Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Filosofie voor Pedagogen €6,83
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Filosofie voor Pedagogen

 2 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Dit is een samenvatting van alle colleges en werkgroepen voor het vak 'Filosofie voor Pedagogen'. Door het leren van deze samenvatting is er voor het tentamen een 7,6 gehaald.

Aperçu 4 sur 35  pages

  • 17 novembre 2024
  • 35
  • 2024/2025
  • Resume
avatar-seller
Filosofie voor Pedagogen
Week 1
Volgens Plato en Aristoteles begint de filosofie met verwondering en de verwondering leidt
tot stilstand in het denken. Met filosoferen ben je niet alleen bezig met het verklaren van
dingen, maar je kijkt ook naar de dingen, je gaat er over nadenken en je wil er inzicht over
verkrijgen. De verwondering treedt op bij de filosofie als vertrouwdheid in dingen wegvalt.
Dit kan leiden tot verschillende reacties. Het relativisme, dan is er geen absolute waarheid en
filosofie, dan ga je het analyseren en onderzoeken voor meer inzicht.
Kant zag filosofie als een kritische houding en hij kwam uit de Verlichting.
Kant maakte onderscheid tussen het verstand en de rede. Het verstand gaat over de zintuigen
en is een hulpmiddel voor een bepaald doel. Je kan het ook wel vergelijken met een
rekenmachine. De rede gaat verder dan dit. Het helpt ons bij de betekenis van iets en het
inzicht. Filosofie kan je volgens Kant vergelijken met de rede. Je neemt niet alleen dingen
aan.
Wittgenstein zag filosofie als een verwarring door de taal. Volgens hem is filosofie het
analyseren van de taal. Het doel hiervan is helderheid.
Tussen deze verschillende definities zijn bepaalde overeenkomsten. Het gaat over vragen
stellen, het kritisch kijken met als resultaat een beter en duidelijker inzicht.
Er zijn bepaalde voorbeelden van filosofie in de vakwetenschappen. Je hebt het onderzoek
naar intelligentie. Vroeger werd dat gekoppeld aan de grootte van de schedel. Tegenwoordig
gaat het over het IQ, maar hier worden vragen over gesteld.
Het 2e punt is gehechtheid. Bij gehechtheid zijn culturele verschillen waardoor onderzoeken
tekort kunnen schieten.
Het 3e punt is de imperialisme economische denkwijze. Het economisch model gaat over
kosten en baten. Er wordt een rationele analyse gemaakt. Tegenwoordig wordt dit kosten en
baten model ook in andere situaties gebruikt.
Er zijn bepaalde problemen met filosofische vragen. Het is moeilijk om die vanzelfsprekende
veronderstellingen op te sporen. Ook kan er moeite zijn met die discussies. Er is moeite met
deze veronderstellingen in twijfel te trekken.
In de Oudheid en Middeleeuwen was er een ware, stabiele en universele werkelijkheid. De
centrale vraag was: ‘Hoe werkt de wereld?’. En de Bijbel stond erg centraal. Bekende Griekse
filosofen uit deze tijd waren Socrates, Plato en Aristoteles. Zij geloofden in de ware orde.
Deze ware orde kon je begrijpen door goed na te denken en te redeneren. Bekende Westerse

,filosofen uit deze tijd waren Augustinus en Thomas van Aquino. Zij geloofden in de absolute
bovennatuurlijke orde, namelijk God.
In de Moderne Tijd lag de waarheid in het denken van de mens. De nadruk lag op de kracht
van het verstand en de logica. In deze tijd stond de mens en het denken centraal. Het ging
minder om de wereld buiten ons, maar hoe we zelf de wereld ervaren.
In de Hedendaagse Tijd werd gezegd dat de waarheid niet vaststond. Het is afhankelijk van
ons perspectief. In deze tijd ging het veel over de decentrering van het subject. Hoe de mens
dus beïnvloed wordt en het idee dat wij mensen niet autonoom zijn.
Onze persoonlijkheid wordt gezien als continuïteit, het is een oorsprong van ons gedrag en het
is een samenvatting van eigenschappen. Wat blijft er dan constant? Er zijn hierbij 3
mogelijkheden namelijk de geheugentheorie en de narratieve identiteit. Dit is je levensverhaal
dat je deelt en begrijpt. Ook zijn het dus je opvallende eigenschappen die je samenvat. Maar
Hannah Arendt vraagt zich af of dit wel samen te vatten is.
Hannah Arendt kwam met 3 Human Conditions. Als eerste heb je de mens. Dit is een
voortbrengsel van de natuur en het heeft arbeid nodig om in leven te blijven. De 2e is een
thuis scheppen en de 3e is het leven tussen andere mensen.
Het wat van Hannah Arendt gaat over de arbeid en het werk. Het gaat over je kwaliteiten en
eigenschappen en hoe je deze kwaliteiten en eigenschappen gebruikt in je werk en dagelijkse
leven. Het wie van Hannah Arendt gaat over het handelen. Het gaat over wie je bent en dit
komt naar voren tijdens interactie met anderen. Het is je unieke identiteit en komt naar voren
in echte handelingen.
Volgens Hannah Arendt is identiteit iets wat naar voren komt tijdens het handelen en spreken.
Deze identiteit komt meer naar voren in een verhaal dan in een opsomming van
eigenschappen, en dus is het niet vast te leggen in eigenschappen.
Maar het levensverhaal van de mens verandert natuurlijk en het is afhankelijk van het
perspectief, dus is het argument van Hannah Arendt wel zo sterk?
Een correct argument bestaat uit een claim die volgt uit de gronden. Deze claim moet logisch
uit de gronden komen en deze gronden moeten overeenkomen met de werkelijkheid. Een
claim is geldig als de claim uit de gronden volgt en een claim is waar als de gronden waar
zijn.
Volgens Paul Wolters zijn er 5 domeinen als het gaat over filosofische vragen.
1. Omvattende kwesties die ieder specialisme overstijgen (Wat betekent het om mens te
zijn?).

, 2. Levensbeschouwelijke problemen die niet helder gearticuleerd zijn (Hoe vinden we
betekenis in een wereld die vaak als chaotisch en onvoorspelbaar wordt ervaren?).
3. Kennisvragen die fundamenteler zijn dan vragen die een specialist kan beantwoorden
(Wat is de aard van waarheid en hoe kunnen we weten of iets werkelijk waar is?).
4. Morele vragen (Wat maakt een handeling moreel juist of verkeerd?).
5. Politieke vragen (Wat is de rechtvaardige verdeling van middelen en kansen binnen
een samenleving?).
Ook heeft Paul Wolters een bepaalde karakterisering van filosofische vragen. Filosofische
vragen zoeken volgens hem naar de essentie, je doet onderzoek naar de betekenis van
concepten en vooronderstellingen, het legt geen grenzen aan kennis en kijkt naar de
ontstaansgeschiedenis van een probleem.
Als je naar Dewey zou kijken dan zou volgens hem een filosofiedocent ervaringsgericht
moeten zijn, hij zou het kritisch denken moeten bevorderen, de democratische waarden
ondersteunen en een leeromgeving creëren die relevant is.
Hannah Arendt zou het kritisch denken en reflectie relevant vinden, leerlingen zouden volgens
haar moeten worden voorbereid op de samenleving, de leerkracht moet de leerlingen
aanmoedigen om de verantwoordelijkheid en vrijheid te begrijpen en dit uit te oefenen. Een
dialoog met morele houding is volgens haar ook belangrijk.
Een methode is het volgen van een gestructureerd plan. Hiermee werkt een deskundige
leerkracht die streeft naar het bereiken van de leerdoelen.
Meditatie gaat over het diep nadenken en reflecteren. Dit wordt gebruikt door de meesterlijke
leerkracht. Deze leerkracht wil gesprekken stimuleren en ook de zelfontdekking stimuleren.
Deze leerkracht past zich aan waar nodig en heeft meditatie nodig voor concentratie.

, Week 2
Socrates maakt gebruik van het socratisch gesprek. De stappen voor een socratisch gesprek
zijn:
1. Het formuleren van een uitgangsvraag.
2. Voorbeeld geven uit ervaring.
3. Het formuleren van een kernbewering.
4. Het zoeken van rechtvaardiging. Welke vooronderstellingen liggen ten grondslag voor
deze kernbewering.
5. Het toetsen van de rechtvaardiging. Is de kernbewering namelijk een antwoord op de
vraag?
In het onderwijs wordt dit nog steeds gebruikt voor het verkennen van ideeën.
En heeft opvoeding te maken met meningen of echte kennis?
Er zijn verschillende ideeën over het begin van de filosofie. Het 1e idee was de verandering
van mythos naar logos. Mythos zijn verhalen over goden en helden en hebben vaak een
diepere betekenis. Logos kwam op met de komst van de filosofie. Dit zijn de rationele
manieren om uit te leggen.
Logos en theoria zijn afstandelijke manieren om te kijken naar de werkelijkheid. Je bent dus
eigenlijk aan het observeren. De bestaande orde wordt ter discussie gesteld.
Het 2e idee zijn de Mileziërs. De Mileziërs behoorden tot de rijke zeemacht en in hun vrije tijd
gingen ze veel nadenken. Ze verbonden de verklaringen niet aan God en dus konden deze
mensen beschouwd worden als de 1e physici. De Mileziërs werden beschouwd als de eerste
filosofen, omdat ze vertrouwden op de rede; ze geven argumenten en ze hebben een logische
manier om de wereld te begrijpen. Ook zoeken ze naar natuurlijke oorzaken; ze keken verder
dan naar wat je ziet.
Pythagoras wordt ook wel beschouwd als de 1e filosoof, omdat hij zoekt naar een diepere wet.
Hij voegde iets nieuws toe door door te vragen en dus niet akkoord te gaan met simpele
antwoorden.
Daarnaast was er nog Socrates. Hij zocht naar de waarheid en de juiste manier van leven.
Voor deze dingen had hij niet 1 definitief antwoord. 2 vragen waren voor hem belangrijk:
- ‘Wat bedoel je?’
- ‘Klopt het?’
Socrates wordt ook wel beschouwd als de 1e filosoof, omdat hij het vanzelfsprekende
betwijfelde en omdat hij de waarheid zo belangrijk vond.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur maudvisser1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,83. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

50843 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,83
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté