INLEIDING POWERPOINT
PRESENTATIE
Deel 1
H1 INLEIDING TOT HET RECHT
Stellingen
1. Kan beargumenteerd worden (+), soms moet er iets gebeuren voor de wet wordt
aangepast. Recht komt achter, denkt bv. Acid
2. Wetten gelden niet altijd voor iederen, nog op terugkomen in de les.
Bv. koning is absoluut onschendbaar.
3. Recht wordt gemaakt, opgelegd, uitgevoerd en gecontroleerd door de staat. Bij
voetbal ben je contactueel verbonden =/ wet
4. Burgerlijk recht is tussen burgers onderling, politie gaat hierin niet helpen
5. Hebben van rechten komt met verplichtingen, recht op onderwijs
-> deftige attidute
WAT IS RECHT?
- Zaak van alle burgers
- Iedereen interessant en handig. Iedereen wordt met recht geconfr. en wordt
geacht de wet te kennen
- Gepubl. in staatsblad, na 30 dagen ied geacht dit te weten
- Wetgeving wordt consant geüpdate.
- Recht gemaakt, opgelegd, gecontroleerd, uitgevoerd door overheid
- Recht =/ rechtvaardigheid of gods. regels
- Wetgeving altijd verbonden met staat
1. ALGEMENE INLEIDING
1. Verbod
2. Toelating
(organieke regels = procedure wetgeving, bv. bepaald hoe een proces gevoerd
moet worden)
3. Dwingend recht -> beschermt maatsch., moet gevolgd worden
4. Aanvullend recht -> veel van burgerlijk recht
Als je iets aankoopt heb je herroepingsrecht van bv 30 dagen, als voordeel voor
klanten mag je vermeerderen
5. Algemene/ individuele normen
H2 INDELING V/H RECHT
, Publiek recht?
Altijd iets met overheid; onder mekaar of overh.- burger
->internationaal pub. Recht
->nationale pub. recht
1. grondwettelijk recht (= constitutioneel recht)
- basis van onze rechtstaat
- onderscheid tussen uitv. macht, wetgev. macht en controlerende
- hoe ons land georganiseerd is
- veel kleiner dan bv admin.
2. administratief recht (= bestuursrecht)
- bv. milieurecht, media recht, onderwijs recht
- grote categorie; alles met administratie
3. strafrecht
- geen privaatrecht want wordt gezien als iets dat ons beschermt,
als je iets doet schaadt je ook de staat dus:
Advoc. Maatsch./ samenleving Openbaar ministerie of parket
- materieel strafrecht: boek met alles was niet mag
- formeel strafrecht: hoe wordt procedure gevoerd
4. fiscaal recht
- boekhouden, belasting; de staat heft dit
Privaat recht? = burgerlijk recht
Verh. Tussen burgers onderling (geen overh.)
- (Internationaal)
- Nationaal
1. Personenrecht
2. Familierecht ( bv. recht om te scheiden)
3. Familiaal vermogensrecht (testamenten, schenkingen,…)
4. Goederenrecht (eigendom,…)
5. Benoemde contracten ( koop en huur contracten)
Gemengd recht?
-stuk privaat maar ook stuk publiek (overheid)
1. Ondernemingsrecht
° privaat: economisch
°publiek: marktrecht
2. Sociaal recht
°privaat: arbeidsrecht
, °publiek: socialezekerheidsrecht bv. geschillen over soc.z. toestand
Rechtsmisbruik?
- Niet omdat je recht hebt, je dat ongelimiteerd en altijd kan gebruik
Uw vrijheid eindigt waar de vrijheid van iemand anders begint.
Bv. recht op vrijemeningsuiting maar mag geen eerroof worden
Denk aan voorbeeld burgemeester en watertoren, recht
gebruikt om iemand anders te jemmen
H3 BRONNEN VAN HET RECHT
- Internationale bronnen - Bindende normen - Gezaghebbend ,nooi
(verdrag) - Gezaghebbende t bindend
- Eu bronnen (verordening, normen
richtlijn, besluit)
- Bindend
INTERNATIONALE VERDRAGEN
- Door grootheden opgelegd
- Verdragen zijn altijd een stukje op basis van consensus
recht van EU anders,
WETGEVING IN DE BREDE ZIN
INTERNATIONALE VERDRAGEN EN SECUNDAIR INTERNATIONAAL RECHT
ü Internationaal: bilaterale / multilaterale verdragen
ü Recht van de Europese Unie
Ø Verordeningen: mega bindend,
bv. privacywetgeving, Europees
geïntroduceerd, alle lidstaten moeten op zelfde niveau
zitten. Ied. moet dit opnemen in hun wetgeving
Ø Richtlijnen: bindend, lat die gelegd wordt maar lidstaten
kunnen zelf kiezen hoe ze die norm gaan bereiken bv. tegen
2030 0 uitstoot, ze mogen zelf kiezen hoe
Ø Besluiten: individueel, meestal boetes; verbod,…