lOMoAR cPSD| 21138985
GESCHIEDENIS VAN DE STEDENBOUW
H1: WAT IS EEN ‘STAD’? WAT IS ‘VERSTEDELIJKING’? EN WAT IS
‘GESCHIEDENIS VAN DE STEDENBOUW’? EEN POGING TOT
BEGRIPSBEPALING.
WAT IS EEN STAD?
steden zijn er in alle soorten, maten, groottes en verstedelijkingsvormen. Welke gemeenschappelijke kenmerken
kunnen we uit distilleren?
In de literatuur vind je veel omschrijvingen en pogingen tot definitie van een stad, maar weinige zijn echt
bruikbaar. Nu eens ligt het accent op het juridische, dan weer op de grootte, of op de economische of politieke
betekenis. Een totaalperspectief ontbreekt.
Cultuurgeschiedenis: Lewis Mumford ‘What is a City?’ (1937)
Amerikaanse cultuur filosoof
“The city is its complete sense (…) is a geographic plexus, an economic organization, an institutional process,
a theater of social action, and an aesthetic symbol of collective unity. The city fosters art and is art; the city
creates the theater and is the theater.(…)”
Geografische redenen
Economische verbanden
Leiding, macht
Decor voor mensen
Stad is symbool van trots
“Social facts are primary, and the physical organization of the city (…) must be subservient to its social needs”
Stedenbouw minder te maken met gebouwen dan met inwoners
Deze definitie van Mumford is ook een kritiek: ze is vooral van toepassing op de Middeleeuwse stad, die hij
als het ideale stadsmodel zag. In de moderne metropolisgroto metropolen van zijn tijd vond Mumford deze
sociale en culturele kwaliteiten niet terug – inegendeel.
Sociologie: Louis Wirth ‘Urbanism as a Way of Life’ (1938)
“While the city is the charachteristic locus of urbanism, the urban mode of life is not confined to cities. For
sociological purposes, the city is a relatively large, dense and permanent settlement of heterogeneus
individuals”
Redelijk groot, dens, permanent
“the city is not only in ever langer degree the dwelling-place and the workshop of modern man, but it is the
initiating and controlling center of economic, political, and cultural life that has drawn the most remote parts
of the world into its orbit and woven diverse ereas, peoples, and activities into a cosmos.”
Wirth is vooral geïnteresseerd in wat de essentiële karakteristieken van een stad (in vgl met andere
nederzettingsvormen, zoals het dorp) en of/hoe die het gedrag van de stedelingen beïnvloeden.
Planeet verstedelijkt stedelijke context iedereen van elkaar afhankelijk, platteland niet
Verstedelijking is niet alleen een ruimtelijk maar ook een cultureel en sociaal fenomeen
VERSTEDELIJKING
Vier beelden van Mumbai (India), met
25miljoen inwoners de 4e grootste
stedelijke agglomeratie ter wereld, die
de gevolgen/uitdagingen van snelle
verstedelijking goed samenvatten
(kans) armoede
Lucht- en watervervuiling
Duurzaam transport
Impact op de (natuurlijke)
omgeving
beelden van Mumbai (India) 1
, lOMoAR cPSD| 21138985
WAT IS VERSTEDELIJKING?
“on the most straightforward level, urbanization describes a
shift in the compositionof the population. The fraction living
in towns grows in relation to the fraction that remains rural.
In practice, though not as a matter of logical necessity, the
shift involves a flow of people from rural to urban habitats”
Grote groepen mensen vestigen in stad
Vlaanderen: tussen steden verstedelijkt ook
Steeds meer mensen leven van industrie en diensten;
steeds minder van landbouw. Daardoor moet het
voedsel voor een stad van steeds verder komen. De druk
op omgeving wordt ook groter
Op planeet meer mensen in stedelijke omgeving dan niet
Mensen meer afhankelijk van elkaar
WAT IS (DE GESCHIEDENIS VAN) STEDENBOUW?
‘Stedenbouw’: de (studie van de) interactie tussen bebouwde omgeving en de politieke, sociale, technische,
wetenschappelijke, culturele, … aspecten van haar inrichting. Het is met andere woorden discipline op de grens van
sociale en de exacte wetenschappen, de planologie en de architectuur.
PERSPECTIEVEN OP STEDENBOUW
Morfologische invalshoek
Stad als een ruimtelijke artefact
zoeken naar patronen in ontstaan, ontwikkeling en planning.
Hoe verschillende steden herkennen
Socio-culturele invalshoek
De stad als ruimtelijke neerslag van maatschappelijke verhoudingen en (politieke) ideologieën
stedenbouw en planning als instrumenten van macht
welke manier reflecteert stad plattegrond naar agenda van gene die erachter zit
stedenbouw als dicipline
Aandacht voor het denken en discours over de stad
Bebouwde omgeving als wetenschappelijk, artistiek en sociaal studieobject
WAAROM GESCHIEDENIS VAN STEDENBOUW?
Gorden Childe (1892-1957): “the urban revolution” (1957)
Marxissche benadering:
Geloof geschiedenis niet lineair maar met sprongen
Geschiedenis evolueert in ‘sprongen’ (‘revoluties)
Dramatische transformaties
Materialisme: focus op economie industrie, landbouw
3 ‘revoluties’ of ‘paradigm shifts i/d evolutie van de menselijke beschaving:
Neolitische revolutie
Van nomadische jagerscultuur naar stedentrare, agratische
bestaansvorm
Kleine nederzetting
Bv: bison vangen en kweken in plaats van telkens gaan zoeken
‘Urban revolution’ (3500-1500 BC)
Ontstaan van complex hiërarchisch maatschappijsysteem gebaseerd op
productie en handel
Steden
Vanaf wanneer stad?
2
, lOMoAR cPSD| 21138985
Industriële revolutie (19e eeuw)
Grootschalige transformaties door mechanische productie en distributie
Volgens Childe is de stad product en katalysator van menselijk beschaving; dit type nederzetting heeft beslissende rol
gespeeld in ontwikkeling van maatschappij. De geschiedenis van de stedenbouw geeft dus een bijzonder inzicht in de
menselijke beschavingsgeschiedenis.
DE ‘STEDELIJKE REVOLUTIE’ (3500-1500 BC)
Kleine nederzettingen krijgen boost
Productie en handel
Childe: dorpsgemeenschap wordt stedelijk als
Grootte en dichtheid (Ur: 30 000 inwoners)
Diversiteit in bevolking (beroep, achtergrond, opleiding; …)
Complexe maatschappelijke organisatie, notie van ‘algemeen belang’
Economisch: handel over lange afstand
Weinig gezegd over vorm van stad
Bv: Ur (Mesopotamië)
Grondpland van Ur bevat alle componenten van de stadzoals ze er tot 19e
eeuw uitziet
Omwalling (bescherming)
Nabijheid water (extra bescherming)
Centrals burcht of heiligdom (top van maatschappij)
Dicht weefsel van straatjes en woningen
Vorm van stad werd gebruikt in 19e eeuw (300 jaar lang)
DE ‘INDUSTRIELE REVOLUTIE’ (19e EEUW)
Plattelandsvlucht
Steden worden industriële productiecentra vol fabrieken
“At this moment the four natural limits on the growth of cities were thrown off” (Mumford)
Factoren die steden stabiel hielden verdwenen
Voeding: continue water- en voedseltoevoer door beter transport
Militair: omwalling niet langer nodig groei buiten de wallen
Vervoer: gemechaniseerd verkeer (fiets, stoomtrein, tram, later auto)
Energie: niet langer afhankelijk water, wind, paard
Mechanisering, massaproductie en massadistributie
explosieve verstedelijking
ellende in Londen midden 19e eeuw
De toenamen in aantal miljoenensteden voglt de evolutie van de wereldbevolking. Die verdrievoudiging tussen 1950 en
2000 leeft ½ van de wereldbevoling in een stedelijk milieu.
ONTSTEDELIJKING, SUBURBANISERING EN ‘SPRAWL’ IN DE 21e EEUW
Steeds meer mensen vuiten stad wornen
Factoren
Spralw
Telecommunicatie
3
, lOMoAR cPSD| 21138985
Mobiliteit
Delocalisatie (bv: fabrieken verwijderen)
Veroudering
SUBURBANISERING EN ONTSTEDELIJKING: EEN GLOBAAL FENOMEEN
Wonen in Amerika, goedkoop gebouwd
Gebouwen met lening
Lening niet betaald
Huis naar bank
Bank breekt huis af
Grond meer waard zonder huis
ONTSTEDELIKING OD NIEUWE STEDELIJKE CONDITIE? DE ‘NETWERKSTAD’
De nieuwe stad is een luchtige metropool met dorpjes, stedelijke centra, suburbs, Detroit, failliet van stad (1949-2003)
industrieterreinen, havens, vliegvelden, bossen, meren, stranden,reservaten en
monoculturen van de hoogtechnologische landbouwarealen.
De stad is getransformeerd tot een eigentijds cultuurlandschap met velerleisoorten enclaves, die op schijnbaar
willekeurige plaatsen tot ontwikkeling komen.
Netwerkstad: niet langer een collectie ‘plekken’ maar geheel van ‘activiteiten’, ‘trajecten’ en ‘bestemmingen’
H2: DE STAD IN DE KLASSIEKE OUDHEID
D.F. KITTO, ‘THE POLIS’
Net zoals Mumford, is ook bij Kitto zijn voorliefde voor de polis belagen met een soort nostalgie; ze vertegenwoordigt
kwaliteiten die hij niet terug vindt in de vele nieuwe steden die na WOII worden ontworpen en gebouwd.
‘Polis’: (heeft geen eenduidige betekenis)
‘Stronghold’ (‘citadel’), ‘state’, ‘people’ (groep mensen), ‘a way of life’ (manier van met elkaar omgaan)
Fysieke, territoriale entiteit …
Ommuurde stad + omliggende territotium
Centrum voor bestuur, defensie, erediensten rechtspraak
… vooral sociale en politieke organisatievorm
‘groep mensen’ (demos); ‘leefgemeenschap van vrije burgers’, ‘manier van leven’
Instrument én symbool van directe democratie en zelfrealisatie van elke burger
Belangrijke kenmerken
Intieme relatie met natuur en geografie (Griekse topografie is heel hard)
Kleinschalig: beparkt aantal inwoners (waarom?)
Iedereen kan vrijheid realiseren
Democratie gaat nier met te veel mensen
Publieke gebouwen (stoa, theater, tempels, stadion) structureren het stedelijk weefsel
Woningen zijn klein en eenvoudig
Acropolis: tempelcomplex
Agora: politiek centrum; ‘hart van de democtatie’
Polis: stadstaat, het volk, levenswijze van dat volk
ORGANISCH GRGROEIDE STEDEN: ATHENE
Muur rond polis: militair, grens polis erbuiten andere wereld
Marktplein aan voet van heuvel later formele politieke plek
Burcht wordt later gezien als heilige plaats
Stoa= overdekte buitenruimte
Pan-Helleense weg= weg naar heiligheid/tempelcomplex
4