centrale modaliteiten verplichting, toelating, verbod,
nalaatbaarheid, optie
Verplichting: wat verplicht is – OB
Toelating wat toegelaten is (en dus niet verboden) –
PE
Verbod wat verboden is (en dus niet toegelaten) – IM
Nalaatbaarheid: wat mag worden nagelaten (en dus niet
verplicht is) – OM
Optie wat optioneel is (en dus niet verplicht noch
verboden is) – OP
Modus ponens bevestiging van het antecedens
Modus Tollens ontkenning van het consequens
Twee diepgewortelde redeneerfouten bevestiging antecedens = geldig
→ bevestiging consequens = ongeldig
ontkenning consequens = geldig
→ ontkenning antecedens = ongeldig
Geldige redenering ofwel correct, ofwel incorrect
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur uastudent2019. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.